Vraag:
Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Door een behoeftige te voeden.”
(Soerat al-Baqarah: 184)
Is het noodzakelijk dat deze behoeftige een volwassene is? Als een persoon dertig behoeftigen wilt voeden, vallen zijn kinderen en de van hem afhankelijke personen hier ook onder? Is het toegestaan om in plaats van voedsel geld te geven? En hoeveel voedsel dient er gegeven te worden?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Het is voor niemand die in staat is de Ramadan te vasten en geen geldig excuus heeft, toegestaan om niet te vasten. En niet iedereen die vanwege een tekortkoming niet vast, is vereist elke dag een behoeftige persoon te voeden (Fidyah). Het voeden van een behoeftige is daarentegen vereist voor ouderen of voor degenen die lijden aan een chronische ziekte waarvoor er geen hoop op herstel is. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En degenen die alleen met grote moeite kunnen vasten, kopen het af door een behoeftige te voeden.”
(Soerat al-Baqarah: 184)
Ibn cAbbaas zei: “Dit verwijst naar een oude man of vrouw die niet in staat is om te vasten. Daarom dienen zij voor elke dag een behoeftige persoon te voeden.”
(al-Boekhaarie)
Een persoon die lijdt aan een chronische ziekte waarvoor er geen hoop op herstel is, valt onder dezelfde regelgeving als een oude man.
Ibn Qoedaamah (moge Allah genadig met hem zijn) zei: “De zieke persoon voor wie er geen hoop op genezing is, mag zijn vasten verbreken. En hij dient voor elke dag een behoeftige te voeden, omdat hij te vergelijken is met een oude man.”
(al-Moeghnie; boekdeel 4, blz. 396)
Het is daarnaast niet noodzakelijk dat deze behoeftige persoon een volwassene is. Er mag voedsel worden gegeven aan een kind dat normaal voedsel nuttigt, volgens consensus onder de geleerden. De imams verschillen echter van mening over een zuigeling. De meerderheid van de geleerden (waaronder Aboe Haniefah, ash-Shaaficie en Ahmad) zijn van mening dat dit toegestaan is, omdat hij een behoeftige persoon is die valt onder de algemene betekenis van dit vers. De ogenschijnlijke betekenis van de woorden van imam Maalik is echter dat voedsel niet aan een zuigeling gegeven moet worden, maar wel aan een kind dat vast voedsel eet. Deze mening had de voorkeur van al-Moewaffaq ibn Qoedaamah (moge Allah genadig met hem zijn).
(Zie: al-Moeghnie; boekdeel 13, blz. 508,
al-Insaaf; boekdeel 23, blz. 342 en
al-Mawsoecat ul-Fiqhiyyah; boekdeel 35, blz. 101-103)
De kinderen, echtgenote en familie van een behoeftige persoon die hij verplicht is te onderhouden, vallen onder dit aantal als zij niet genoeg hebben om van te leven en er niemand anders is die hen kan onderhouden dan deze behoeftige man.
Daarom kan de behoeftige man Zakaat worden geven die genoeg is voor hem en zijn familie.
In ‘al-Rawd ul-Moerbic’ staat vermeld: “De twee soorten – namelijk de armen (Foeqaraa’) en de behoeftigen (Masaakien) – mogen beide gegeven worden wat voldoende is voor hen en hun gezin.”
(al-Rawd ul-Moerbic; boekdeel 3, blz. 311)
De hoeveelheid van het voedsel voor een behoeftige dient een halve Saac1 te zijn aan lokaal basisvoedsel. Dit kan rijst, dadels of iets anders zijn. Als er ook wat kruiden of vlees wordt gegeven, dan is dat beter.
Al-Boekhaarie verhaalde in een Moecallaq overlevering van Anas dat toen hij oud was en niet in staat was te vasten, hij niet vastte en dagelijks brood en vlees gaf aan een behoeftige persoon.
Het is niet toegestaan de waarde van het voedsel in geld te geven.
Sheikh Saalih al-Fawzaan (moge Allah hem behouden) zei: “Het voeden van behoeftigen wordt niet gedaan door het geven van geld, zoals je vermeldt. Daarentegen wordt het gedaan door het geven van lokaal basisvoedsel. Elke dag dient er dus een halve Saac van lokaal basisvoedsel te worden gegeven. Een halve Saac is ongeveer gelijk aan anderhalf kilo.
Je dient dus dagelijks deze hoeveelheid aan lokaal basisvoedsel te geven en niet in geld. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“En degenen die alleen met grote moeite kunnen vasten, kopen het af door een behoeftige te voeden.”
(Soerat al-Baqarah: 184)
Hij noemde specifiek voedsel.”
(al-Moentaqa min Fataawa ash-Sheikh Saalih al-Fawzaan; boekdeel 3, blz. 140)
En Allah weet het het beste.
Islamqa.com
1. Een Saac is vier keer twee handenvol.