Naafilah-gebed na Witr

8837

Vraag:

Ik verricht het Tahaddjoed-gebed niet regelmatig. Zodra ik het Witr-gebed verricht na het ʿIshaa’-gebed, mag ik dan nog vrijwillige (Naafilah) gebeden verrichten?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er is niets mis met het verrichten van het Witr-gebed aan het begin of in het midden van de nacht als er daarna nog Naafilah-gebeden verricht worden na het Witr-gebed. Alhoewel het wel aangeraden is om het laatste gebed in de nacht het Witr-gebed te laten zijn. In dit geval dient een persoon zijn Witr-gebed niet nogmaals te verrichten. Het Witr-gebed dat in het begin van de nacht is verricht, is voldoende.

Het is overgeleverd dat ʿAbdoellaah ibn ʿOmar zei: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Laat jouw laatste gebed in de nacht (het) Witr(-gebed) zijn.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

En het is overgeleverd dat Talq ibn ʿAli zei: “Ik hoorde de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zeggen: “Er dienen geen twee Witr(-gebeden) te zijn in één nacht.”

(at-Tirmidhie, an-Nasaa’ie, Aboe Daawoed.
Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sahieh al-Jaamic)

Ibn Hazm zei: “Witr aan het eind van de nacht is beter, maar Witr aan het begin van de nacht, is (ook) goed. Het is toegestaan om na Witr te bidden, maar een persoon dient het Witr-gebed niet te herhalen.”

(al-Moehalla, boekdeel 2, blz. 92,93)

Imam an-Nawawie zei: “Als een persoon Witr bidt en dan een Naafilah-gebed wil verrichten in de nacht, dan is dat toegestaan en het is niet afgeraden, maar hij dient Witr niet te herhalen. Het bewijs daarvoor is de overlevering van ʿAai’shah aan wie gevraagd was over het Witr-gebed van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Zij zei: “Wij bereidden voor hem zijn Siwaak voor en zijn water voor de Woedoe’. Dan zorgde Allah ervoor dat hij (vrede zij met hem) in de nacht opstond op elk moment dat Hij wilde. Hij gebruikte zijn Siwaak, verrichtte de Woedoe’ en bad negen Rakaʿaat waarbij hij niet zat behalve in de achtste wanneer hij Allah gedacht, Hem prees en smeekbeden deed. Daarna stond hij op zonder het zeggen van de Salaam en bad hij de negende Rakaʿah. Daarna zat hij weer en gedacht hij Allah weer, prees Hem en deed smeekbeden. Daarop zei hij de Salaam die wij hoorden. Hij bad daarna twee Rakaʿaat, terwijl hij zat.”

(Moeslim)

Dit is een gedeelte van een langere overlevering waaruit blijkt dat het toegestaan is om te bidden na Witr aangezien de Profeet in deze overlevering twee Rakaʿaat verrichtte na Witr.

(al-Madjmoeʿ, boekdeel 3, blz. 512)

En Allah weet het het beste.

Islamqa.com