Liegen om zonden te verbergen

34175

Vraag:

Is het toegestaan om te liegen om een zonde te verbergen? Bijvoorbeeld als een persoon in het geheim een zonde begaat en iemand hem hierover vraagt. Is het in zo’n geval toegestaan om te liegen om de zonde te verbergen?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er zijn vele bewijzen in de Koran en Soennah te vinden die het liegen verbieden en de ernst van de bestraffing ervan in het wereldse leven en in het Hiernamaals laten zien. Ook tonen deze dat liegen naar immoraliteit leidt en tot de eigenschappen van de hypocrieten behoort. Het is authentiek van Ibn Mascoed overgeleverd dat hij zei: “Geen enkele leugen in serieuze zaken of in grappen is gepast.”

(al-Mataalib ul-cAaliyah, boekdeel 7. blz. 493)

Al-Boekhaarie heeft in zijn boek ‘al-Adab ul-Moefrad’ overgeleverd dat cImraan ibn Hoesayn zei: “In het doen van toespelingen (d.w.z. indirect naar iets verwijzen) bevindt zich een veilige manier om leugens te vermijden.”

(Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sahieh al-Adab ul-Moefrad)

Dat wil zeggen dat het doen van toespelingen met woorden (d.w.z. met woorden indirect ergens naar verwijzen) ruimte geeft aan een persoon, waardoor hij niet opzettelijk hoeft te liegen.

Als iemand een zonde pleegt en deze door Allah wordt bedekt, dan is het voor hem niet toegestaan om erover te praten en de bedekking (van zijn zonde) te onthullen. Het is door al-Boekhaarie en Moeslim overgeleverd dat Aboe Hoerayrah de Profeet (vrede zij met hem) heeft horen zeggen: Ieder lid van mijn Oemmah (d.w.z. gemeenschap) zal vergeven worden, behalve degenen die hun zonden openbaar maken. Tot het openbaar maken van zonden, behoort een persoon die ‘s nachts een daad verricht en in de ochtend opstaat, terwijl Allah hem heeft bedekt, en zegt: “O die en die, ik heb gisteren dat en dat gedaan.” Hij heeft de nacht doorgebracht, terwijl zijn Heer hem (zijn zonden) heeft bedekt, en in de ochtend onthult hij deze bedekking.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Het is vereist dat de zondaar zich verbergt met de Bedekking van Allah die Hij aan Zijn dienaren schenkt. Want wie door Allah in deze wereld is bedekt (van zijn zonden) en niet heeft onthuld, Hij zal hem in het Hiernamaals bedekken. Maar dit betekent niet dat het vragen om vergeving en het tonen van berouw van zonden, kan worden nagelaten. Hij dient juist de stap te zetten naar het tonen van berouw, terug te keren naar Allah, en zichzelf te bedekken en zijn situatie niet te onthullen.

Wie dus een zonde pleegt tegenover Allah, dient de stap naar berouw te maken, zijn zonden te bedekken en niet erover te praten. Wanneer iemand hem ernaar vraagt, dan vertelt hij hem niet dat hij in die zonde is vervallen. Tegelijkertijd mag hij niet liegen. Wanneer de vrager erachter komt, dan ontwijkt hij (d.w.z. de bevraagde) en dient hij toespelingen (indirecte verwijzingen) of dubbelzinnige uitspraken te gebruiken. Bijvoorbeeld door te zeggen: “Geloof jij echt dat ik zoiets zou doen?” Zo laat hij hem denken dat hij het niet zou doen. Of hij zegt: “Dit wordt slechts gedaan door onwetenden.” Hiermee bedoelt hij dan dat hij in die tijd van die zonde onwetend was en daarna berouw heeft getoond.

Het doen van toespelingen is breed. Het is niet erg om deze te gebruiken in gevallen van noodzaak. Dit kan worden gedaan uit vrees om niet in leugens te vervallen.

En Allah weet het het beste.

Islamqa.com