Was ʿIesa een jood, zoals de Bijbel beweert?

12244

Vraag:

Geloven de moslims dat ʿIesa (vrede zij met hem), zoals de Bijbel beweert, een jood was?

Antwoord:

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper, diens familie en metgezellen.

ʿIesa, de zoon van Maryam (vrede zij met hen beiden) is één van de edele profeten en één van de bezitters van standvastigheid. Allah zond hem als bevestiging van de Thora naar de kinderen van Israël en onderwees hem de Thora en het Evangelie. Hij (vrede zij met hem) bevestigde het en geloofde erin, behalve dat hij sommige voorschriften deed opheffen en enkele zaken toestond die voorheen verboden waren.

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En Hij onderwijst hem de Schrift en de Wijsheid, de Thora en Evangelie. En (hij is) als een Boodschapper voor de kinderen van Israël, (die zegt): ,,Voorwaar, ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, en ik maak voor jullie (iets) uit de klei, gelijkende op de vorm van een vogel en ik blaas erin en het zal met de Wil van Allah een vogel zijn. En ik genees de blinden en de leprozen en ik doe de doden met de Wil van Allah tot leven komen. En ik vertel jullie wat jullie eten, en wat jullie in jullie huizen bewaren. Voorwaar, daarin is een Teken voor jullie als jullie gelovigen zijn. En (ik ben er) als bevestiging van wat er vóór mij is gekomen van de Thora en opdat ik jullie enkele zaken wettig kan verklaren die voor jullie verboden waren, en ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.”

(Soerat Aali ʿImraan: 48-50)

En (interpretatie van de betekenis):

“En Wij gaven hem de Bijbel met daarin Leiding en Licht en een bevestiging van wat er van de Thora (reeds) vóór hem was: Als een leiding en onderricht voor de godsvruchtigen.”

(Soerat al-Maa’idah: 46)

Ibn Kathier zegt in zijn Tafsier: “De Thora is het boek dat Allah aan Moesa (vrede zij met hem), zoon van ʿImraan heeft doen nederdalen. De Bijbel is het boek dat Allah aan ʿIesa (vrede zij met hem) zoon van Maryam heeft doen nederdalen.”

Tevens zegt hij (moge Allah hem begenadigen) betreffende het vers: “en een bevestiging van wat er van de Thora (reeds) vóór hem was.” Met andere woorden, hij volgde de wetgeving uit de Thora zonder hiervan af te wijken en hij helderde datgene op waarover de kinderen van Israël redetwistten. Zo geeft Allah de Verhevene in de Koran te kennen dat ʿIesa tegen de kinderen van Israël zegt (interpretatie van de betekenis): “opdat ik jullie enkele zaken wettig kan verklaren die voor jullie verboden waren.” Het is bekend onder de geleerden dat de Bijbel enkele voorschriften van de Thora ophief.

Uit het bovenstaande kunnen wij concluderen dat ʿIesa (vrede zij met hem) in de Thora geloofde en deze volgde zonder hiervan af te wijken op bepaalde punten na. De religie van Moesa, ʿIesa en alle andere profeten (vrede zij met hen allen) was het monotheïsme dat de eenheid van Allah aangaande Zijn aanbidding benadrukt. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, de enige godsdienst bij Allah is de Islam.”

(Soerat Aali cImraan: 19)

“En wie er een andere godsdienst dan de islam zoekt: het zal niet van hem aanvaard worden en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.”

(Soerat Aali cImraan: 85)

En over Ibrahiem (vrede zij met hem) zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Ibrahiem was noch jood noch christen, maar hij was een Hanief (ware monotheïst) en hij was geen Moeshrik (iemand die aan Allah deelgenoten toekent).”

(Soerat Aali cImraan: 67)

Hij zegt over Noeh (vrede zij met hem) (interpretatie van de betekenis):

“En mij is bevolen om te behoren tot hen die zich hebben overgegeven (aan Allah).”

(Yoenoes: 72)

Over Moesa (vrede zij met hem) zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“En Moesa zei: ,,O mijn volk, als jullie in Allah geloven, stelt dan jullie vertrouwen op Hem, als jullie je (als moslims) hebben overgegeven (aan Allah).”

(Soerat Yoesoef: 84)

En over Yoesoef (vrede zij met hem) zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Doe mij sterven als iemand die zich (als moslim aan Allah) heeft overgeven en verenig mij met de oprechten.”

(Soerat Yoesoef: 101)

Er mag dus niet gezegd worden dat de godsdienst van Moesa (vrede zij met hem) het Jodendom was, maar zijn godsdienst was de Islam. Echter worden zijn volgelingen joods genoemd, vanwege hun uitspraak “Wij wenden ons tot U”. Oftewel “Wij hebben berouw getoond en zijn teruggekeerd.” Of het is afgeleid van de naam “Jahoeda”, de oudste zoon van Jacob (vrede zij met hem).

Tevens is de religie van cIesa (vrede zij met hem) niet het Christendom maar de Islam. Zijn volgelingen worden Christenen genoemd, omdat zij hem bijstonden en hielpen. cIesa (vrede zij met hem) volgde de Thora, memoriseerde en bevestigde het. Dit omdat hij behoorde tot de kinderen van Israël waarnaar Moesa (vrede zij met hem) was gestuurd. Hierna deed Allah het Evangelie neerdalen tot cIesa (vrede zij met hem), daarin bevestigend wat er in de Thora was gekomen.

Dit wat betreft de godsdienst waarmee de Profeet cIesa was gekomen. Wat betreft de afkomst van cIesa (vrede zij met hem) en zijn volk en naar wie hij was gestuurd, kunnen we zeggen dat de Profeet cIesa (vrede zij met hem) ongetwijfeld behoort tot de kinderen van Israël. De kinderen van Israël staan bekend als de joden zoals wij eerder te kennen hebben gegeven.

Ibn ul-Athier (moge Allah hem begenadigen) heeft gezegd: “cImraan de zoon van Maathaan (de opa van cIesa, vader van Maryam) behoort tot de nakomelingen van Soelaymaan de zoon van Dawoed. Tevens was de familie van Maathaan het hoofd van de kinderen van Israël en van de Schriftgeleerden.

(al-Kaamil fie at-Taariekh)

Ibn Kathier (moge Allah hem begenadigen) zegt in al-Biedaayah wa an-Nihaayah: “Er bestaat geen meningsverschil dat Maryam (vrede zij met haar) voortkomt uit de familie van Dawoed (vrede zij met hem). Haar vader cImraan stond in zijn tijd bekend als iemand die veelvuldig het gebed plachte te verrichten.

Sheich al-Islaam ibnoe Taymiyyah (moge Allah hem begenadigen) heeft gezegd: “Er is geen twijfel dat het volk van Moesa (vrede zij met hem) bestond uit de kinderen van Israël. In hun taal werd de Thora nedergedaald, uit hen is de Messias voortgekomen en in hun taal sprak hij. Geen van beide profeten sprak een andere taal dan de Aramese taal (Hebreeuws). Tevens sprak geen van beiden Romeins, Asyrisch, Grieks of Koptisch.

(al-Djawaab as-Sahieh liman baddala dien al-Masieh)

Ook zegt hij: “En het is bekend onder de christenen dat de Messias alleen de Aramese taal sprak, zoals de meeste profeten van de Kinderen van Israël. Ook werd hij besneden na het zevende jaar. Hij plachte te bidden in dezelfde richting als hen en verrichtte het gebed niet richting het oosten en beval hier ook niet naartoe te bidden.

(al-Mardjic us-Saabiq)

www.islamqa.com