Van Aartsen: verbod op salafisme is onwenselijk

3837

Een verbod op salafistische organisaties is onwenselijk en druist in tegen de grondwet. Dat zegt de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen vandaag in NRC. De burgemeester die goed op de hoogte is van wat salafistische organisaties doen en waar ze precies voor staan, ziet geen heil in het verbieden van dergelijke organisaties of moskeeën. Sterker nog, hij werkt met ze samen daar waar nodig is. Dat kweekt een band, zorgt voor openheid over en weer en leidt tot wederzijds vertrouwen en respect.

Hij ziet niets in een verbod op salafistische organisaties. Volgens hem handelen deze organisaties in Nederland binnen de kaders van de wet en is het geen taak van de overheid om ultraorthodoxe geloven in te dammen. „Wij hebben in Nederland vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Wij beoordelen mensen niet op gedachten of ideeën. Dat is de hoeksteen van de rechtsstaat waar onze democratie op is gebaseerd. Ik vraag mij af of de Tweede Kamer zelf nog wel gelooft in de beginselen van de rechtsstaat.”

In Den Haag huizen meerdere salafistische moskeeën. In plaats van deze tegen te werken, werkt de burgemeester juist met hen samen. Ze krijgen subsidie voor taalles, doen jongerenwerk en helpen tijdens Oud en Nieuw de politie met een buurtwacht in het bestrijden van onrust.

Dit kwam Van Aartsen vorige week op kritiek te staan van de Tweede Kamer, welke vindt dat gemeenten niet moeten samenwerken met salafisten. Van Aartsen is echter positief over deze samenwerking. Het aantal incidenten is met Oudjaar teruggedrongen mede dankzij de inzet van deze buurtwachten. Van Aartsen hekelt het feit dat de Kamer salafisme gelijkstelt aan jihadisme, want dat klopt volgens hem niet. Mensen kunnen worden vervolgd wegens daden, zoals het prediken van geweld, en niet vanwege opvattingen, benadrukt van Aartsen. „Het zit mij hoog dat de Tweede Kamer, die in het leven is geroepen om wetgeving te maken, dit niet meer weet.”

Een verbod op salafistische organisaties kan volgens Van Aartsen averechtse effecten hebben. Het zou leiden tot „beeldvorming dat deze mensen apart gezet worden, dat ze worden uitgesloten van onze samenleving. Terwijl we dat juist niet willen.”

Bron: NRC.nl

Team al-Yaqeen
4 januari 2016