Vraag:
Ik ben al vier jaar ziek en heb niet gevast. Moet ik het vasten later inhalen of is hier een boetedoening voor?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Allah heeft het de zieke persoon toegestaan om het vasten uit te stellen. Hij, de Verhevene, zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“…maar wie ziek is of op reis, dan is er een aantal andere dagen (om de vasten in te halen)…”
(Soerat al-Baqarah: 185)
Dit is een Gunst van Allah. Hij, de Verhevene, heeft het de zieke persoon toegestaan om niet te vasten en hem uitstel gegeven om het vasten in te halen wanneer hij weer beter is. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“…Allah wenst voor jullie het gemakkelijke en Hij wenst niet voor jullie het ongemak…”
(Soerat al-Baqarah: 185)
Als Allah jou geneest, dan kun je de gemiste dagen inhalen. Alle lof zij Allah.
Maar als de artsen hebben vastgesteld dat er geen hoop meer is op genezing van de ziekte en dat het chronisch is, dan dien je één arme persoon te voeden voor iedere dag (die je niet vast). Oude mannen en vrouwen die niet in staat zijn om te vasten moeten één arme persoon voeden voor iedere dag, door het geven van een halve Saaʿ 1 dadels, rijst of ander lokale basisvoeding. Dit is gelijk aan ongeveer anderhalve kilo, die gegeven moet worden aan een aantal arme mensen.
Indien iemand echter wacht op herstelling en de hoop heeft op genezing, dan hoeft hij de armen niet te voeden. Hij zou moeten wachten totdat Allah hem geneest. En wanneer Allah hem geneest, moet hij inhalen wat hij gemist heeft van het vasten, zelfs als het gaat om een aantal jaren. Want hij had een legitieme reden waar in dit geval geen boetedoening voor vereist is.
Sheikh ʿAbdoel-ʿAziez Ibn Baaz
(Fataawa Noer ʿalad-Darb; boekdeel 3, blz. 1225)
1. Een Saaʿ is vier keer twee handenvol.