Vraag:
Waarom heeft Allah de Engelen opgedragen te buigen voor Adam? Ik dacht dat het buigen slechts voor Allah is toegestaan. Hetzelfde geldt voor de Profeet Yoesoef (vrede zij met hem), waarom bogen zijn broers voor hem?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Het prosterneren bestaat uit twee soorten. Het kan een daad van verering zijn en om dichter bij degene te komen voor wie geprosterneerd wordt. Deze vorm van prosternatie is aanbidding en mag volgens de Profetische wetten slechts voor Allah worden verricht.
De tweede is een vorm van begroeten en eren van een persoon. Dit is het soort prosternatie dat Allah Zijn Engelen heeft bevolen in het geval van Adam (vrede zij met hem). Zij prosterneerden voor hem als een daad van respect voor hem. Het was van hun een daad van aanbidding tegenover Allah, omdat zij Hem gehoorzaamden in Zijn Bevel voor Adam te prosterneren.
De prosternatie van de ouders en broers van Yoesoef (vrede zij met hem) was ook een prosternatie ter begroeting en respect die in die tijd door de wet (van Allah) was toegestaan. Maar met de Islamitische Wetgeving die door het zegel der profeten, Mohammed (vrede zij met hem) is gebracht, is het niet toegestaan voor iemand te prosterneren behalve voor Allah. Daarom heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Als ik iemand zou moeten bevelen te prosterneren voor een ander, dan zou ik de vrouwen hebben bevolen te prosterneren voor hun echtgenoten.”
(Aboe Daawoed)
De Profeet (vrede zij met hem) verbood Moecaadh om voor hem te prosterneren toen Moecaadh zei dat de mensen van het Boek prosterneerden voor de groten onder hen, waarna hij de woorden hierboven noemde.
Het verbod in deze Islamitische Wetgeving op het prosterneren voor een ander dan Allah, is een onderdeel van het volmaken van de complete Tawhied. Het is de volmaakte Shariecah (Islamitische Wetgeving) waarvan de perfectie tot uiting komt in al zijn regels. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Op deze dag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt, en Mijn Gunst aan jullie voltooid en de Islam voor jullie uitgekozen als godsdienst.”
(Soerat al-Maa’idah: 3)
Sheikh cAbdoer-Rahmaan al-Barraak