Voor de grap ‘je bent een mongool’ zeggen?

Vraag:

Ik heb twee vragen;

De eerste vraag: Is het toegestaan om grappen te maken en elkaar op spottende wijze te beledigen binnen de familie, vooral tussen broers? Zoals bijvoorbeeld zeggen: “Je bent gek” of “Je bent een mongool,” of hem nog erger te beledigen door hem een hond of een ezel te noemen, of te zeggen: Ik ga je gezicht verbouwen, op een spottende, grappige manier?

De tweede vraag luidt: onder mijn vrienden maken we vaak veel grappen en vechten we op speelse wijze met elkaar, of werpen we elkaar op de grond – zoals in de tijd van de Boodschapper (vrede zij met hem) – of we doen andere dingen, zoals slaan met de hand, schoppen of een kopstoot geven.  maar dit alles gebeurt op een speelse en grappige manier. Is dat toegestaan? En als het is toegestaan, zijn hier dan specifieke richtlijnen voor? Hebben de geleerden hierover iets gezegd?

Antwoord:

Alle lof zij Allah. En moge vrede en zegeningen met de Boodschapper van Allah.

Allereerst;

De moslim behoort zijn leven te benutten door altijd zijn best te doen goede daden te verrichten, zijn tijd optimaal te benutten zijn goede daden te vermeerderen en zich voor te bereiden op de Dag der Opstanding. Dit in gehoorzaamheid aan de Woorden van Allah, de Verhevene, zeggende (interpretatie van de betekenis):

“En haast u naar vergeving van uw Heer en naar een Paradijs zo wijd als de hemelen en de aarde, dat is voorbereid voor de godsvruchtigen.”

(Soerat Aali ʿImraan: 133)

ʿAbdullah ibn ʿUmar (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) hield mij bij de schouder en zei: “Wees in deze wereld alsof je een vreemdeling of als een reiziger bent.”

(al-Boekhaarie)

Ibn ʿOmar (moge Allah tevreden met hem zijn) was gewoon te zeggen: “Wanneer de avond aanbreekt, verwacht dan niet de ochtend te zien. En als de ochtend aanbreekt, verwacht dan niet de avond te zien. En benut je gezondheid voor ziekte, en je leven voor je dood.”

(al-Boekhaarie)

Maar deze vastberadenheid en inspanning wordt niet tenietgedaan door af en toe te grappen en speels te zijn, zoals de Profeet (vrede zij met hem) soms placht te grappen en speels te zijn met zijn metgezellen.

Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) overleverde dat zij zeiden: “O Boodschapper van Allah, u grapt soms met ons.” Waarop hij antwoordde: “Zeker, maar ik zeg niets anders dan wat waar is.”

(at-Tirmidhie, authentiek verklaard door al-Albaanie)

Ibn ʿOmar (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zij: “Zeker, ik maak grappen, maar ik zeg niets anders dan wat waar is.”

(at-Tabaraanie, authentiek verklaard door al-Albaanie)

Om grappen en speelsheid zoals die van de Profeet (vrede zij met hem) te laten zijn, mogen zij de ernst en oprechtheid niet ondermijnen, maar dienen zij deze juist te versterken.

Daarom dient de moslim (bij het maken van grappen of het speels zijn) op één van twee doelen te letten: óf om zijn metgezellen en broeders op hun gemak te stellen. Dit zodat de liefde tussen hen toeneemt en hun onderlinge band wordt versterkt. Of om te ontspannen na inspanning en serieus werk, en zichzelf weer op te laden voor toekomstige taken, door verveling en vermoeidheid te verlichten.

Al-Maawardie (moge Allah genadig met hem zijn) zei: “De wijze persoon, wanneer hij zich wendt tot grappen en speelsheid, streeft één van twee doelen na en er is geen derde: Het eerste is om zijn metgezellen op hun gemak te stellen en vriendelijk te zijn met degenen met wie hij omgaat. Dit kan gebeuren door het gebruik van vriendelijke woorden en het verrichten van goede daden.

Saʿied ibn al-ʿAas zei tegen zijn zoon: “Wees gematigd in je grappen en speelsheid, want overdrijving daarin leidt tot verlies van respect en moedigt dwaze mensen aan om onbeleefd tegen je te spreken. Maar te weinig speelsheid kan ertoe leiden dat je metgezellen je mijden en zich ongemakkelijk bij je voelen.

Het tweede doel is om verveling en spanning te verlichten door middel van grappen en speelsheid. Er is gezegd dat degene die iets op zijn borst draagt diep moet ademhalen. Zoals Aboel-Fath al-Bastie in een gedicht:

Help jezelf na zware inspanning door wat rust te nemen, dan zul je je beter voelen, en enige grappen en speelsheid kunnen verlichting bieden; maar als je een grap maakt, laat het dan slechts zijn zoals men zout aan voedsel toevoegt. De grappen en speelsheid van de Profeet (vrede zij met hem) waren van deze aard.”

(Adab ad-Doenya wad-Dien, blz. 319)

Kortom: wanneer de moslim een grap maakt of zich speels gedraagt, dient dat om een goede reden te zijn, en niet omdat hij niets te doen heeft en slechts de tijd wil doorkomen.

En dit dient op een wijze te gebeuren die niet in strijd is met de islamitische richtlijnen, zoals blijkt uit de overleveringen van Aboe Hoerayrah en Ibn ʿOmar (moge Allah tevreden met hen zijn).

Ten tweede;

Het maken van grappen met de woorden en uitdrukkingen die in jouw vraag zijn genoemd, is een vorm van grappen maken die niet toegestaan en verboden is.

1. Omdat dit in strijd is met het bevel van Allah om goede woorden te spreken en mensen niet met beledigende bijnamen aan te spreken. Allah, de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

En (gedenk) toen Wij een verbond sloten met de Kinderen van Israël (zeggende): “Aanbid niemand behalve Allah, en wees goed voor jouw ouders en de verwanten, de wezen en de behoeftigen, en spreek goed tot de mensen, verricht het gebed en geef de zakaat.” Toen wendden jullie je af, behalve enkelen van jullie, en jullie schonken er geen aandacht aan.”

(Soerat al-Baqarah:  319)

“O jullie die geloven, laat geen groep een andere groep bespotten; het kan zijn dat zij die bespot worden beter zijn dan degenen die spotten. En laat (sommige) vrouwen geen andere vrouwen bespotten; het kan zijn dat zij die bespot worden beter zijn dan degenen die spotten. En belaster elkaar niet, en beledig elkaar niet met bijnamen. Wat een slechte zaak is het om een onrechtpleger genoemd te worden nadat men geloofd heeft. En wie geen berouw toont, zij zijn de onrechtplegers.”

(Soerat al-Hoedjoeraat:  11)

2. Het noemen van mensen met de bewoordingen waarnaar jij verwijst, is de manier waarop de Shaytaan vijandschap en wrok onder de moslims aanwakkert. Allah, de Verhevene, zegt:

“En zeg tegen Mijn dienaren dat zij slechts het beste moeten spreken. Want Shaytaan zaait onenigheid onder hen. Voorzeker, de Shaytaan is voor de mens een duidelijke vijand.”

(Soerat al-Israa’:  53)

3. Dit zijn openlijk beledigende woorden en uitlatingen. Het is daarom niet toegestaan zulke dingen te zeggen, zelfs niet als degene tot wie deze woorden gericht zijn daarmee instemt.

4. Het uiten van zulke slechte en onbetamelijke woorden, en het tot een gewoonte maken om dat te doen, druist in tegen de goede manieren en prijzenswaardige eigenschappen die een gelovige behoort te hebben en die Allah voor Zijn dienaren liefheeft. ʿAbdoellah ibn Masʿoed (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De gelovige houdt zich niet bezig met lasteren of het vervloeken van anderen, en hij is evenmin immoreel of grof in zijn taalgebruik.”

(at-Tirmidhie, authentiek verklaard door al-Albaanie)

Ten derde;

Met betrekking tot het fysiek speels omgaan met broeders en vrienden, zoals slaan met de hand, kopstoten, worstelen en dergelijke:

  • Als dat speels omgaan op een manier gebeurt die normaal gesproken geen schade veroorzaakt en geen vernedering met zich meebrengt, en de andere partij stemt in met dit soort speels gedrag, en het slechts af en toe en op geschikte momenten plaatsvindt, dan lijkt er in dit geval geen reden te zijn om het te verbieden. De metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) gooiden af en toe stukjes meloenschil naar elkaar, maar wanneer zij met serieuze zaken werden geconfronteerd, waren het echte mannen (hiermee bedoelend dat ze serieus waren en vol vastberadenheid).

(al-Boekhaarie in al-Adab ul-Moefrad, authentiek verklaard door al-Albaanie)

Je dient echter geschikte tijden en omstandigheden te kiezen voor dergelijke grappen en speels gedrag. Dit zodat het niet leidt tot vijandschap en ruzie. Soefyaan ibn ʿOeyaynah zei: “Grappen maken behoort tot de Soennah. Maar alleen voor degene die dit op de juiste manier en op het juiste moment en de juiste plaats doet.”

Maar als dat soort grappen en speels gedrag gewoonlijk schade of pijn veroorzaakt, of vernedering met zich meebrengt, dan is het in dat geval niet toegestaan:

1. Dit omdat het kwetsend is en een ander schade berokkent. Het is niet toegestaan mensen zonder geldige reden kwaad te doet. Vooral niet wanneer zulke grappen en speels gedrag de liefde en het respect tussen broeders niet bevordert. Daarentegen leidt het tot verlies van respect en waardigheid, en moedigt jongeren aan om zich brutaal tegenover ouderen te gedragen. De moslim is degene voor wiens tong en handen de andere moslims veilig zijn.

ʿAbdoellah ibn ʿAmr (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De moslim is degene voor wiens tong en hand de (andere) moslims veilig zijn.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

2. Dit soort grappen en speels gedrag leidt soms tot ernstige problemen die niet kunnen worden opgelost. Ook gebeurt het weleens dat dergelijke speelsheid plaatsvindt op een moment dat degene die het ondergaat in een slechte stemming is, waardoor het speelse gedrag uitmondt in ruzie, discussie en haat. Zit zoals we soms zien.

Concluderend;

Grappen en speels gedrag kunnen op deze manier schadelijk zijn en tot negatieve gevolgen leiden, terwijl ze geen werkelijk nut hebben. Daarom is dit iets wat niet is toegestaan.

En Allah weet het het best.

Islamqa.com