Mag een moslima een spijkerbroek dragen?

28941
Vraag:
Is het voor de vrouw toegestaan om een spijkerbroek te dragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De plicht die op een moslima rust, is om kleding te dragen die het lichaam in het algemeen en de intieme lichaamsdelen (cAwrah) in het bijzonder bedekt. Deze kleding mag de rondingen van de vrouw niet accentueren. Dit is wel het geval wanneer een vrouw een spijkerbroek draagt. Daarom is het voor haar niet toegestaan om een spijkerbroek te dragen, behalve als zij een wijd gewaad hier overheen draagt.
De Islam verplicht de gelovige om te waken over zijn cAwrah en deze niet te tonen. Hiermee wordt namelijk de weg versperd naar wat Allah heeft verboden, zoals ontucht of het uitnodigen hiernaar.
De moslima dient zich dan ook aan de Islamitische Richtlijnen te houden met betrekking tot kleding, gedrag en manier van spreken. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes en dochters en tegen de vrouwen van de gelovigen dat zij hun overkleden (Djilbaab) over zich heen moeten laten hangen.”
(Soerat al-Ahzaab: 59)
Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):
Zeg (O Mohammed) tegen de gelovige mannen dat zij hun ogen moeten neerslaan en hun kuisheid moeten bewaken. Dat is reiner voor hen. Waarlijk, Allah is Alwetend over wat zij doen. En zeg tegen de gelovige vrouwen, dat zij hun ogen moeten neerslaan, hun kuisheid moeten bewaken, hun aantrekkelijkheden niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun aantrekkelijkheden niet vertonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of hun broers, of de zonen van hun broers, of de zonen van hun zussen, of hun vrouwen, of slavinnen, of mannelijke helpers die geen begeerte meer hebben, of de kinderen die nog geen oog hebben voor de cAwrah van vrouwen. En laten zij niet met hun voeten stampen om hun verborgen sieraden te laten kennen. En toont allen berouw aan Allah, O gelovigen. Hopelijk zullen jullie slagen.
(Soerat an-Noer: 30-31)
Sheikh cAbd ur-Rahmaan Ibn Naasir al-Barraak