Vraag:
Als een persoon een ander vervloekt en de vloek wordt niet beantwoord omdat diegene het niet verdient, valt (de vloek) dan terug op de eerste persoon of niet? En is het toegestaan om een vrouw die geen Hidjaab draagt te vervloeken?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Vloeken behoort niet tot de eigenschappen van een gelovige die het niveau van complete Imaan (geloof) heeft bereikt. Het is overgeleverd door imam Ahmad in zijn Moesnad en imam at-Tirmidhie in zijn Jaamic van cAlqamah dat cAbdoellaah ibn Mascoed (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “De gelovige is geen lasteraar, noch iemand die veel vloekt, noch iemand die zich toegeeft aan onzedelijkheid of iemand die zich bezighoudt met vies gepraat.”
(at-Tirmidhie verklaarde het Hasan Gharieb)
En het is overgeleverd in as-Sahiehayn van Thaabit ibn ud-Dahhaak dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Een gelovige vervloeken is als het doden van hem.”
Hierop gebaseerd is het dus niet toegestaan voor een gelovige om iemand van zijn moslimbroeders te vervloeken, behalve degenen die Allah in Zijn Boek heeft vervloekt of die de Profeet (vrede zij met hem) heeft vervloekt.
Het is niet toegestaan om iemand vanwege zijn of haar zonde te vervloeken, zoals een vrouw die geen Hidjaab draagt e.d. In plaats hiervan dient de moslim haar op een vriendelijke wijze te adviseren en te stimuleren om de Hidjaab te dragen. Er staat een strenge waarschuwing op het onterecht vervloeken van een ander. De vloek valt namelijk terug op degene die hem ten onrechte heeft geuit. Dit wordt aangegeven door een overlevering van Aboe ad-Dardaa’ die zei dat de Profeet (vrede zij met hem) het volgende heeft gezegd: “Wanneer een persoon iets vervloekt, stijgt zijn vloek op naar de hemel, maar de poorten van de hemel sluiten zich voor deze vloek. Vervolgens keert deze terug naar de aarde en vindt de poorten van de aarde ook gesloten. Vervolgens zoekt deze zich een uitweg naar links en rechts, maar vindt er geen enkele. De vloek keert dan terug naar degene die vervloekt werd als deze het verdient. Zo niet (dan) valt deze over degene die het heeft uitgesproken.”
(Soenan Abie Daawoed)
En Allah is de Bron van kracht. Moge Allahs zegeningen en vrede met de Profeet Mohammed en zijn familie en metgezellen zijn.
(Fataawa al-Ladjnat ud-Daa’imah, boekdeel 26, blz. 67)