Breivik en Tarrant als helden: rechts-extremistisch terrorisme in opkomst

7445

Hij was een uitverkorene van de “heilige Tarrant”. Zo beschreef de verdachte van de aanslag van vorige week op een moskee in Oslo de man die in maart tientallen moskeegangers doodschoot bij een terroristische aanslag in Christchurch, Nieuw-Zeeland.

Het weekend ervoor werden 22 mensen doodgeschoten door een man in de Amerikaanse grensstad El Paso 22 mensen. Hij had het voorzien op Latijns-Amerikaanse immigranten en ook door de verdachte van deze aanslag werd Tarrant een inspiratiebron genoemd.

Statistieken laten zien dat de oproep tot geweld tegen minderheden, door mensen als Brenton Tarrant, vaker wordt opgevolgd. In West-Europa en de VS is het aantal aanslagen uit extreemrechtse of extreem-nationalistische hoek namelijk fors toegenomen. Zo komt naar voren in verschillende onderzoeken.

‘Golf aan extreemrechts geweld’

Na de aanslagen van 11 september 2001 zijn er in Amerika inmiddels meer doden gevallen door extreemrechts geweld dan door jihadisten. In Europa zijn in dezelfde periode meer aanslagen gepleegd door rechtsextremisten dan door moslimextremisten. In West-Europa namelijk 28 in 2017, het hoogste aantal in bijna twintig jaar tijd, aldus de Global Terrorism Index.

“Er is in West-Europa een golf aan extreemrechts geweld: van hate crimes tot aanslagen”, aldus Daniel Köhler. Hij is de oprichter van het Duitse Instituut over Radicalisering en Deradicalisering (GIRDS) en deed in de VS en Europa onderzoek naar extreemrechts geweld. “We zien steeds meer dat individuen als Breivik en Tarrant met hun manifesten rolmodellen of helden worden voor jongemannen die met een wapen een moskee in willen stormen.”

De opkomst van rechts-extremisme in Europa valt volgens Köhler samen met de vluchtelingencrisis. Extremistische groeperingen maakten gebruik van de angst onder een deel van de bevolking voor de komst van miljoenen vluchtelingen naar Europa.

De meeste vluchtelingen werden door Duitsland opgenomen en daar was in 2015 en 2016 een piek in het aantal bomaanslagen en brandstichtingen waar te nemen tegen immigranten of etnische minderheden. De extremen van specifiek dit type geweld vlakten daarna af. Echter verdubbelde het aantal incidenten met extreem geweld uit rechts-extremistische hoek van 2017 naar 2018.

Inlichtingendiensten in Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, de Verenigde Staten en Nederland waarschuwen voor het groeiende gevaar uit de hoek van rechts-extremisme.

Een cruciale rol bij de radicalisering spelen complottheorieën. “We weten uit onderzoek dat mensen sneller gewelddadig handelen als ze daar streng in geloven.” Internetfora en sociale media dragen bij om zulke theorieën snel en anoniem te verspreiden.

De great replacement wordt beschouwd als één van de meest invloedrijke samenzweringstheorieën uit de rechts-radicale hoek. De Noor Breivik en de Australiër Tarrant refereerden in hun manifesten veelvuldig aan deze omvolking-theorie. De kern ervan is dat de witte bevolking in Europa en de VS zou worden vervangen door een “invasie” van immigranten.

Philip Manshaus (21), de verdachte van de aanslag op de moskee in Oslo, zou online zijn sympathie kenbaar hebben gemaakt over deze theorie. En ‘El Paso-verdachte’ Patrick Crusius (21) gaf agenten te kennen dat zijn aanslag een reactie was op de “invasie van latino’s”.

De anti-immigrantenretoriek van president Trump speelt volgens Köhler een grote rol op de toename van rechts-extremisme in de VS. “Hij gebruikt taal die vanuit Duits perspectief doet denken aan een nationaalsocialistisch regime. Hij dehumaniseert immigranten en wakkert angst aan.”

Extremisten zien deze retorische taal als legitimatie voor hun daden, aldus de Duitse onderzoeker. Als voorbeeld geeft hij de man die bompakketten verstuurde naar critici van Trump.

De opkomst van rechts-populistische partijen in Europa, met een zelfde boodschap als Trump, heeft volgens Köhler een vergelijkbaar effect gehad. Ook de grote aanslagen van jihadistische organisaties als Islamitische Staat hebben een aanzienlijke rol gespeeld in de toename van geweld door radicaal-rechts, zegt hij.

Aanslagen als die van al-Qaida in Madrid (2004) en Londen (2005) en IS in Parijs (2015) en Berlijn (2016) waren voor extreemrechtse groeperingen juist goed, zegt Köhler. “Om mensen te mobiliseren om nú in actie te komen. Extremistische bewegingen hebben elkaar nodig als vijand.”

Aandacht is volgens Köhler uiteindelijk waar het om draait voor terroristen. Ongeacht hun politieke motivatie.

“Mijn persoonlijke mening is dat de media worden bespeeld door IS en extreemrechtse aanslagplegers. Want ze hebben al die media-aandacht nodig om hun boodschap voort te laten leven. Daarom zouden er meer ethische richtlijnen moeten komen voor de berichtgeving. Zodat aanslagplegers niet al die roem krijgen.”

Bron: NOS.nl

Team al-Yaqeen