Plannen van je doelen

Vraag:

Is het verkeerd om dingen vooruit te plannen? Ik bedoel hiermee dat je iets plant te doen voor de volgende dag, volgende maand of het volgende jaar, terwijl je weet dat de dood elk moment kan komen.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er is niets wat een persoon tegenhoudt om plannen en inschattingen te maken over wat hij in de toekomst nodig heeft, of om na te denken over de dingen die hij hoopt te bereiken of het zeggen van: “Ik ga dan en dan zus en zo doen.” Maar wanneer hij dit doet dient hij wel inshaa’Allaah (met de Wil van Allah) te zeggen. Allah, de Verhevene, zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):

“En zeg zeker nooit over iets: “Ik zal dit morgen doen.” behalve (door te zeggen): “Als Allah het wil!”

(Soerat al-Kahf: 23-24)

Alles wat een mens in de toekomst van plan is te doen, besluit te ondernemen of hoopt te bereiken, is gegrond op hoop. Hoop is immers de drijfveer die mensen aanzet tot handelen. De gelovige richt zich in dit wereldse leven op datgene wat hem voordeel brengt – zowel in zijn religieuze zaken als in zijn wereldse aangelegenheden. Hij gebruikt de nodige middelen hiervoor, legt zijn vertrouwen in Allah, en vraagt om Zijn Hulp zoals de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Streef naar datgene wat je zal baten, en vraag om de hulp van Allah.”

(Ibn Maadjah)

En Allah heeft gezegd (interpretaties van de betekenis):

“..Aanbid Hem dus en vertrouw op Hem..” 

(Soerat Hoed: 123)

De ongelovige en de achteloze daarentegen stellen hun vertrouwen volledig op de middelen en vergeten hun Heer, in Wiens Handen de volledige heerschappij ligt. Niets gebeurt immers behalve met Zijn wil. Wanneer iemand enkel kijkt naar de obstakels die tussen hem en zijn doel staan, en voortdurend denkt aan de dood en andere belemmeringen, zal hij ophouden zich ervoor in te spannen en zo zijn eigen belangen verwaarlozen. Het is dan ook duidelijk dat de mens zijn leven niet kan leiden zonder hoop – hoop die hem motiveert om zijn doelen te verwezenlijken.

De gelovige mag echter niet vervallen in buitensporige hoop, noch zich tevredenstellen met deze wereld of de voorkeur geven aan haar genietingen. Integendeel, hij behoort ernaar te streven het Hiernamaals tot zijn uiteindelijke doel te maken en zich toe te leggen op goede daden die hem dichter bij zijn Heer brengen. Daarbij zoekt hij Zijn zegeningen en hulp om Hem te gehoorzamen, zodat hij ware gelukzaligheid bereikt – zowel in dit wereldse leven als in het Hiernamaals.

Sheikh ʿAbdoer-Rahmaan ibn Naasir al-Barraak