Zitting in de Ramadan – dag 5

4300

Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien

De vijfde zitting
De deugd van het reciteren van de Koran

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, degenen die het Boek van Allah voordragen en het gebed onderhouden en uitgeven van datgene waarmee Wij hen hebben voorzien, in het geheim en openlijk, hopen op een handelstransactie die nooit zal vergaan.”

(Soerat Faatir: 29)

Er zijn twee manieren om het Boek van Allah te reciteren.

De eerste manier is door te geloven wat je reciteert, de regels volgt, doet wat wordt bevolen en wegblijft wat wordt verboden. Hierover zullen we in een andere zitting praten, met de Wil van Allah.

De tweede manier is slechts met de stem. Dit is ook wel bekend als Qiraa’ah (recitatie). Er zijn veel teksten die spreken over de voortreffelijkheid van deze vorm. Ongeacht het reciteren van de Koran, hoofdstukken of verzen betreft. ʿOethmaan ibn ʿAffaan (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: De beste van jullie is degene die de Koran leert en deze onderwijst.”

(al-Boekhaarie)

ʿAa’ishah overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Een persoon die de Koran reciteert en het vloeiend reciteert, zal worden vergezeld door de gehoorzame en nobele Engelen. En degene die de Koran aarzelend en moeizaam reciteert krijgt de dubbele beloning.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Aboe Moesa al-Ashʿarie (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De gelijkenis van een gelovige die de Koran reciteert en ernaar handelt is als en sinaasappel die lekker smaakt en ruikt. De gelijkenis van de gelovige die de Koran niet reciteert maar er wel naar handelt is als een dadel die zoet smaakt maar geen geur heeft.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Oemaamah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Reciteer de Koran, want het zal op de Dag des Oordeels komen als een bemiddelaar voor de zijne (d.w.z. degene die het reciteert).”

(Moeslim)

Ook heeft Oeqbah ibn ʿAamir (moge Allah tevreden met hem zijn) overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Zal iemand van jullie niet naar de moskee gaan en twee verzen van het Boek van Allah, de Almachtige en de Majestueuze, leren of reciteren? Dat zal beter zijn voor hem dan twee vrouwelijke kamelen. En drie verzen zijn beter voor hem dan drie vrouwelijke kamelen. En vier verzen zijn beter dan vier vrouwelijke kamelen. En welk aantal aan kamelen er is.”

(Moeslim)

Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Niemand ontmoet in het Huis van Allah de Koran reciterend en het elkaar lerend, of de Engelen omringen hen, Genade bedekt hen, rust daalt op hen neer en Allah noemt hen bij degene die met Hem zijn.”

(Moeslim)

Ook heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Onderhoud de Koran. Want waarlijk, bij Degene in wiens Hand de ziel van Mohammed is, het (de Koran) is meer geneigd te ontsnappen (uit het geheugen) dan een kameel uit diens teugel.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Ook zei hij (vrede zij met hem): “Niemand van jullie moet zeggen “ik ben dit vers vergeten”. Echter werd ervoor gezorgd dat hij vergat.”

(Moeslim)

ʿAbdoellaah ibn Masʿoed (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Degene die één letter reciteert van de Koran zal een goede daad en tien goede daden gelijk daaraan ontvangen. En ik zeg niet dat “Alif-Laam-Miem een letter is, maar “Alif” is een letter, “Laam” is een letter en “Miem” is een letter.”

(at-Tirmidhie)

Ook heeft Ibn Masʿoed overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Deze Koran is het feestmaal van Allah. Memoriseer zoveel mogelijk van Zijn feestmaal. Deze Koran is het Koord van Allah, het is het duidelijke licht en de nuttige genezing. Het is een bescherming voor degene die hieraan vasthoudt en een redding voor degene die het volgt. Het is niet verdraaid en zet de zaken recht. Het doet niet dwalen en heeft hieraan geen schuld. Haar wonderen nemen niet af. Het draagt niet veel herhaling. Reciteer het dus. Allah zal je belonen met tien goede daden voor elke letter.En ik zeg niet dat “Alif-Laam-Miem een letter is, maar “Alif” is een letter, “Laam” is een letter en “Miem” is een letter.”

(al-Haakim)

Mijn broeders, dit zijn de grote gunsten van het reciteren van de Koran. Deze beloning en de Tevredenheid van Allah zijn er voor degenen die hierop rekenen. Een grootse beloning voor een simpele daad. De verliezer is degene die deze kans laat lopen. Er zijn specifieke beloningen voor het reciteren van bepaalde hoofdstukken. Aboe Saʿied al-Moeʿallie (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) tegen hem zei: “Waarlijk, ik zal je het grootste hoofdstuk in de Koran leren (doelende op Soerat al-Faatihah).

(al-Boekhaarie)

Soerat al-Faatihah bestaat uit de zeven meest gereciteerde verzen van de Koran. Tot haar grootsheid behoort het dat het een pilaar is van het gebed. Een gebed is niet geldig zonder Soerat al-Faatihah. Zo heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Geen gebed is geldig zonder de opening van de Koran (d.w.z. Soerat al-Faatihah).”

(al-Boekhaarie)

Enkele andere hoofdstukken zijn Soerat al-Baqarah en Soerat Aali ʿImraan. De Profeet heeft gezegd: “Leer Soerat al-Baqarah te reciteren, want het bevat grote zegeningen. En er is spijt voor het verlaten ervan. Het is ondraaglijk voor de luie persoon. Al-Baqarah en Aali ʿImraan zijn als twee bloemen die degene die ze hebben gememoriseerd zal beschaduwen op de Dag des Oordeels als twee grote wolken of twee grote zwermen vogels.”

(Moeslim)

Aboe Hoerayrah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Het huis waarin Soerat al-Baqarah wordt gereciteerd zal niet door Shaytaan worden betreden.”

(Moeslim)

Dit omdat het Aayat ul-Koersiy bevat. Zo heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Reciteer Aayat ul-Koersiy in de nacht, Shaytaan zal je dan niet benaderen totdat je wakker wordt.”

Ibn ʿAbbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat Djibriel (vrede zij met hem) tegen de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Dit is een deur in de hemel die vandaag is geopend en nooit eerder was geopend. Een Engel is erdoor neergedaald. Deze Engel is op aarde gekomen en nooit eerder neergedaald voor vandaag. Hij (de Engel) geeft de Salaam en zegt: “Wees verheugd, want twee lichten zijn u gegeven die geen Profeet vóór u is gegeven; de Opening van het Boek (Soerat al-Faatihah) en de eindverzen van Soerat al-Baqarah. U zult niet één letter reciteren of u zult daarvoor groots worden beloond.”

(Moeslim)

Een andere speciale hoofdstuk is Soerat al-Ikhlaas. Aboe Saʿied al-Khoedrie (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel zich bevindt, waarlijk, het staat gelijk aan één derde van de Koran.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Ook Soerat al-Falaq en Soerat an-Naas kennen specifieke voortreffelijkheden. Dus streef ernaar veel Koran te reciteren in deze gezegende maand. Djibriel (vrede zij met hem) was gewoon de Koran met de Profeet (vrede zij met hem) elke Ramadan eenmaal door te nemen. Behalve in het jaar dat de Profeet (vrede zij met hem) kwam te overlijden. In dit jaar nam Djibriel (vrede zij met hem) de Koran tweemaal door om het sterk en standvastig te laten zijn.

Onze vrome voorgangers vermeerderden de recitatie van de Koran altijd in de maand Ramadan.

Az-Zoehrie was gewoon te zeggen dat als de Ramadan aanbreekt het slechts het reciteren van de Koran en voeden van de armen is.

Imam Maalik stopte zijn zittingen over Hadieth en richtte zich slechts op de Koran.

Qataadah was gewoon de Koran elke zeven nachten uit te lezen. Gedurende de Ramadan deed hij dit elke drie nachten en tijdens de laatste tien dagen van de Ramadan tijdens elke nacht.

Ibrahiem an-Nakha’ie was gewoon het tijdens de Ramadan elke drie nacht te voltooien en in de laatste tien dagen elke twee nachten.

Al-Aswas was gewoon het gedurende de maand elke twee nachten volledig te reciteren.

Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan