Foute stellingen

5714
Vraag:
Enkele jongeren houden er de volgende stelling op na: “Wie een ongelovige niet verkettert, is zelf een ongelovige; wie een religieuze innovator niet tot innovator bestempelt is zelf een innovator; en wie niet met ons is, is tegen ons”. Wat is uw mening hierover?
Antwoord:
We dienen ons eerst af te vragen waar deze stelling vandaan komt en wie deze heeft geïntroduceerd? Deze stelling doet mij denken aan een anekdote die verhaald werd door mijn vader in Albanië. Zo was er een geleerde die bij zijn vriend op bezoek ging en na zijn vertrek verketterde hij deze vriend van hem. Hierop werd er tegen hem gezegd: “Waarom heb jij hem verketterd?” In ons land is het namelijk zo dat de geleerden enorm worden gewaardeerd en gerespecteerd. In zoverre dat wanneer een geleerde een huis wil verlaten, zijn schoenen (door anderen) naar buiten gericht dienen te worden. Dit zodat hij zichzelf niet hoeft te vermoeien bij het aantrekken ervan.
Nadat deze geleerde zijn vriend had bezocht en vervolgens wilde vertrekken, trof hij zijn schoenen niet in de juiste positie aan. Hierop zei deze geleerde tegen zijn vriend: “Jij hebt geen respect voor de geleerden en dit betekent dat jij ook geen respect hebt voor de kennis die zij dragen. Degene die geen respect heeft voor religieuze kennis, heeft vanzelfsprekend ook geen respect voor degene die met deze kennis is gekomen, namelijk de Profeet (vrede zij met hem), vervolgens Djibriel en daarna Allah, de Verhevene. Dit is ongeloof en dus is hij een ongelovige!” De stelling die in de vraag wordt genoemd doet mij aan deze anekdote denken.
Het is absoluut geen voorwaarde dat wanneer iemand een persoon verkettert en het bewijs tegen hem levert, eenieder hem hierin moet volgen en dus deze persoon ook dient te verketteren. Dit is zo omdat het niet is uitgesloten dat deze geleerde, op basis van zijn interpretatie, tot deze conclusie is gekomen. Terwijl een andere geleerde deze interpretatie niet deelt en er een andere mening op nahoudt, wat dit onderwerp betreft.
Dit geldt tevens voor Tafsieq (het tot zondaar bestempelen) en Tabdiec (het tot innovator bestempelen). Met dit soort Fitan (verzoekingen) hebben wij vandaag de dag te kampen. Dit als gevolg van het feit dat bepaalde jongeren zich voortijds geleerd achten. Deze verbandlegging en oplegging kunnen absoluut niet opgedrongen worden aan anderen. Het betreft namelijk een kwestie die ruimte laat voor interpretatie. Zo kan een geleerde een zaak als verplicht zien, terwijl een andere geleerde dat niet ziet. Zo verschilden de vroegere en verschillen de hedendaagse geleerden nog steeds van mening als gevolg van Idjtihaad (rechtsvinding), maar niemand drong de ander zijn mening op. Het is slechts een Moeqallid – iemand die niet zelf in staat is om tot een oordeel te komen en dus afhankelijk is van anderen – die verplicht is om de mening van een ander (kritiekloos) aan te nemen. Omdat hij geen kennis heeft, dient hij zich op Taqlied te beroepen. Wat betreft een persoon met kennis; deze is niet verplicht om een geleerde zomaar te volgen die Tabdiec, Tafsieq of Takfier op een ander heeft gedaan, indien hij hier niet van overtuigd is.
Sheich Naasir ud-Dien al-Albaani
Silsilat ul-Hoedaa wan-Noer, tape 778