Bevinden wij ons nu in de tijd waar de Profeet (vrede zij met hem) op doelde in zijn volgende uitspraak, toen een metgezel hem vroeg: “Wat moet ik doen wanneer de beproevingen en groeperingen zullen toenemen?” Hij antwoordde hierop: “Neem afstand van de mensen en zit thuis.” En in een andere authentieke overlevering die te vinden is in het hoofdstuk “de beproevingen” onder de subtitel: “Hoe te handelen bij de afwezigheid van een kalief,” heeft de Profeet (vrede zij met hem) hen opgedragen afstand te nemen bij het aanbreken van rampspoeden (interpretatie van zijn woorden). Ook zei hij: “Ook al moet je jezelf aan de wortels van een boom vastbijten.” Ik hoop dat u deze overlevering verder toe kan lichten en zeggen wat de geleerden hierover hebben gezegd.
Antwoord:
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.
In de twee authentieke verzamelwerken en in andere authentieke bronnen verhaalt Aboe Idries al-Khawlaani dat hij Hoedhayfah ibn ul-Yamaan heeft horen zeggen: “De mensen plachten de Profeet (vrede zij met hem) te vragen over het goede, terwijl ik hem plachte te vragen over het slechte, uit vrees dat ik dat mee zou maken. Ik zei: “O Boodschapper van Allah, wij bevonden ons in de tijd van onwetendheid en slechtheid (i.e. ongeloof, ontucht e.d.) toen kwam Allah met dit goede voor ons. Zal er dan na dit goede nog iets van het slechte zijn? Hij (de Profeet) antwoordde: “Ja” Vervolgens zei ik: “Zal er na dat slechte nog iets van het goede zijn?” Hij antwoordde: “Ja, alleen zal er onzuiverheid in bevinden.” Toen vroeg ik: “Wat is die onzuiverheid dan?” Hij antwoordde: “Mensen die niet volgens mijn levenswijze handelen, je herkent het aan hun (i.e. daden) en keurt het af.” Ik vroeg wederom: “Zal er dan na dit goede nog iets van het slechte zijn?” Hij zei: “Ja, er zullen zich uitnodigers aan de poorten van de Hel bevinden, wie ingaat op hun (uitnodiging), zal door hen daarin (de Hel) geworpen worden.” Ik zei vervolgens: “O Boodschapper van Allah, beschrijf hen voor ons.” Hij antwoordde: “Ze zijn van onszelf en spreken onze taal.” Ik vroeg hem: “Wat beveel je mij aan als ik dat mee zou maken?” Hij zei: “Blijf vasthouden aan de groep van de moslims en hun leider.” Ik vroeg: “En wat als ze geen groep noch leider hebben.” Hij antwoordde: “Neem dan afstand van al die groeperingen, ook al moet je jezelf aan de wortels van een boom vastbijten totdat de dood jou treft én jij je in die staat verkeert.”
De tijd waar de overlevering naar refereert, betreft niet specifiek deze tijd waarin we leven, maar is algemeen van aard. Echter, de beproevingen kunnen in welke tijd en plaats dan ook plaatsvinden. Zo vond in het tijdperk van de metgezellen (na de dood van de Profeet) ook een aantal beproevingen plaats, zoals het in opstand komen van een groepering tegen kalief ʿOethmaan.
Met het afstand nemen van de mensen ten tijde van de verdeeldheid wordt hetgeen bedoeld wat al-Haafidh Ibnoe Hadjar in zijn boek ‘al-Fath’ heeft vermeld op gezag van at-Tabari, zeggende: “Wanneer de mensen niet over een leider beschikken en in groeperingen verdeeld raken, dan mag men niemand volgen tijdens de verdeeldheid. Ook dient men indien hij daartoe in staat is afstand te nemen van hen allen, uit vrees dat hij in het slechte komt te vervallen. En wanneer hij een groep mensen vindt die standvastig zijn op de waarheid, dan is hij verplicht zich te voegen bij deze groep, haar aantal helpen te vermeerderen en samen te werken op de weg van de waarheid. Want deze groep is voor die man en die plaats – gezien de voorgenoemde situatie – de groep van de moslims.
Allah doet slagen en vrede en zegeningen zij met onze Profeet Mohammad, zijn familie en metgezellen.