Het bezoeken van de berg cArafah

4758
Vraag:
Sommige bedevaartgangers zetten zichzelf, voor of na de bedevaart, aan tot het bezoeken van de berg cArafah en verrichten daarginds het gebed. Wat is het Islamitische wetsoordeel hierover?
Antwoord:
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Profeet, diens familie en metgezellen.
Deze vraag werd voorgelegd aan Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien (moge Allah hem begenadigen), waarop hij antwoordde: “De regelgeving hieromtrent, zoals welbekend is in de Islamitische Wetgeving, is dat eenieder die Allah placht te aanbidden op een manier die niet door Allah is voorgeschreven zich schuldig maakt aan nieuwlichterij. Hiervan uitgaande weten we dat het bezoeken van deze berg om daar het gebed te verrichten, deze aan te raken voor zegeningen en andere soortgelijke zaken, behoren tot nieuwlichterij. Degene die zich hier schuldig aan maakt, dient hierop gewezen te worden en te worden verteld dat er niets speciaals is aan deze berg, behalve het feit dat het tot de Soennah behoort om op de dag van cArafah te staan bij het gesteente. Zo stond de Profeet (vrede zij met hem) bij het gesteente en zei: “Ik sta hier, maar heel cArafah is een plaats om te staan.”
Al met al is er geen noodzaak dat men het zichzelf moeilijk maakt op de dag van cArafah door de berg te beklimmen en zich wellicht af te scheiden van zijn groepsgenoten. Dit alles terwijl men lijdt onder de hitte, kampt met dorst en ondertussen wellicht ook zondigt, door het verrichten van iets dat Allah niet heeft opgedragen.
En vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.
Daliel ul-Akhta’ allati yaqaca fiha al-Haddj wal Moectamir
www.islamqa.com