Hoe zit het met de goddelijke neerdaling?

19331

Vraag:

De Profeet (vrede zij met hem) zei: Allah daalt iedere nacht neer gedurende het laatste derde deel van de nacht…”. Mijn vraag is: Wanneer begint het laatste derde deel van de nacht en wanneer eindigt het? En hoe vindt de Neerdaling van Allah plaats in verschillende landen?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er zijn Moetawaatir overleveringen (overleveringen die door grote aantallen metgezellen zijn verhaald) van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) die het Neerdalen van Allah bewijzen. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Onze Heer daalt iedere nacht neer gedurende het laatste derde deel van de nacht en zegt: “Wie smeekt Mij zodat ik hem kan antwoorden? Wie vraagt Mij zodat ik hem kan geven? Wie zoekt Mijn Vergiffenis, zodat Ik hem kan vergeven?”

(Moeslim)

Ahl us-Soennah wal-Djamaacah is het er unaniem over eens dat Allah neerdaalt op een Wijze die Hem schikt, en dat Hij wat betreft Zijn Eigenschappen in geen enkel opzicht te vergelijken is met Zijn schepping. De Verhevene zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (O Mohammed): “Hij is Allah, de Enige. Allah is de Enige van Wie al het geschapene afhankelijk is. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt. En niet één is aan Hem gelijkwaardig.”

(Soerat al-Ikhlaas: 1-4)

Ook zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“…niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende.”

(Soerat ash-Shoeraa: 11)

Volgens Ahl us-Soennah wal-Djamaacah dienen we de verzen en overleveringen die spreken over de Eigenschappen van Allah te accepteren zoals ze zijn. Zonder deze te verdraaien, te ontkennen, er een hoedanigheid aan te geven of Hem te vergelijken met Zijn schepping. Tevens dienen wij in deze Eigenschappen te geloven, en te geloven dat hetgeen gezegd is in deze teksten waar is, zonder Allah te vergelijken met Zijn schepping of de hoedanigheid van Zijn Eigenschappen ter discussie te stellen.

Hun mening over Zijn Eigenschappen is zoals hun opvatting over Zijn Wezen. Ahl us-Soennah wal-Djamaacah bevestigt het Wezen van Allah zonder de hoedanigheid te bespreken, of Hem te vergelijken met Zijn schepping. En daarom dienen wij ook Zijn Eigenschappen te bevestigen zonder de hoedanigheid ervan te bediscussiëren, of deze Eigenschappen te vergelijken met de eigenschappen van Zijn schepping.

Het Neerdalen van Allah gebeurt in elk land op een wijze die Allah betaamt. De wijze waarop Allah neerdaalt kan op geen enkele wijze vergeleken worden met hoe Zijn schepping neerdaalt. Hij, de Verhevene, daalt neer in de laatste deel van de nacht – in alle delen van de wereld -, op een wijze die hoort bij Zijn Verhevenheid. Niemand kan weten hoe Hij neerdaalt, net zoals niemand kan weten hoe Zijn Wezen is, behalve Hijzelf. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“…niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende.”

(Soerat ash-Shoeraa: 11)

Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):

“Maak dus geen gelijkenissen (afgoden) van Allah. Voorwaar, Allah weet en jullie weten niet.”

(Soerat an-Nahl: 74)

Het eerste en laatste derde deel van de nacht verschillen naargelang het seizoen. Indien de nacht bijvoorbeeld negen uur lang is, dan begint de tijd van Neerdalen bij aanvang van het zevende uur, tot zonsopgang. Als de nacht twaalf uur lang is, dan begint de laatste derde deel bij aanvang van het negende uur, tot zonsopgang. Het is dus afhankelijk van hoe lang of hoe kort de nacht is op elke plaats.

En Allah is de Bron van Kracht.

Sheikh cAbdoel-cAziez ibn cAbdillaah ibn Baaz (Madjmoec ul-Fataawa wa Maqaalaat Moetanawwicah, boekdeel 4, blz. 420)