De ondervraging van de overledene in het graf

9436

Vraag:

Is de ondervraging van de overledene in het graf echt? Spreekt en zit hij echt rechtop in het graf?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Sheikh Mohammed ibn Saalih al-cOethaymien heeft gezegd: “De ondervraging van de overledene is zonder enige twijfel echt. De persoon zit in zijn graf, spreekt en wordt ondervraagd.

Als iemand zou vragen: “Het graf is smal en nauw. Hoe kan hij zitten?”

Dan is het antwoord hierop:

Allereerst: de zaken van het ongeziene dient de gelovige te accepteren en in te geloven. Hij dient niet te vragen naar de hoedanigheid of de reden, omdat niemand over de hoedanigheid of reden vraagt, behalve degene die twijfels heeft. Degene die gelooft en van wie het hart tevreden is met wat Allah en Zijn Boodschapper (vrede zij met hem) zeggen, zal het accepteren en zeggen “Allah weet het beste hoe het zal gebeuren”.

Ten tweede: de connectie tussen de ziel en het lichaam na de dood is anders dan tijdens het leven. De band tussen lichaam en ziel kan variëren in manieren die de mens niet kan bevatten. De connectie van het lichaam met de ziel na de dood kan dus niet worden vergeleken met de connectie tussen beiden in het leven. Als een persoon droomt, dan ziet hij zichzelf komen en gaan, reizen, spreken met levende over overleden mensen, etc. Hij kan zien dat hij een mooie tuin heeft, of een donker angstaanjagend huis. Hij kan zichzelf zien rijden in een comfortabele of oncomfortabele auto. Dit alles kan gebeuren, terwijl hij in zijn bed ligt en waarbij niets is veranderd. Zelfs de deken die hem bedekt is niet veranderd. Maar desondanks voelen we dit alles echt. De relatie van de ziel met het lichaam na de dood verschilt ook weer met de relatie (tussen ziel en lichaam) als men wakker is en als men slaapt. Het is verschillend en we begrijpen het niet. Een persoon kan dus in zijn graf zitten en ondervraagd worden. Ook al in zijn graf smal en nauw.

Dit is ook verhaald in een authentieke overlevering van de Profeet (vrede zij met hem). Hij brengt de Boodschap over en wij geloven erin en onderwerpen ons eraan. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Maar nee, bij jouw Heer! Zij zullen niet geloven totdat zij jou (o Mohammed) tussen hen laten oordelen over hun geschillen, en vervolgens geen enkele vorm van weerstand in zichzelf ondervinden tegen datgene wat jij oordeelt en zij zich (daaraan) volledig overgeven.”

(Soerat an-Nisaa’: 65)

Madjmoec ul-Fataawa Ibn cOethaymien
(boekdeel 2, blz. 34)