Onenigheid in moskee over lengte gebeden

4201

Vraag:

We hebben een moskee in een islamitisch centrum. Onlangs is er een onenigheid ontstaan tussen de mensen over het lang of kort maken van de gebeden. Ik hoop dat u ons kunt vertellen wat hier in de islamitische Wetgeving over wordt gezegd.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er werd overgeleverd dat Djaabir heeft gezegd: “Moecaadh leidde zijn metgezellen in het cIshaa’-gebed en maakte het lang. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Wil jij een Fitnah veroorzaken? Wanneer je de mensen in het gebed leidt, reciteer dan wash-Shamsi wa Doehaahaa (Soerat ash-Shams), Sabbih Isma Rabbik al-Aclaa (Soerat al-Aclaa), Iqra’ bismi Rabbik (Soerat al-cAlaq) en wal-Layli idhaa yaghshaa (Soerat al-Layl).”

(Moeslim)

Al-Haafidh zei: “Wie de weg van de Profeet (vrede zij met hem) beknopt en volledig volgt, zal niet klagen dat het te lang duurt. De beschrijving van het gebed van de Profeet (vrede zij met hem) is algemeen bekend. Daarom is de beknoptheid in het gebed aanbevolen. Dit is iets dat relatief is. Daarnaast moet dit vergeleken worden met wat de Profeet (vrede zij met hem) deed, in volhield en anderen toe beval. En niet aan de hand van de verlangens van de gemeenschap. Anas vertelde: “Ik heb nog nooit achter iemand gebeden die het gebed korter en perfecter verrichtte dan de Profeet (vrede zij met hem).”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Hij zei in al-Moebdic: “Zij bespraken het gebed van de Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem). De duur en de lengte van zijn prosternatie was net zo lang als de tijd die nodig was om 10 keer Soebhaana Rabbiyal-Aclaa te zeggen. Zijn buiging was ongeveer van dezelfde lengte. En hij (vrede zij met hem) zei: “Bid zoals jullie mij hebben zien bidden.”

Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah zei: “Hij (de imam) heeft het recht niet om het gebed langer te maken dan is voorgeschreven. Hij dient voornamelijk te doen wat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gedaan, en naargelang de omstandigheden het gebed te verlengen of te verkorten. Net zoals de Profeet (vrede zij met hem) dat deed.”

Ibnoe cAbdil-Barr vertelde: “Er is consensus onder de geleerden dat het aanbevolen is dat de imams het gebed kort houden. Hij dient wel te voldoen aan de voorwaarden van het voltooien ervan.

De overlevering die door Djaabir wordt verhaald, geeft aan dat het reciteren van de hoofdstukken die hierboven vermeld worden of soortgelijke hoofdstukken worden gezien als gematigdheid in het gebed. De voorgeschreven duur voor de buiging en prosternatie is dat deze net zo lang is als de recitatie.”

En Allah weet het het beste.

(Tawdieh ul-Ahkaam min Boeloegh il-Maraam, blz. 253)

cAbdoellaah ibn cAbdir-Rahmaan al-Bassaam