Huilen omwille van Allah

22039

Vraag:

Ik ben een man die nooit huilt. Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik uit vrees voor Allah kan huilen, zoals de Profeet (vrede zij met hem) zegt: "Een oog dat traant uit vrees voor Allah, zal niet getroffen worden door het vuur."

Antwoord:

Het feit dat jij treurt om het mislopen van deze enorme beloning is een blijk van jouw goedheid. Weet dat een moslim zichzelf kan aanleren om uit vrees voor Allah te huilen. Dit gebeurt aan de hand van het volgende:

1. Huilen is een gevolg van baatvolle kennis.

Imam al-Qoertoebie zegt als uitleg op het vers (interpretatie van de betekenis):

"En zij vallen huilend op hun baarden neer."

(Soerat al-Israa': 109)

"Dit is een eloquente omschrijving van hen en een prijzing aan hun adres. Om deze reden betaamt het eenieder om kennis op te doen en dit niveau te bereiken. Hierdoor wordt hij ootmoedig bij het horen van de Koran, waardoor hij zichzelf nederig opstelt en zich onderwerpt. In de Moesnad van ad-Daarimie staat, op gezag van Aboe Mohammed, dat at-Taymie heeft gezegd: "Degene die kennis heeft verkregen zonder dat dit hem aan het huilen brengt, verdient het om beschreven te worden als iemand die geen kennis is geschonken. Dit omdat Allah de geleerden omschreef, waarna hij dit vers benoemde."

(al-Djaamic li Ahkaam il-Qoer'aan, boekdeel 10, blz. 341-342)

2. Het reciteren van de Koran en het overpeinzen van de betekenissen.

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

"Zeg (o Mohammed tegen hen): “Geloof erin of geloof (er) niet (in). Voorwaar, degenen aan wie de kennis daarvóór is gegeven (de joden en christenen), vallen knielend op hun baarden neer, wanneer (het) aan hen wordt voorgedragen.” En zij zeggen: “Verheven is onze Heer, de Belofte van onze Heer komt zeker altijd ten uitvoer.” En zij vallen huilend op hun baarden neer en het vermeerdert hun vrees."

(Soerat al-Israa': 107-109)

En Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

"Zij zijn degenen die Allah heeft begunstigd van de Profeten onder de nakomelingen van Adam, (en onder de nakomelingen van) degenen die Wij met Noeh (in de Ark) hebben gedragen, (en) onder de nakomelingen van Ibraahiem en Israël en onder degenen die Wij hebben geleid en hebben verkozen. Wanneer de Verzen van de Meest Barmhartige aan hen werden voorgedragen, wierpen zij zich knielend en huilend neer."

(Soerat Maryam: 58)

Ibn Mascoed zegt: “De Profeet (vrede zij met hem) zei tegen mij: "Draag de Koran aan mij voor." Ik zei: "O Boodschapper van Allah, dien ik de Koran aan u voor te dragen, terwijl deze aan u is geopenbaard?" De Profeet (vrede zij met hem) zei hierop: "Ik hou ervan om het van een ander te horen." Vervolgens reciteerde ik Soerat an-Nisaa', totdat ik bij de volgende Woorden aankwam (interpretatie van de betekenis):

Hoe zal het zijn als Wij uit iedere gemeenschap een getuige (naar voren) brengen en Wij jou (o Mohammed) als getuige (naar voren) brengen tegen deze (gemeenschap)?

(Soerat an-Nisaa': 41)

Hierop zei de Profeet (vrede zij met hem): "Het is voldoende." Ik keek vervolgens om en zag zijn ogen tranen.

(al-Boekhaarie en Moeslim)

3. Het kennen van de beloning die gepaard gaan met het huilen en in het bijzonder wanneer men zichzelf afzondert.

Aboe Hoerayrah overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Een persoon die uit vrees voor Allah huilt zal niet getroffen worden door het vuur, totdat melk weer terugkeert in de uier. En het zand (waarmee men in aanraking komt op de Weg van Allah) gaat niet gepaard met de rook van het Hellevuur."

(at-Thirmidhie en authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)

De woorden "totdat wanneer het melk weer terugkeert in de uier" willen zeggen dat deze zaak onmogelijk is, zoals Allah in een ander vers zegt (interpretatie van de betekenis):

"..totdat de kameel door het oog van de naald gaat."

(Soerat al-Acraaf: 40)

De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Allah zal zeven mensen beschaduwen op een Dag waarop er geen schaduw is behalve Zijn Schaduw: een rechtvaardige leider, een jongeling die opgegroeid is met het (oprecht) aanbidden van Allah, een man wiens hart verbonden is aan de moskee, twee mannen die omwille van Allah van elkaar houden – zij ontmoeten elkaar omwille van Hem en verlaten elkaar omwille van Hem -, een man die door een mooie vrouw met een hoge status uitgenodigd wordt (om overspel te plegen), maar zegt: “Voorwaar, ik vrees Allah”, een man die in het geheim liefdadigheid uitgeeft op een zodanige manier dat zijn linkerhand niet weet wat zijn rechterhand heeft uitgegeven, en een man die Allah in afzondering (Allah) gedenkt, terwijl zijn tranen vloeien.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Het huilen terwijl men zich heeft afgezonderd is bijzonder. De reden hiervoor is dat op dat moment het hart kan verharden, men meer geneigd is te zondigen en men niet iets kan doen om te pronken voor anderen. Wanneer een persoon dus tegen zichzelf strijdt om dit voor elkaar te krijgen en de Grootsheid van Allah in gedachte heeft, waardoor zijn ogen beginnen te tranen, verdient hij het om beschaduwd te worden op de Dag dat er geen schaduw te vinden is.

4. Stilstaan bij je situatie, je durf om te zondigen, maar vervolgens vrezen dat jij Allah in deze staat zal ontmoeten.

Sommige vromen huilden dagelijks. Wanneer zij dan om de reden werden gevraagd, zeiden zij: "Ik vrees dat Allah zijn Toorn over mij heeft uitgesproken na het zien van een zonde die ik heb begaan. Om deze reden was Soefyaan gewoon om te huilen, zeggende: "Ik vrees dat mijn Imaan wordt weggenomen, wanneer de dood tot mij komt."

Ismaaciel ibnoe Zakaria overlevert dat hij zijn buurman Habieb ibn Mohammed hoorde huilen bij het slapen gaan en bij het opstaan. Hierop volgend vroeg hij diens vrouw wat er met hem aan de hand was, waarna zij zei: "In de ochtend vreest hij dat hij de avond niet zal halen en in de avond vreest hij dat hij de volgende ochtend niet wakker wordt."

De Salaf waren gewoon om veelvuldig te huilen en verdriet te tonen. Toen cAtaa' as-Soelaymie werd gevraagd over de reden voor zijn verdriet, antwoordde hij: "O wee jij! De dood zit mij op de hielen, het graf is mijn woning, op de Dag des Oordeels zal ik terecht staan, de brug over het Hellevuur is mijn weg, terwijl ik geen idee heb wat er met mij zal gebeuren."

Faddalah ibnoe Sayfie was gewoon om veel te huilen. Toen een man bij hem binnenkwam en hem huilend aantrof, vroeg hij diens echtgenote wat er aan de hand was. Zij antwoordde: "Hij beweert dat hij een lange reis zal gaan afleggen zonder enige proviand."

Toen Tamiem ad-Daarie het volgende vers reciteerde (interpretatie van de betekenis):

"Of dachten degenen die slechte daden verrichten dat Wij hen zowel in hun (wereldse) leven als (na) hun dood gelijk zullen stellen aan degenen die geloven en goede daden verrichten? Slecht is wat zij oordelen."

(Soerat al-Djaathiyah: 21)

bleef hij tot de volgende ochtend huilen.

Hoedhayfah ibn ul-Yamaan was gewoon om veelvuldig te huilen. Wanneer hij om de reden werd gevraagd, zei hij: "Ik weet niet waar ik op afsteven, Genade of Toorn (van Allah)."

Sacd ibn ul-Akhzam zei: "Ik liep samen met Ibn Mascoed langs ijzersmeden die een stuk ijzer uit het vuur hadden gehaald. Waarop Ibn Mascoed naar het gesmolten stuk ijzer keek en begon te huilen."

5. Het tonen van spijt vanwege onze tekortkomingen richting Allah.

De tranen van de berouwvollen midden in de nacht zorgen ervoor dat de dorst wordt gelest en bieden genezing voor de ziekten. Zoals Ibn Djarier at-Tabarie dit zegt in de uitleg op de Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):

"Verbazen jullie je dan over dit Woord (d.w.z. over de Koran). En jullie lachen in plaats van huilen. En jullie zijn achteloos."

(Soerat an-Nadjm: 59-61)

Hij zegt: "Jullie huilen niet vanwege de bedreigingen aan het adres van de zondaren, terwijl jullie tot hen behoren." Hij zegt verder: "En jullie zijn onachtzaam jegens de leerstellingen die hierin te vinden zijn en wenden jullie af van de tekenen."

(Djamiec ul-Bayaan can Ta'wiel il-Qoer'aan, boekdeel 27, blz. 82)

6. Huilen uit vrees voor een slecht einde.

Ibn cOmar overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) langs al-Hidjr liep, waarna hij zei: "Treed de verblijfplaatsen van degenen die zichzelf onrecht hebben aangedaan niet binnen. Anders worden jullie getroffen met datgene waarmee zij getroffen zijn, behalve wanneer jullie deze huilend binnengaan." Hierop volgend bedekte de Profeet (vrede zij met hem) zijn hoofd en liep snel door, totdat hij de vallei had verlaten.

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Imam an-Nawawie heeft aan de hand hiervan het volgende hoofdstuk opgenomen: "Het huilen en vrezen bij het lopen langs de graven van de onrechtplegers en de plek waar zij zijn gestorven. Hierbij aantonen behoeftig te zijn aan Allah en gewaarschuwd zijn voor onachtzaamheid."

(Riyaadh us-Saalihien, blz.373)

7. Het aanhoren van emotionele vermaningen en lezingen die het hart verzachten.

Al-cIrbaad ibnoe Saariyah overlevert: “De Profeet sprak ons eens toe, waardoor de harten sidderden en de tranen plengden.”

(Aboe Daawoed en at-Tirmidhie en authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)

Moge Allah ons leiden naar datgene wat Hem behaagt.

Islamqa.com