Mag een man zich bemoeien met het geld van zijn vrouw?

50361

Vraag:

Ik ben een werkende vrouw en mijn salaris besteed ik aan mezelf en huishoudelijke uitgaven. Ook geef ik van mijn salaris uit aan mijn gezin, liefdadigheid, etc. Vaak hebben ik en mijn echtgenoot discussies over mijn uitgaven. Heeft mijn echtgenoot het recht om zich te bemoeien met mijn uitgaven? En moet ik hem om toestemming vragen als ik van mijn salaris uitgeef?

Antwoord:

Er bestaat geen twijfel dat het voor een vrije, volwassen, verstandige persoon toegestaan is om zijn bezit naar eigen inzicht te gebruiken. Ongeacht of dit handel, huur, giften of anders betreft. Hierover verschillen de geleerden niet van mening. Ook verschillen zij niet van mening dat de echtgenoot niet het recht heeft om zich te bemoeien met de uitgaven van zijn vrouw.

(Maraatib ul-Idjmaac van Ibn Hazm
en al-Idjmaac fiel-Fiqh il-Islaamie)

De vrouw is vrij om met haar bezit te doen wat ze wil. Dit betreft haar hele bezit of een gedeelte daarvan. Dit is de uitspraak van al-Hanafiyyah, ash-Shaaficyyah en Ibn ul-Moendhir.

(al-Moeghnie, al-Insaaf, Fath ul-Baarie)

Deze uitspraak is de meest correcte en meest gepaste uitspraak. Dit op basis van de Koran en de Soennah. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En geef aan de vrouwen (die jullie huwen) hun bruidschat als verplichte gift. Maar als zij vrijwillig een deel daarvan aan jullie schenken, nuttig het dan zorgeloos en met genoegen.”

(Soerat an-Nisaa’: 4)

Allah, de Verhevene, heeft het toegestaan voor de echtgenoot om het geschenk van zijn vrouw aan te nemen. Hij kan dit niet zomaar opeisen. Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):

“En als jullie van hen scheiden voordat jullie hen hebben aangeraakt en jullie de bruidsschat reeds hebben vastgesteld, betaal hen dan de helft van wat jullie verplicht hebben gesteld, tenzij zij of hij in wiens handen de huwelijksvoltrekking ligt instemmen om het kwijt te schelden.”

(Soerat al-Baqarah: 237)

Allah, de Verhevene,geeft aan dat het de vrouw gegeven is om de vastgestelde bruidsschat kwijt te schelden, nadat ze scheidt van haar echtgenoot. Hiervoor hoeft zij van niemand toestemming te krijgen. En dus mag de vrouw net als de man haar bezit onbelemmerd beheren en uitgeven.

(Sharh Macaanie al-Aathaar)

Allah, de Verhevene, zegt ook (interpretatie van de betekenis):

“En stel de wezen op de proef, totdat zij huwelijksgereed zijn. Als jullie constateren dat zij beschikken over een goed beoordelingsvermogen, overhandig hen dan hun bezittingen.”

(Soerat an-Nisaa’: 6)

Ook dit vers duidt erop dat wanneer een weesmeisje de volwassenheid bereikt, zij in de gelegenheid moet worden gesteld om haar bezit naar eigen inzicht te beheren. Verder lezen wij in de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) dat de vrouwen in zijn tijd aan liefdadigheid deden en van hun bezit uitgaven zonder daarbij toestemming van iemand te hoeven vragen.

Mensen die anders beweren en van de vrouw eisen dat ze eerst toestemming aan haar man moet vragen, beroepen zich op de volgende overlevering: “Het is niet toegestaan voor een vrouw om iets van haar bezit (aan iemand) te schenken zonder toestemming van haar echtgenoot.”

(Aboe Daawoed)

Geleerden zoals imam ash-Shaafcie hebben over deze overlevering gezegd dat het zwak is, en dus niet teruggevoerd kan worden naar de Profeet (vrede zij met hem). Sheikh Ibn Baaz zei: “Deze overlevering is in strijd met de correcte overleveringen waaruit blijkt dat een volwassen vrouw onbelemmerd haar vermogen mag beheren (zonder van iemand toestemming te hoeven krijgen). Denk hierbij aan de overleveringen van Djaabir en Ibn cAbbaas (moge Allah weltevreden met hen zijn) waarin vermeld wordt dat de vrouwen op de dag van al-cIed ruimhartig van hun sieraden uitgaven zonder toestemming aan hun echtgenoten te vragen. Ook kocht Maymoenah (de vrouw van de Profeet) een slavin vrij zonder de Profeet eerst hierover in te lichten.

En al zouden wij een overlevering vinden die wel correct is maar voor meerdere interpretaties vatbaar is, dan dient deze uitgelegd te worden in het licht van eenduidige teksten van de Koran en de Soennah. Door bijvoorbeeld te zeggen dat het hier niet om een verplichting gaat, maar een vrijblijvend iets en een gebaar van goedheid. Het is goed als de vrouw haar man inlicht, maar ze is tot niets verplicht.

Dus samengevat kunnen wij zeggen dat de vrouw vrij is in het beheren van haar bezit. Ze kan het gebruiken zoals ze wilt en behoeft hiervoor geen toestemming van haar echtgenoot.

En Allah weet het het best.

Commissie Religieuze Zaken Stichting as-Soennah