Verboden daden bij het graf van de Profeet

18720

Vraag:

Bij het bezoeken van de moskee van de Profeet (vrede zij met hem) heb ik gezien dat sommige mensen de muren van de Hoedjrah (kamer) van de Profeet aanraken. Sommigen staan daar alsof ze in die richting bidden. Zo zie je hen hun handen op hun borst plaatsen en zich richten tot het graf. Is wat zij doen correct?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Enkele van de verboden zaken die sommige bezoekers doen waarop geattendeerd moet worden, zijn:

  1. Het bidden (verrichten van Doecaa’) tot de Profeet (vrede zij met hem), hem aanroepen, of zijn hulp zoeken. Zoals sommige zeggen: “O Boodschapper van Allah, genees mijn zieke geliefde”, “O Boodschapper van Allah, help mij van mijn schulden af”, “U bent het middel”, “U bent de vervulling van mijn behoefte”. En andere woorden die Shirk impliceren en die haaks staan op Tawhied: het recht van Allah tegenover Zijn dienaren.
  2. Het staan voor het graf in een positie van gebed. Zo ook het plaatsen van de rechterhand op de linkerhand op de borst of eronder. Dit is een verboden daad, omdat dit een positie van nederigheid en aanbidding is die slechts Allah toekomt.
  3. Buigen en prosterneren bij het graf. Ook dit zijn daden die ons slechts zijn toegestaan om te verrichten voor Allah. Anas (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “Het is niet gepast voor een mens om voor een ander te buigen (dan Allah).”

(Ahmad; authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)

  1. Het aanbidden van Allah bij het graf of te geloven dat Doecaa’ bij het graf verhoord zal worden. Dit is een verboden zaak omdat het kan leiden tot Shirk. Als de smeekgebeden die worden verricht bij graven of bij het graf van de Profeet (vrede zij met hem) beter, correcter en geliefder zouden zijn bij Allah, dan zou de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) ons daartoe aangemoedigd hebben. Hij heeft namelijk niets achterwege gelaten dat ons dichter bij het Paradijs brengt, anders had hij zijn gemeenschap hier wel toe aangespoord. Omdat hij dit niet heeft gedaan, weten we dat deze daad in de Islamitische Wetgeving niet is voorgeschreven. En dat het een daad is die Haraam en verboden is. Aboe Yacla en al-Haafidh adDiyaa’ hebben in al-Moekhtaarah overgeleverd dat cAli ibn ul-Hoesayn een man door een opening bij het graf van de Profeet (vrede zij met hem) zag binnentreden en Doecaa’ verrichtte. Hij vertelde hem dit niet te doen en zei: “Zal ik je niet vertellen over een overlevering die ik van mijn vader en hij van mijn opa heeft gehoord van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem)? Neem jullie huizen niet als graven en neem mijn graf niet als een plaats van amusement (die je regelmatig bezoekt). Stuur zegeningen voor mij. Want jullie groet zal mij bereiken waar jullie je ook bevinden.”

(Aboe Daawoed; authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)

  1. Sommige van degene die niet in staat zijn naar Medina te gaan, ‘sturen’ hun Salaam aan de Boodschapper van Allah met iemand mee. Waarvan sommige van hen erbij staan en de Salaam overbrengen. Dit is een geïnnoveerde daad die verzonnen is. Degene die hun Salaam sturen en degenen die deze overbrengen dienen zich hiervan te onthouden omdat hier geen behoefte aan is. De Profeet (vrede zij met hem) heeft namelijk gezegd: Stuur zegeningen voor mij. Want jullie groet zal mij bereiken waar jullie je ook bevinden.”

(Aboe Daawoed)

En hij (vrede zij met hem) zei: “Allah heeft Engelen die rond de aarde gaan en mij de Salaam van mijn gemeenschap overbrengen.”

(Ahmad, an-Nasaa’ie; authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)

  1. Het herhaaldelijk bezoeken van zijn graf en er veelvuldig naartoe gaan. Zoals het bezoeken na elk verplichte gebed of elke dag na een specifiek gebed. Dit druist in tegen de woorden van de Profeet (vrede zij met hem): “Neem mijn graf niet als een plaats van amusement (die je regelmatig bezoekt).” Ibn Hadjar al-Haytamie zegt: “cIed (hier vertaald als amusement) is de naam van één van de feesten. En er is gezegd dat dit het veelvuldig terugkeren betekent. In zo’n mate dat het een gewoonte is geworden. Wat bedoeld wordt is: Maak mijn graf niet tot een plaats waarbij je de gewoonte hebt regelmatig terug te komen. Daarom zei hij: “Stuur zegeningen voor mij. Want jullie groet zal mij bereiken waar jullie je ook bevinden.” Dit is namelijk voldoende en er is geen noodzaak om zijn graf regelmatig te bezoeken.

In het boek Djaamic lil-Bayaan van Ibn Roeshd staat vermeld: “Maalik (moge Allah genadig met hem zijn) werd gevraagd over een vreemdeling die dagelijks naar het graf van de Profeet (vrede zij met hem) kwam. Hij zei: “Dat is niet goed” en haalde de overlevering aan: “O Allah, maak mijn graf geen afgod dat aanbeden wordt.”

(Authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie in
Tahdhier us-Saadjid min Ittikhaadh il-Qoeboer Masaadjid)

Ibn Roeshd zegt: “Hij beschouwde het als Makroeh (afkeurenswaardig) om het veelvuldig te passeren en de Salaam naar hem te sturen en er elke dag langs te komen. Dit zodat het graf niet zoals een moskee zou worden waar mensen dagelijks naar komen om te bidden. De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) verbood dit door te zeggen: “O Allah, maak mijn graf geen afgod.”

(al-Bayaan wat-Tahsiel van Ibn Roeshd; boekdeel 18, blz. 444-445)

Al-Qaadie cIyaad werd gevraagd over mensen van Medina die één of meerdere keren per dag bij het graf staan, hun Salaam versturen en Doecaa’ daar verrichten. Hij zei: “Ik heb hier geen enkele van de Foeqahaa’ (islamitische juristen) over gehoord. En niets is goed voor de latere generaties van deze gemeenschap, behalve wat goed was voor de eerste generaties. Niets heeft mij van de eerder generaties bereikt dat impliceert dat zij dit gewoon waren te doen.”

(ash-Shifaa bi Tacriefi Hoeqoeq il-Moestafa; boekdeel 2, blz. 676)

  1. Van alle kanten van de moskee je richten tot het graf. Of er zich toe richten als men de moskee betreedt, het gebed heeft beëindigd en het plaatsen van de handen op elkaar en het buigen van de nek als men Salaam aan hem (vrede zij met hem) verstuurt. Dit alles zijn wijdverspreide en bekende innovaties die indruisen tegen de Islamitische wetgeving.

Vrees Allah, o dienaren van Allah, en waak voor alle innovaties en daden die tegen de Islamitische Wetgeving indruisen. Waak voor begeerten en verlangens en het blindelings volgen. Volg de ware leiding. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Is degene die zich op een duidelijk Bewijs van zijn Heer bevindt, gelijk aan degene voor wie zijn slechte daden schoonschijnend zijn gemaakt, en (degenen die) hun begeerten volgen?”

(Soerat Moehammad: 14)

Wij vragen Allah om ons te leiden en ons te helpen anderen te leiden en de Soennah te volgen van de grootste onder de Boodschappers.

Islamqa.com