Bijna twee derde van de docenten op middelbare scholen in Nederland merkt dat moslimleerlingen het slachtoffer zijn van discriminatie. Van de 498 ondervraagde docenten is 61% getuige geweest van incidenten die zij in verband brengen met discriminatie tegen moslims. Dit komt voort uit een onderzoek in opdracht van de Anne Frank Stichting en (het inmiddels opgeheven) multicultureel instituut Forum.
De docenten die getuige zijn geweest van incidenten zijn veelal werkzaam in het praktijkonderwijs of op het vmbo. In de meeste gevallen uit het zich in beledigingen en scheldpartijen, maar ook ernstige incidenten zoals vernielingen en mishandelingen komen voor. Het fenomeen komt vooral buiten de grote steden voor. De daders zijn meestal autochtone jongens en hun slachtoffers zijn vooral jongens van Marokkaanse of Turkse komaf.
Dat de voorvallen vooral buiten de grote steden plaatsvinden, is waarschijnlijk te verklaren door de bevolkingssamenstelling, aldus onderzoeker Willem Wagenaar van de Anne Frank Stichting: "Er vindt daar minder ontmoeting plaats tussen allochtone en autochtone jongeren, en dus meer onwetendheid waaruit de discriminatie kan voortkomen."
Aanleiding
Aanleiding voor een incident is vooral (media)aandacht voor overlast en crimineel gedrag van moslims. Ook aandacht voor terrorisme of terroristische organisaties in binnen- en buitenland zijn volgens docenten mogelijke redenen voor discriminatie. Onderwerpen die ter sprake komen zijn bijvoorbeeld de komst van een asielzoekerscentrum in de buurt, uitspraken van Geert Wilders en beelden uit de media over IS en de oorlog in Syrië.
Bijna alle leraren (94%) geven aan in te grijpen bij discriminatie in de klas. Ze wijzen daders terecht of gaan in gesprek met de betrokkenen. Wat opvallend is, is dat de discriminatie vaak blijkt voor te komen bij 'normaal pestgedrag' over en weer, daders zijn vaak tegelijkertijd ook slachtoffers. Wagenaar benadrukt daarom dat bestrijding van discriminatie vaak 'gewoon met fatsoen te maken heeft'. "Je scheldt elkaar gewoon niet uit."
Wagenaar geeft aan: "Discriminatie tegen homoseksuelen (77%) komt nog steeds het meest voor, gevolgd door discriminatie tegen moslims (61%), joden (36%) en christenen (30%)."
Zorgelijk
Niet alleen scholen maar de hele Nederlandse samenleving heeft een verantwoordelijkheid om hier iets aan te doen.
Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) schrikt van de cijfers over discriminatie van moslims op middelbare scholen. "Een ding staat vast: scholen hebben een grote uitdaging om hier wat aan te doen. Niet alleen scholen maar de hele Nederlandse samenleving", aldus een woordvoerder.
Het ministerie van Onderwijs gaf vandaag aan dat elk incident er één te veel is. Docenten kunnen bij de bestrijding van discriminatie een belangrijke rol spelen, aldus een woordvoerder: "Door in te grijpen als kinderen over de schreef gaan, maar vooral ook door ze voor te lichten over discriminatie en door moeilijke thema's in de klas bespreekbaar te maken."
Bron:Volkskrant.nl
Team al-Yaqeen
18 februari 2015