Israël schendt vrijwel alle aspecten internationaal recht

3974

Advocaten, juristen en academici houden een pleidooi voor een boycot van en sancties tegen Israël met onmiddellijke ingang.

Vorige week riepen 150 artsen politici in België op om Israël scherp te veroordelen voor het plegen van oorlogsmisdaden in de Gazastrook. Deze veroordeling willen zij krachtdadig laten opvolgen met economische en militaire sancties. De academici, advocaten en juristen sluiten zich hier volmondig bij aan om morele en om juridische redenen.

De Israëlische aanval op Gaza is geen oorlog, zoals sommige media suggereren. Het is een collectieve straf, wat in het internationaal recht is verboden. We kunnen alleen spreken over een oorlog als het gaat tussen twee gelijkwaardige partijen. Dit is geenzins het geval. Israël bezet sinds 1967 op een structurele en systematische wijze de Palestijnse gebieden (zoals bevestigd in talrijke resoluties van de VN Veiligheidsraad waaronder resolutie 242).

Voor de aanval van 7 juli 2014 van Israël op de Gaza zijn vooral twee rechtsbronnen relevant: het humanitair oorlogsrecht en de universele mensenrechten. De Vierde Conventie van Genève (1949) speelt een belangrijke rol en is van toepassing op iedere vorm van gewapend conflict en bezetting.

Het eerste basisprincipe van het humanitair oorlogsrecht is dat strijdende partijen onderscheid moeten maken tussen burgers en strijders. Aanvallen op burgers mogen nooit het doelwit zijn. Echter geeft de VN aan dat ongeveer 80 procent van de meer dan duizend Palestijnse slachtoffers van de aanvallen burgers zijn. Velen zijn gedood omdat het Israëlische leger geen of onvoldoende onderscheid heeft gemaakt tussen militaire en civiele doelen, of bewust civiele doelen heeft bestookt. Gemiddeld komt er elk uur een kind om het leven door het geweld. Zelfs ziekenhuizen, moskeeën en scholen wordne niet gespaard. De Gazastrook is een overbevolkte openluchtgevangenis, waar Palestijnen niet in of uit kunnen en geen mogelijkheid tot vlucht of bescherming hebben.

Een tweede basisprincipe is de proportionaliteit: de schade die door militaire operaties wordt veroorzaakt, moet in verhouding staan tot het militaire voordeel dat ermee wordt behaald. Ook dit principe wordt door Israël aan de laars gelapt.

Behalve het humanitair oorlogsrecht schendt Israël op grote schaal de mensenrechten, die verankerd zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Deze verklaring van de Verenigde Naties is opgesteld na de gruwelijkheden en de holocaust van de Tweede Wereldoorlog: het naleven en respecteren van deze fundamentele rechten is noodzakelijk om niet opnieuw in barbaarsheden te vervallen.

Toch veegt Israël hier zijn voeten aan als het gaat om de Palestijnen en trekt zich hier niets van aan. Veel van de mensenrechtenschendingen zijn het gevolg van de decennialange bezetting, in het bijzonder de aanwezigheid van de nederzettingen in Palestijnse gebieden en de bouw van de muur. Israël maakt onder meer inbreuk op het recht op eigendom, het recht op huisvesting, het recht op een adequate levensstandaard, het recht op bewegingsvrijheid, het recht op vrije beschikking over natuurlijke hulpbronnen, het recht op gelijkheid en het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen.

In 2004 veroordeelde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag de muur in Palestijns gebied als illegaal en erkende voor het Palestijnse volk "het recht op zelfbeschikking". Meer zelfs het internationaal recht voorziet het recht om geweld te gebruiken ter zelfverdediging voor landen die te maken hebben met een directe aanval en verbiedt een volk dat vecht voor zijn zelfbeschikkingsrecht niet om geweld te gebruiken.

De Verenigde Naties hebben in de loop der jaren tientallen resoluties over Israël en de Palestijnse kwestie uitgevaardigd. Zonder uitzondering veroordelen zij zich tegen het Israëlisch beleid en hun acties. Desondanks weigert Israël het internationaal recht na te leven.

Israël schendt het internationaal recht met haar decennialange bezetting, met de voortdurende bouw van kolonies in de Westbank en Oost-Jeruzalem en een 'apartheidsmuur', enzovoort. Maar met deze grootscheepse aanval op de Gazastrook begaat Israël oorlogsmisdaden terwijl de wereld gewoon staat toe te kijken. De politieke en militaire leiding van Israël zou voor het Internationaal Strafhof ter verantwoording moeten worden geroepen, maar Israël heeft zich niet aan dit verdrag willen verbinden. De VN Veiligheidsraad kan echter besluiten om de verantwoordelijken toch te vervolgen.

Het internationaal recht is duidelijk, maar de afdwinging ervan ligt moeilijker. Daarom ondersteunen de ondertekenaars van het pleidooi de wereldwijde BDS-campagne (Boycott, Divestment and Sanctions).

De Veiligheidsraad moet Israël verplichten de grenzen te openen om vrachtwagens toegang te verlenen medisch materiaal en hulpgoederen de Gazastrook kunnen laten bereiken.

Aan de Belgische en Europese politici vragen zij om een duidelijke veroordeling van het Israëlisch beleid en de aanvallen. Alle diplomatieke en handelsrelaties met Israël zouden met onmiddellijke ingang moeten opgeschort worden en men kan nadenken over sancties. De VN Veiligheidsraad en de Mensenrechtenraad zouden Israël streng moeten terechtwijzen. Overheden, bedrijven en universiteiten moeten zich onthouden van relaties met Israël. Deze aanpak was succesvol tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Alleen zo kan vermeden worden dat wij medeplichtig zijn aan oorlogsmisdaden en de schending van de mensenrechten van het Palestijnse volk.

Bron: Demorgen.be

Team al-Yaqeen
3 augustus 2014