Vraag:
Wat voor een boek is de Koran?
Antwoord:
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper.
De Heilige Koran is het Woord van de Heer der werelden, dat Hij aan Zijn Boodschapper Mohammed (vrede zij met hem) heeft geopenbaard om de mensheid uit de duisternissen naar het licht te voeren.
Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“Hij is Degene Die duidelijke Verzen naar Zijn dienaar doet neerdalen om jullie uit de duisternissen naar het licht te voeren. En voorwaar, Allah is voor jullie zeker Zachtmoedig en Meest Barmhartig.”
(Soerat al-Hadied: 9)
Allah heeft in de Verheven Koran duidelijk verteld over de huidige en voorgaande generaties, de schepping van de hemelen en de aarde en de uitleg van het toegestane en het verbodene. Daarnaast onderricht Allah ons over de grondslagen van handelingen en gedragingen, de regelgeving betreffende aanbiddingen en omgangsvormen, biografieën van de Profeten en vrome mensen en de verrekening van de gelovigen en ongelovigen. Ook geeft de Koran ons een beschrijving van het Paradijs en de Hel, de verblijfplaatsen van de gelovigen en ongelovigen. Voorts heeft Allah dit Verheven Boek tot een uitleg van alle zaken gemaakt.
Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En Wij hebben jou het Boek neergezonden, als een uitleg van alle zaken en als Leiding en Barmhartigheid en een verheugende tijding voor de moslims.”
(Soerat an-Nahl: 89)
De Verheven Koran geeft helderheid omtrent de Namen en Eigenschappen van Allah en al hetgeen Hij geschapen heeft. Hij roept ons op te geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers en de Dag des Oordeels.
Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“De Boodschapper gelooft in wat hem van zijn Heer is geopenbaard, en (ook) de gelovigen, allen geloven in Allah, en zijn Engelen en Zijn Boeken en Zijn Boodschappers. Wij maken geen onderscheid tussen Zijn Boodschappers. Zij zeiden: ,,Wij luisteren en wij gehoorzamen, vergeef ons, onze Heer, en tot U is de terugkeer.”
(Soerat al-Baqarah: 285)
In de Koran wordt ons de Dag der Verrekening beschreven alsmede de wederopstanding, de samenkomst en de beoordeling van de daden na de dood. Ook beschrijft de Koran het bassin (al-Hawdh), de brug (siraat), de weegschaal, gelukzaligheid en bestraffing en het verzamelen van de mensheid op de grote dag.
Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“Allah, er is geen God dan Hij! Hij zal jullie bijeenbrengen op de Dag der Opstanding waaraan geen twijfel is. En wiens woorden zijn oprechter dan die van Allah?”
(Soerat an-Nisaa’: 87)
Allah spoort ons middels de Koran aan de universele en religieuze tekenen te aanschouwen en te gedenken. Hij zegt (interpretatie van de betekenis):
“Zeg (O Mohammed): ,,Aanschouwt wat er in de hemelen op de aarde is.” Maar de Tekenen en de waarschuwingen baten niet voor een volk dat niet gelooft.”
(Soerat Yoenoes: 101)
Hij zegt (interpretatie van de betekenis):
“Denken zij niet over de Koran? Of zijn er sloten om hun harten.”
(Soerat Mohammed: 24)
En dit Verheven Boek van Allah is het Boek voor de gehele mensheid. Hij zegt (interpretatie van de betekenis):
“Voorwaar, Wij hebben in Waarheid het Boek voor de mensen aan jou gezonden. Wie dan de Leiding aanvaardt; het is ten gunste van zichzelf. Maar wie dwaalt; hij dwaalt slechts tegen zichzelf. En jij (O Mohammad) bent geen verantwoordelijke over hen.”
(Soerat az-Zoemar: 41)
De Koran is ter bevestiging van de voorgaande hemelse boeken zoals de Thora en de Bijbel en is regerend over alle hemelse boeken, zoals Allah, de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):
“En Wij hebben aan jou het Boek (de Koran) met de Waarheid neergezonden, ter bevestiging van de Schrift die eraan voorafging en ter bescherming. Oordeel dus onder hen met wat Allah neergezonden heeft. En volg niet hun begeerte om van de Waarheid die tot jou gekomen is af te wijken. Voor een ieder onder jullie hebben wij een Wet en een manier van leven bepaald. En als Allah gewild had, had hij jullie (als behorend) tot één godsdienst gemaakt, maar (Hij doet dit niet omdat Hij) jullie op de proef stelt met wat Hij jullie gegeven heeft. Wedijvert dus (op het gebied) van de goede zaken. Tot Allah is de terugkeer van jullie allemaal, en Hij zal jullie hetgeen waarover jullie van mening verschillen vertellen.”
(Soerat al-Maa’idah: 48)
Sinds de neerdaling van de Koran, is dit het boek dat leidend is voor de gehele mensheid tot het aanbreken van het Uur.
“Maar degenen die de Tekenen van Ons loochenen: hen treft de bestraffing wegens de zware zonden die zij plachten te begaan.”
(Soerat al-Ancaam: 49)
Vanwege de grootsheid van de Koran betreffende de tekenen, wonderen, voorbeelden en leringen en natuurlijk niet te vergeten de welbespraaktheid en uitmuntende stijl van uitleg, zegt Allah over de Koran (interpretatie van de betekenis):
“Als Wij deze Koran tot een berg hadden neergezonden, dan had jij deze zich zeker zien onderwerpen en zich splijten uit vrees voor Allah. Dat zijn de voorbeelden die wij de mens geven. Opdat zij zich zullen laten vermanen.”
(Soerat al-Hashr: 21)
Allah, de Verhevene, daagt de mens en djinn uit om met een gelijke van de Koran te komen, dan wel een gelijke hoofdstuk of vers. Maar zij hebben dat nooit kunnen doen en zullen ook nimmer in staat zijn om met een gelijke van de Koran te komen. Zoals Allah, de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):
“Zeg (O Mohammed): ,,Als de mensen en de djinn’s zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken, dan kunnen zij niet met het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkaar tot hulp zijn.”
(Soerat al-Israa’: 88)
Omdat de Koran het grootste van de hemelse boeken is, het meest complete, het meest perfecte en het allerlaatste is, heeft Allah de Boodschapper (vrede zij met hem) bevolen om dit Boek te verkondigen aan de gehele mensheid. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“O Boodschapper! Verkondig wat jou van jouw Heer neergezonden is. En indien jij dat niet doet, dan heb jij Zijn Boodschap niet verkondigd. En Allah zal jou tegen de mensen beschermen. Voorwaar, Allah leidt het ongelovige volk niet.”
(Soerat al-Maa’idah: 67)
Vanwege de grote waarde en noodzaak van dit Boek voor de gemeenschap, heeft Allah ons met dit Verheven Boek begunstigd. Hij heeft het aan ons doen neerdalen en beloofd erover te waken. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Waarlijk, Wij hebben de Openbaring neder doen dalen en waarlijk, Wij zullen erover waken.”
(Soerat al-Hidjr: 9)
Fragment genomen uit het boek ‘Oesoel ud-Dien il-Islaami’
Sheich Mohammad ibn Ibrahiem at-Toewadjri