Het vieren van de nacht- en hemelreis van de Profeet (vrede zij met hem)

15539

Vraag:

Wat is het oordeel betreffende het vieren van de nachtreis en de hemelvaart op de zevenentwintigste nacht van de maand Radjab?

Antwoord:

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper, diens familie en metgezellen.

Er bestaat geen twijfel dat de Israa’ wal Miʿraadj (de nachtreis en hemelvaart van de Profeet -vrede zij met hem-), behoren tot twee grootse Tekenen van Allah die duiden op de trouwhartigheid van Zijn Boodschapper Mohammed (vrede zij met hem) en zijn verheven status bij Allah. Ook behoren deze tot de tekenen die getuigen van de grootse Kracht van Allah en Diens Verhevenheid boven Zijn schepping. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Verheven is Degene Die ’s nachts Zijn dienaar (Mohammed –vrede zij met hem) van Masdjied ul-Haraam naar de Masjied ul-Aqsaa heeft gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend. Zodat Wij hem van Onze Tekenen lieten zien. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende.”

(Soerat al-Israa’: 1)

Er zijn overleveringen van het kaliber ‘Moetawaatir’ (overleveringen die door grote aantallen zijn overgeleverd) waarin de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd dat hij werd opgenomen naar de hemelen. Daar werden de poorten voor hem geopend. Hij reisde voorbij de zevende hemel waar zijn Heer tot hem sprak, zoals Hij dat wenste. Daar werden hem de vijf dagelijkse gebeden voorgeschreven. In eerste instantie legde Allah, de Verhevene, vijftig verplichte gebeden op. Echter bleef onze Profeet Mohammed (vrede zij met hem) teruggaan en vragen om vermindering, totdat Hij deze reduceerde tot vijf gebeden. Het zijn dus vijf verplichte gebeden maar met een beloning van vijftig, aangezien elke goede daad tienvoudig wordt beloond. Alle lof zij Allah en Hem danken wij voor Zijn Zegeningen

Met betrekking tot de nachtreis en de hemelvaart is er geen authentieke overlevering die er op wijst dat deze zouden hebben plaatsgevonden in de maand Radjab of een andere maand. Volgens de hadith-geleerden kunnen de overleveringen die duiden op een specifieke datum voor deze gebeurtenissen niet teruggevoerd worden naar de Profeet (vrede zij met hem).

Het behoort tot de Wijsheid van Allah om de mensheid deze datum te laten vergeten. Zelfs als de datum ervoor zou worden bewezen, zou het niet toegestaan zijn voor de moslims deze uit te zonderen voor specifieke daden van aanbidding. De Profeet (vrede zij met hem) en zijn metgezellen (moge Allah weltevreden zijn met hen allen) hebben dit namelijk nooit gevierd of op één of andere manier uitgezonderd. Als het vieren ervan voorgeschreven zou zijn in de Islam, dan zou de Boodschapper (vrede zij met hem) dit aan zijn gemeenschap hebben laten weten, hetzij in woord of daad. Als zoiets zou zijn gebeurd, dan zou dit bekend zijn en zouden zijn metgezellen deze informatie aan ons hebben overgedragen. Zij leverden alles over van de Profeet (vrede zij met hem) wat zijn gemeenschap dient te weten en waren niet onachtzaam in enig aspect van de religie. Daarentegen waren zij de eersten in het verrichten van het goede. Als het vieren van deze nacht voorgeschreven zou zijn in de Islam, dan zouden zij de eersten zijn die dit gedaan hadden.

De Profeet (vrede zij met hem) was de meest trouwe persoon en bracht de Boodschap in zijn geheel aan de mensen over. Als het hoogachten en vieren van deze nacht een onderdeel zou zijn van de religie van Allah, dan zou de Profeet (vrede zij met hem) dat hebben gedaan en dit niet verborgen hebben gehouden. Aangezien zoiets nooit is gebeurd, is het duidelijk dat het hoogachten en vieren ervan absoluut geen onderdeel is van de Islam. Allah heeft de religie van deze gemeenschap vervolmaakt en volledig gemaakt. Ook heeft Hij degene veroordeeld die iets toevoegt aan de religie, terwijl Allah dat niet verordend heeft. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Vandaag heb Ik jullie godsdienst vervolmaakt en heb Ik Mijn Gunst voor jullie volledig gemaakt en ben Ik tevreden met de Islam als godsdienst voor jullie.”

(Soerat al-Maa’idah: 3)

Ook zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Hebben zij deelgenoten die hun in de godsdienst dat voorschrijven waartoe Allah geen toestemming heeft gegeven?”

(Soerat ash-Shoeraa: 21)

Middels een authentieke overlevering is het bewezen dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) waarschuwde voor religieuze innovaties en dat hij (vrede zij met hem) duidelijk heeft verklaard dat deze tot de dwaling behoren. Dit om de gemeenschap de ernst hiervan te tonen en hen hiervan af te houden. Zo is het in de twee authentieke boekwerken overgeleverd van ʿAaishah (moge Allah weltevreden zijn met haar) dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat niet hiertoe behoort, het zal verworpen worden.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

In een andere overlevering lezen wij dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wie een daad verricht die niet in overeenstemming is met onze zaak (geloof), het zal verworpen worden.”

(Moeslim)

Ook is het overgeleverd dat Djaabir (moge Allah weltevreden zijn met hem) heeft gezegd: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) was gewoon in zijn vrijdagspreek te zeggen: ,,Het beste woord is het Boek van Allah en de beste leiding is de leiding van Mohammed. De slechtste zaken zijn de innovaties en iedere nieuwlichterij is een dwaling.”

(Moeslim en an-Nasaa’ie)

Middels een correcte keten wordt hier aan toegevoegd: “En elke dwaling leidt naar het hellevuur.”

(an-Nasaa’ie)

In de Soennah staat overgeleverd dat al-ʿIrbaad ibnoe Saariyah (moge Allah weltevreden zijn met hem) heeft gezegd: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) sprak ons eens toe waardoor de harten sidderden en de tranen plengden. Toen zeiden wij (de metgezellen): ,,O Boodschapper van Allah, dit heeft veel weg van een afscheidspreek. Geef ons daarom advies.” Hij zei: ,,Ik adviseer jullie godsvruchtig te zijn, gehoor te geven en te gehoorzamen, zelfs al wordt een slaaf als leider over jullie aangesteld. Waarlijk, wie van jullie (na mij) in leven zal zijn, zal veel verschillen waarnemen. Houdt jullie dan ook vast aan mijn handelswijze en de handelswijze van de rechtgeleide en rechtschapen kaliefen. Bijt jullie erin vast met de (achterste) kiezen en wees gewaarschuwd voor nieuwlichterijen. Want waarlijk elke (religieuze) innovatie is een afdwaling.”

(Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)

En zo zijn er meerdere overleveringen te vinden met dezelfde betekenis.

De metgezellen van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en de vrome voorgangers na hen, hebben gewaarschuwd voor religieuze innovaties, aangezien dit niets meer is dan het toevoegen van zaken aan de religie en het instellen van een religie die Allah niet heeft voorgeschreven. Ook is het een imitatie van de tegenstanders van Allah, de kinderen van Israël en de christenen, in hun toevoegingen aan hun religies en het introduceren van zaken die Allah niet heeft voorgeschreven. Het impliceert ook dat er iets zou ontbreken aan de Islam en dat deze niet vervolmaakt zou zijn. Tevens is het welbekend dat dit leidt tot grootse ellende en kwaad en dat dit tegen het vers ingaat waarin Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Vandaag heb Ik jullie godsdienst vervolmaakt en heb Ik Mijn Gunst voor jullie volledig gemaakt en ben Ik tevreden met de Islam als godsdienst voor jullie.”

(Soerat al-Maa’idah: 3)

Daarnaast gaat het ook in tegen de uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem) waarin hij waarschuwde tegen elke religieuze innovatie.

Ik hoop dat de bewijzen die wij hebben aangehaald duidelijk weergeven dat deze nieuwlichterij, namelijk het vieren van de nachtreis en hemelvaart, op geen enkele wijze onderdeel uitmaakt van ons geloof. Tevens hoop ik dat deze toereikend zullen zijn ter overtuiging van degenen die op zoek zijn naar de waarheid.

Dit omdat Allah heeft opgedragen om oprecht te zijn jegens de moslims, uit te leggen wat Hij heeft voorgeschreven in Zijn religie en het verboden heeft om kennis hieromtrent verborgen te houden. Omdat deze religieuze innovatie in veel gebieden wijdverspreid is en velen wellicht denken dat dit een onderdeel is van de religie, dacht ik er goed aan te doen mijn moslimbroeders hierop te wijzen.

Allah is Degene Die wij vragen om de zaken van de moslims correct te laten zijn en hen te zegenen met kennis over de Islam. Ik vraag Hem ons en hen te helpen standvastig te zijn op de Waarheid en alles wat dit tegengaat te verlaten; en Hij is hiertoe in staat.

Moge Allah Zijn dienaar en Boodschapper, onze Profeet Mohammed, diens familie en metgezellen zegenen.

Sheikh ʿAbd ul-ʿAziez ibn Baaz

www.islamqa.com