Het oordeel over al-Hidjaamah 

5560

Vraag: 

Is het verrichten van al-Hidjaamah een Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) of slechts een geneeswijze afkomstig uit het Profetische tijdperk? 

Antwoord: 

Met betrekking tot het oordeel over al-Hidjaamah zijn er twee uitspraken gedaan door de geleerden. 

De eerste uitspraak: al-Hidjaamah is aanbevolen 

In ‘al-Fatawaa al-Hindiyyah, boekdeel 5, blz. 355’ staat het volgende: “Al-Hidjaamah is voor iedereen aanbevolen, zo staat het tevens in adh-Dhahieriyyah.” 

Ibn Moeflih zegt: “Over al-Hidjaamah zijn er vele bekende overleveringen te vinden hoe dit verricht moet worden, de deugden hiervan en het tijdstip hiervoor. Ook is hierin te vinden dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) dit heeft gedaan en gesproken heeft over de 17e en 21e dag (van de maand).” 

(al-Aadaab ush-Sharʿiyyah, boekdeel 3, blz. 87) 

Deze groep geleerden berust zich op de uiterlijke betekenis van de overleveringen van de Profeet (vrede zij met hem) waarin gesproken wordt over al-Hidjaamah en dat dit een genezende werking heeft. 

De tweede uitspraak: al-Hidjaamah is slechts een toegestane geneeswijze en geen zaak die religieus aanbevolen is en waar een specifieke beloning op staat.  

Al-Kaasaanie al-Hanafie zegt: “Al-Hidjaamah is een toegestane zaak.” 

(Badaa’iʿ us-Sanaa’iʿ, boekdeel 4, blz. 190) 

Ook zegt al-Khattaabie: “Al-Hidjaamah is toegestaan en brengt zowel lichamelijk voordeel als gezing van het lichaam met zich mee.” 

(Maʿaalim us-Soenan, boekdeel 3, blz. 103) 

Deze uitspraak wordt ondersteund door het volgende: 

“Al-Hidjaamah is een geneeswijze die in het verre verleden al bekend was onder de Arabieren, zelfs vóór de komst van de Islam. Zelfs andere volkeren in het verleden waren hier bekend mee, zoals blijkt uit de geschiedenisboeken. Dit gaat terug tot de tijd van de farao’s. Het betreft hier dus niet een geneeswijze die volledig islamitisch getint is, wat betekent dat het uitgangspunt blijft dat het een toegestane zaak is en men zich pas hiertoe wendt wanneer er behoefte naar is. 

Het basisprincipe met betrekking tot gewoontes en dagelijkse activiteiten is dat deze toegestaan zijn, mits de zaak betrekking heeft op het goede gedrag en nobele karaktereigenschappen (d.w.z. in dat geval staat er wel een beloning op). Zolang de kwestie dus niet verder reikt dan slechts een volledige gewoonte, blijft het een toegestane zaak. 

Het is niet overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) hier een speciale beloning aan heeft gekoppeld, noch een straf of berisping heeft uitgesproken voor degene die het nalaat. Niets wijst er dus op dat het hier gaat om een volledige vorm van aanbidding of een zaak waarmee men toenadering zoekt tot Allah. Het is daarentegen hetzelfde als de overige dagelijkse gewoontes die de mensen erop nahouden in hun leefstijl en lichamelijke verzorging.” 

Het ziet ernaar uit dat deze tweede uitspraak de meest correcte is, namelijk dat al-Hidjaamah een geneeskundige gewoonte is. Dit wordt slechts verricht door degene die hier behoefte aan heeft. Men verricht dit dus als geneeswijze en niet als vorm van aanbidding. 

Sheikh Ibn ʿOethaymien zegt: “Al-Hidjaamah is geen Soennah, maar een geneeswijze. Degene die hier behoefte aan heeft, maakt hier gebruik van en degene die hier geen behoefte aan heeft, maakt hier geen gebruik van.” 

(Madjmoeʿ Fatawaa wa Rasaa’il Ibn ʿOethaymien, boekdeel 23, blz. 96) 

Er is niets op tegen om te stellen dat het (wel) een Soennah is voor degene die ziek is en hier behoefte aan heeft. Deze persoon heeft dan namelijk twee zaken verwezenlijkt: enerzijds het gebruik maken van medicatie en anderzijds het toepassen van al-Hidjaamah in het bijzonder. De Profeet (vrede zij met hem) heeft ons hier namelijk op gewezen en verteld dat hier genezing in zit.

Imam an-Nafraawie al-Maalikie zegt: “Al-Hidjaamah is goed, oftewel het is aanbevolen wanneer hier behoefte aan is.” 

(al-Fawaakih ud-Dawaanie, boekdeel 2, blz.338) 

Ditzelfde is gesteld door al-ʿAdawie in zijn ‘Haashiyah’, boekdeel 2, blz. 493. 

Het is niet uit de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) op te maken dat hij al-Hidjaamah verrichtte terwijl hij hier geen behoefte aan had. Hij was daarentegen gewoon om al-Hidjaamah te verrichten wanneer hij te kampen had met ziektes als hoofdpijn en dergelijke. Dit duidt erop dat al-Hidjaamah slechts verricht wordt door degene die hier behoefte aan heeft. 

www.islamqa.com