De 2e helft van Shaʿbaan vasten

34869

Vraag:

Is het toegestaan om na de helft van de maand Shaʿbaan te vasten? Ik heb namelijk gehoord dat de Profeet (vrede zij met hem) het verbood om na de helft van de maand Shaʿbaan te vasten.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er is overgeleverd door Aboe Hoerayrah dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wanneer Shaʿbaan voor de helft voorbij is, vast dan niet.”

(Aboe Dawoed, at-Tirmidhie, Ibn Maadjah en Sahieh verklaard door al-Albaanie)

Deze overlevering geeft aan dat het niet toegestaan is om te vasten na de helft van de maand Shaʿbaan, dat wil zeggen vanaf de 16e dag van de maand.

Maar er zijn bewijzen die aangeven dat het toegestaan is om na de helft van de maand te vasten. Aboe Hoerayrah zei bijvoorbeeld: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Vervroeg de Ramadan niet door één of twee dagen voordat het begint te vasten, maar als men gewoonlijk vast, laat hem dan vasten.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Dit geeft aan dat het vasten na de helft van Shaʿbaan toegestaan is voor degene die de gewoonte heeft om te vasten, zoals een persoon die regelmatig vast op de maandag en op de donderdag. Of degene die andere dagen vast, etc.

Imam al-Boekhaarie en Moeslim hebben overgeleverd dat ʿAa’ishah zei: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) vastte de hele maand Shaʿbaan, hij vastte Shaʿbaan op een paar dagen na.”

(Deze versie is overgeleverd door Moeslim)

Imam an-Nawawie heeft gezegd: “In de woorden, “Hij vastte de hele maand Shaʿbaan, hij vastte Shaʿbaan op een paar dagen na”, legt het tweede zinsdeel het eerste zinsdeel uit en geeft aan dat het woordje “hele” hier “het meeste” betekent.

Aanhangers van de Shaafiʿie wetschool volgen al deze overleveringen en zeggen: “Het is niet toegestaan om na de helft van Shaʿbaan te vasten, behalve voor degenen die een patroon van vasten hebben of voor degene die verder wil vasten na het vasten van de eerste helft van de maand.”

Volgens de meeste geleerden betekent het verbod (in de eerste Hadieth) dat het Haraam is.

(al-Madjmoeʿ, boekdeel 6, blz. 399-400; Fath ul-Baarie, boekdeel 4, blz. 129)

Sommigen, zoals ar-Roeyaanie, hebben aangegeven dat het verbod hier begrepen kan worden als Makroeh (afgeraden) en niet als Haraam. Imam an-Nawawie zei: “Het hoofdstuk over het verbod op het anticiperen op de Ramadan, door na de helft van Shaʿbaan te vasten, geldt voor degenen die verder willen vasten na het vasten van de eerste helft van de maand of voor degenen die een patroon van vasten hebben, zoals het vasten op de maandagen en de donderdagen.”

(Riyaad us-Saalihien, blz. 412)

De meerderheid van de geleerden is van mening dat de overlevering waarin verboden wordt om te vasten na de helft van de maand Shaʿbaan zwak is. Hierop gebaseerd zeggen zij dat het niet Makroeh is om te vasten na de helft van Shaʿbaan.

Al-Haafidh zei: “De meerderheid van de geleerden heeft gezegd dat het toegestaan is om vrijwillig te vasten na de helft van Shaʿbaan. Zij achten de overlevering die hierover spreekt zwak. Ahmad en Ibn Maʿien zeiden dat dit Moenkar is.”

(Fath ul-Baarie)

Onder hen die het als zwak verklaarden waren al-Bayhaqie en at-Tahaawie. Ibn Qoedaamah zei dat imam Ahmad betreffende deze overlevering zei: “Het is niet correct. We hebben ʿAbdoer-Rahmaan ibn Mahdi erover gevraagd. Hij verklaart het niet als Sahieh en hij heeft het niet aan mij verhaald. Hij vermeed het praten over deze overlevering. Ahmad zei: “al-ʿAlaa’ is Thiqah en geen van zijn overleveringen wordt beschouwd als Moenkar behalve deze.”

(al-Moeghnie)

De al-ʿAlaa’ naar wie hier wordt verwezen is al-ʿAlaa’ ibnoe ʿAbdir-Rahmaan die deze overlevering van zijn vader heeft overgeleverd, die het weer van Aboe Hoerayrah kreeg overgeleverd.

Ibn ul-Qayyim heeft gereageerd op degenen die deze overlevering zwak hebben verklaard en heeft gezegd dat deze overlevering Sahieh is volgens de voorwaarden van Moeslim. Ook al is al-ʿAlaa’ de enige die deze overlevering heeft overgeleverd, is het niet schadelijk voor de overlevering omdat al-ʿAlaa’ Thiqah (betrouwbaar) is. In zijn Sahieh heeft Moeslim meerdere overleveringen van hem verhaald, die hij van zijn vader heeft en zijn vader weer van Aboe Hoerayrah. Vele overleveringen zijn alleen via één persoon die Thiqah is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem), maar deze zijn geaccepteerd en worden gevolgd door de gemeenschap.

(Tahdhieb us-Soenan)

Toen zei hij: “Met betrekking tot degenen die denken dat er een tegenstrijdigheid is tussen deze overlevering en de overleveringen waarin gesproken wordt over het vasten in Shaʿbaan: er is geen tegenstrijdigheid! Die overleveringen spreken namelijk over het vasten van de tweede helft van de maand samen met de eerste helft van de maand en over het vasten gedurende de tweede helft van de maand als een gewoonte. Terwijl de overlevering van al-ʿAlaa’ spreekt over het verbod van het opzettelijk vasten na de helft van de maand, en niet over het vasten dat iemand regelmatig verricht of als voortzetting van het vasten in de eerste helft van de maand.”

Sheikh Ibn Baaz werd gevraagd over de overlevering waarin staat dat het vasten na de helft van Shaʿbaan niet toegestaan is. Hij zei: “Dit is een overlevering die Sahieh is, zoals Sheikh Naasir ud-Dien al-Albaanie zei. Wat hier bedoeld wordt, is dat het niet toegestaan is om na de helft van de maand te beginnen met vasten. Maar als een persoon het meeste of de gehele maand vast, dan volgt hij de Soennah.”

(Madjmoeʿ ul-Fataawa ash-Sheikh Ibn Baaz, boekdeel 15, blz. 385)

Sheikh Ibn ul-ʿOetaymien zei in zijn reactie op Riyaad us-Saalihien (boekdeel 3, blz. 394): “Al zou de overlevering Sahieh zijn, het verbod wat hierin vermeld wordt, betekent niet dat het Haraam is, maar dat het slechts Makroeh is, zoals sommigen van de geleerden begrepen hebben. Maar degene die gewend is om te vasten, zou moeten vasten ook al is het na de helft van Shaʿbaan.”

Concluderend kunnen we zeggen dat het niet toegestaan is om na de helft van Shaʿbaan te vasten, dit is óf Makroeh of Haraam. Behalve voor degenen die gewend zijn om te vasten of degenen die het vasten voortzetten nadat ze de eerste helft van Shaʿbaan gevast hebben. En Allah weet het beste.

De reden voor dit verbod is dat het continu vasten een persoon zwak kan maken om te vasten in de Ramadan.

Als er gezegd wordt dat degene die vanaf het begin van Shaʿbaan vast zwakker wordt, dan is de reactie hierop dat degene die vanaf het begin van Shaʿbaan vast, gewend is geraakt aan het vasten en dat het minder moeilijk voor hem zal zijn om te vasten.

Al-Qaari’ zei: “Het verbod hier betekent dat het afkeurenswaardig is, als een genade voor deze gemeenschap, opdat zij niet te zwak zullen worden om hun verplichte vasten tijdens de Ramadan op een energieke manier te vervullen. Maar degenen die de gehele maand Shaʿbaan vasten zullen gewend raken aan het vasten, dus zal het vasten niet moeilijk voor hen zijn.”

En Allah weet het het beste.

Islamqa.com