Hoe komt het dat iemand een smeekbede verricht en deze niet…

19926

Vraag:

Hoe komt het dat iemand een smeekbede verricht en deze niet verhoord wordt, terwijl Allah in de Koran zegt (interpretatie van de betekenis):

“En jullie Heer zei: ,,Roep Mij aan, dan geef Ik gehoor aan jullie.”

(Soerat Ghaafir: 60)

Antwoord:

Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden en vrede en zegeningen zij met onze Profeet (vrede zij met hem), zijn familie en al zijn metgezellen. Ik vraag Allah, de Verhevene om mij en de moslims succes te schenken in onze overtuiging, uitspraken en daden.

Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En jullie Heer zei: ,,Roep Mij aan, dan geef Ik gehoor aan jullie. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden, zullen (zeker) vernederd de Hel binnentreden.”

(Soerat Ghaafir: 60)

Waar de steller van deze vraag op doelt, is dat men wel eens Allah aanroept en vervolgens niet verhoord wordt. Het bovengenoemde vers brengt de persoon wellicht in verwarring, aangezien Allah daarin de dienaar belooft zijn smeekbede te verhoren. En Allah breekt Zijn Beloften niet! Het antwoord op deze vraag luidt als volgt:

Het verhoren van de smeekbeden is verbonden aan een aantal voorwaarden.

Ten eerste dient een dienaar zijn smeekbede met Ikhlaas (een zuivere toewijding) te richten tot Allah. Hij dient zich volledig bewust te zijn van het feit dat hij oprecht en alleen Allah mag smeken. Wetend dat alleen Allah bij machte is zijn smeekbede te verhoren en hopend op het verhoor van Allah, de Verhevene.

De tweede voorwaarde is dat de dienaar moet beseffen dat hij volledig afhankelijk is van Allah en dat alleen Allah de in nood verkerende behoeftige kan helpen. Wanneer de dienaar Allah aanroept en niet beseft afhankelijk te zijn van Allah en dit alleen doet uit gewoonte, zijn smeekbede zal dan niet worden verhoord.

De derde voorwaarde is dat de dienaar zich verre dient te houden van verboden zaken, want verboden zaken vormen een obstakel tussen een dienaar en het doen verhoren van zijn smeekbede.

Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Allah, de Verhevene is goed en accepteert alleen datgene wat goed is. En Allah heeft de gelovigen datgene opgedragen wat Hij de Boodschappers heeft opgedragen.

Hij, de Verhevene heeft gezegd (interpretatie van de betekenis): “O Boodschappers, eet van het goede en verricht goede daden. Voorwaar, Ik ben Alwetend over wat jullie doen.”

(Soerat al-Moe’minoen: 51)

Allah zegt tevens (interpretatie van de betekenis):

“O jullie die geloven, eet van de goedheden waarmee Wij jullie hebben voorzien.”

(Soerat al-Baqarah: 172)

Daarna vertelde hij (vrede zij met hem) over een man, die een lange reis had gemaakt, met verwarde haren en onder het stof, zijn handen ter hemel strekte, en zei: ,,O mijn Heer! O mijn Heer!” Dit terwijl zijn eten haraam is, en zijn drinken haraam is en zijn kleding haraam is en hij van haraam wordt gevoed. Hoe kan hij dan ooit verhoord worden?!”

(Moeslim)

Hier geeft de Profeet (vrede zij met hem) te kennen dat deze man niet verhoord zal worden, hoewel deze man aan alle uiterlijke vereisten voldeed, waardoor een smeekbede verhoord zou moeten worden.

Het eerste is het ter hemel heffen van de handen, oftewel tot Allah, de Verhevene. Want Allah bevindt Zich boven de zeven Hemelen en boven Zijn Troon. Het heffen van de handen tot Allah behoort tot de redenen van acceptatie van een smeekbede. Zoals naar voren komt in de overlevering van Imam Ahmad in zijn boek al-Moesnad: “Allah is Schaamtevol en Edel, het betaamt Hem daarom ook niet dat wanneer Zijn dienaar zijn handen tot Hem heft, dat Hij deze leeg terugstuurt.” (i.e. dat Hij de smeekbede niet verhoort).

De tweede uiterlijke vereiste is dat deze man Allah aanroept middels de naam ar-Rabb (de Heer), zeggende O mijn Heer, O mijn Heer! Het aanroepen van Allah middels deze Naam is een aanleiding tot acceptatie van een smeekbede, omdat ar-Rabb de Schepper, de Koning en de Bestuurder is van alle zaken. En tot Hem behoren de sleutels van de hemelen en aarde. Daarom worden de meeste smeekbeden die in de Koran staan geïnitieerd met deze Naam. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Onze Heer, voorwaar,wij hebben een oproeper (d.w.z. Mohammed) gehoord die oproept tot het geloof: “Geloof in jullie Heer.” En wij hebben geloofd. Onze Heer, vergeef ons onze zonden en scheld ons onze slechte daden kwijt en laat ons sterven met de weldoeners. Onze Heer, schenk ons wat U ons heeft beloofd via Uw Boodschappers en breng ons niet te schande op de Dag der Opstanding. Voorwaar, U verbreekt Uw Belofte nooit.” Dus gaf hun Heer gehoor aan hen (en Hij zei): “Nooit laat Ik het werk van iemand van jullie verloren gaan, of het nu een man of een vrouw betreft. Jullie komen uit elkaar voort.”

(Soerat Aali cImraan: 193-195)

Dus het zoeken van toenadering tot Allah middels deze Naam behoort tot de redenen van acceptatie van de smeekbede.

De derde vereiste is dat de genoemde man in de overlevering op reis was. En het op reis zijn behoort ook tot één van de redenen van acceptatie van een smeekbede. Op een reis beseft een mens namelijk meer dat hij Allah nodig heeft dan wanneer hij zich thuis tussen zijn familieleden bevindt. Ook geeft de toestand van de man in deze overlevering duidelijk weer hoe sterk hij in nood zit, waardoor hij zich tot Allah wendt en volledig beseft dat hij van Hem afhankelijk is. Dit is eveneens één van de redenen van

acceptatie. Dit leren wij uit de volgende overlevering van de Profeet (vrede zij met hem): “Voorwaar, Allah de Meest Machtige en de Meest Sublieme, schept bij Zijn engelen op wanneer Hij spreekt over de mensen die zich op de avond van cArafah op de berg cArafah bevinden en Hij zegt: ,,Kijk naar mijn dienaren die verwilderd en onder het stof naar Mij toe zijn gekomen.”

(Ahmad, at-Tabaraani, ibnoe Hibbaan, al-Haakim en authentiek verklaard door adh-Dhahabi)

Bovengenoemde zaken behoren tot de redenen van acceptatie. Een smeekbede zal niet verhoord worden zolang iemands voedsel haraam is en zijn kleding en schoeisel haraam zijn. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Hoe kan hij dan ooit verhoord worden?!” Als de meerderheid van deze vereisten niet aanwezig zijn, dan zal het verhoren van deze smeekbede achterblijven. Als zij wel grotendeels aanwezig zijn en de smeekbede wordt niet verhoord, dan is dit vanwege de wijsheid van Allah. Alleen Hij heeft daar weet van en de smekende niet. Het kan namelijk zijn dat men iets begeert, terwijl datgene waar hij voor smeekt niet goed voor hem is. Als er voldaan is aan de vereisten en de smeekbede wordt desondanks niet verhoord, dan kan er sprake zijn van de volgende situaties:

-Allah kan in plaats van het verhoren van de smekende, hem weerhouden van iets dat slecht is voor hem;

-Allah bewaart datgene voor hem tot de Dag des Oordeels en zal hem daar veel meer belonen. Want als de smekende voldaan heeft aan de vereisten en hij is niet verhoord en niet weerhouden van enig kwaad, dan is dit puur vanwege de Wijsheid van Allah en in dit geval wordt de persoon dubbel beloond, eenmaal voor het verrichten van de smeekbede en andermaal voor de tegenslag, omdat zijn smeekbede niet verhoord is in het wereldse. Voor hem wordt een grotere en volledigere beloning bij Allah bewaard;

-Ook is het van belang dat men het verhoren van zijn smeekbede niet te snel verwacht, want dit kan een reden zijn om zijn smeekbede niet te verhoren. Zoals dit naar voren komt in de volgende overlevering van de profeet (vrede zij met hem): “Er wordt van één van jullie verhoord, zolang hij niet overhaastig is.” De metgezellen vroegen: “Hoe kan hij overhaastig zijn?” Waarop de profeet (vrede zij met hem) antwoordde: “Wanneer hij zegt: ,,Ik heb gesmeekt, maar ik ben niet verhoord.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Men dient niet ongeduldig te wachten op het verhoord worden van zijn smeekbede en vervolgens wanhopig te worden, waardoor hij stopt met smeken. Hij dient echter te volharden in zijn smeekbeden, omdat alle smeekbeden die hij tot Allah verricht een aanbidding zijn, hem dichter bij Allah brengen en zijn beloningen doen vermeerderen.

Beste broeder, jou rest niets anders dan Allah te smeken aangaande jouw gemeenschappelijke en persoonlijke zaken, zowel in voor- als tegenspoed. Alleen het feit dat een smeekbede tot aanbidding behoort, is al reden genoeg om hier waakzaam over te zijn en hier geduldig in te volharden.

Sheikh ibn al-cOethaymien

(Fataawa cOelamaa’ ahlil-Bilaad al-Haraam; blz. 1665)