Houd je tong in bedwang

5940

Vraag:

Hoe dienen we te handelen als we worden gevraagd over bepaalde groeperingen en sekten?

Antwoord:

Een student van kennis dient zijn tong in bedwang te houden door niet te spreken over mensen behalve wanneer er behoefte aan is. Het probleem is dat sommige studenten van kennis zichzelf hebben benoemd tot rechter tussen de mensen. Hij verricht veel goede en vrijwillige daden die zo groot zijn als bergen, zoals in de overlevering naar voren komt. Verschillende daden zoals het gebed, vasten, Hadj, onderhouden van de familiebanden en opdoen van kennis. En als hij vervolgens plaatsneemt in een zitting, dan begint hij deze goede daden uit te delen door te zeggen: "Die persoon heeft dit en dat gezegd en die geleerde heeft dit gezegd en die groepering heeft dit gedaan."

Hij deelt daarmee zijn goede daden uit aan degenen die hij beschouwt als vijanden, want als hij van ze hield dan had hij niet over ze gesproken. Daarmee vervalt hij zonder het door te hebben in datgene wat is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem): "Weten jullie wie de failliete is (op de Dag des Oordeels)?" Wij (de metgezellen van de Profeet) zeiden: "Degene die geen dirham heeft en geen bezit." Hij (vrede zij met hem) zei: "Failliet is degene die (op de Dag des Oordeels) aan komt zetten met daden zo groot als bergen, maar hij heeft die uitgescholden en die geslagen en het bloed van die vergoten en het geld van die afgenomen. En dan wordt er van zijn Hasanaat (verdiensten) weggegeven aan die en aan die. En als zijn Hasanaat op zijn voordat hij alles heeft afgelost, dan wordt er van hun slechte daden genomen en deze worden op hem geworpen en wordt hij in het Hellevuur geworpen." Terwijl hij (in het wereldse leven) dacht dat hij goed bezig was.

Het spreken over deze groeperingen dient men over te laten aan de geleerden! Zij kennen namelijk de werkelijke toestand van deze groeperingen. Jongeren kunnen spreken uit emotie of kunnen zaken overnemen zonder dit te hebben nagetrokken. De geleerden zijn over deze groeperingen gevraagd en zijn hier uitgebreid op in gegaan.

Sheikh cAbdoel-Kariem ibnoe cAbdillaah al-Khoedayr