Vraag:
Ik hoor wel eens mensen zeggen dat de Profeet (vrede zij met hem) uit licht is geschapen, en dat het eerste wat Allah heeft geschapen het licht van Mohammed was. Kunt u ons uitleggen wat de juistheid is van deze bewering?
Antwoord:
De bewering dat onze Profeet (vrede zij met hem) uit licht zou zijn geschapen, is ongegrond. Ook de uitspraak dat zijn licht het allereerste zou zijn dat geschapen is, heeft geen enkele grond. Dit zijn verzinsels zonder enige authenticiteit en niets meer dan onwaarheden die aan onze geliefde Profeet (vrede zij met hem) worden toegeschreven.
De waarheid omtrent de schepping van de Profeet (vrede zij met hem) is dat hij, zoals ieder ander mens, geschapen is. Ook hij is, net als de rest van de mensheid, voortgekomen uit het water (sperma) van zijn vader en het water van zijn moeder.
Hij (vrede zij met hem) is niet uit licht geschapen. Wel is hij, door de openbaring van Allah de Verhevene, als een ‘verlichtende lamp’ tot de mensheid gezonden. Met de Koran en de Soennah die hem zijn geopenbaard, verhelderde hij voor de mensen het rechte pad. Dit kenmerk heeft hij verkregen door zijn oproep tot Allah (Tawhied), zijn verkondiging van de Waarheid en zijn verspreiding van het goede. Het ‘licht’ waarover gesproken wordt, verwijst dus naar datgene wat met de openbaring tot hem is gekomen. De Profeet (vrede zij met hem) behoort immers tot het nageslacht van Adam en is voortgekomen uit het water van zijn vader en moeder.
De opvatting die bij sommige mensen leeft – waaronder bepaalde soefi’s – dat de Profeet (vrede zij met hem) uit licht zou zijn geschapen en dat dit licht het allereerste schepsel zou zijn geweest, is een onjuiste bewering zonder enige grond in bewijzen. Het betreft slechts een samenraapsel van verzonnen verhalen en staat haaks op de duidelijke teksten van de Koran en de Soennah, zoals reeds eerder uiteengezet. Ook zegt Allah, de Verhevene (interpretatie van de betekenis):
“O Profeet, waarlijk, Wij hebben jou gezonden als getuige, als brenger van blijde tijdingen en als waarschuwer. En als iemand die oproept tot Allah, met Zijn toestemming, en als een lichtgevende lamp.”
(Soerat al-Ahzaab: 45-46)
Sheikh ʿAbdoel-ʿAziez Ibn Baaz
(Fataawa al-Moehimmah, blz. 61)