Zij die op de Profeet lijken

5285

Vraag:

Is het toegestaan voor ons om te zeggen van iemand dat hij enige gelijkenis vertoont met de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem)?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er is niets mis mee wanneer een moslim zegt dat die en die lijkt op de Profeet (vrede zij met hem) als dat echt het geval is aangaande die persoon. Ongeacht of dit nu gaat om fysieke zaken of het karakter.

Er is overgeleverd dat al-Baraa’ ibnoe ʿAazib zei: “De Profeet (vrede zij met hem) zei tegen ʿAli: “Jij bent van mij en ik ben van jou.” En hij (vrede zij met hem) zei tegen Djaʿfar: “Jij lijkt fysiek op mij en in karakter.” En hij (vrede zij met hem) zei tegen Zayd: “Jij bent onze broeder en onze vriend (Mawla).”

(al-Boekhaarie)

Soortgelijke dingen werden ook gezegd door veel van de metgezellen. Er is overgeleverd dat Anas ibnoe Maalik zei: “Niemand leek meer op de Profeet (vrede zij met hem) dan al-Hasan ibnoe ʿAli.”

(al-Boekhaarie)

En hij zei over al-Hoesayn ibnoe ʿAli: “Hij leek het meest van hen op de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem).”

(al-Boekhaarie)

Al-Haafidh ibnoe Hadjar zei: “Degenen die op de Profeet (vrede zij met hem) leken, met uitzondering van al-Hasan en al-Hoesayn, waren: Djaʿfar ibnoe abie Taalib en zijn zoon ʿAbdoellaah ibnoe Djaʿfar, Qoetham ibn ul-ʿAbbaas ibn ʿAbdil-Moettalib, Aboe Soefyaan ibn ul-Haarith ibn ʿAbdil-Moettalib en Moeslim ibnoe ʿAqiel ibn abie Taalib.

De mensen buiten Banoe Haashim waren: As-Saa’ib ibnoe Yazied al-Moettalibie, de overgrootvader van Imam ash-Shaafiʿie, ʿAbdoellaah ibnoe ʿAamir ibnoe Kariez al-ʿAbshamie en Kaabis ibnoe Rabieʿah ibnoe ʿAdiyy. En dit loopt op tot tien.”

(Fath ul-Baarie, boekdeel 7, blz.97)

Ibn ul-Djawzie zei: “Onder de Taabiʿien was er een man genaamd Kaabis ibnoe Rabieʿah as-Saamie. Hij leek op hem (de Profeet). Moeʿaawiyah liet hem komen, kuste hem op zijn voorhoofd en gaf hem iets. Toen Anas ibnoe Maalik hem zag, huilde hij.”

(Kashf al-Moeshkil min Hadieth is-Sahiehayn, boekdeel 1, blz. 42)

Sommige geleerden noemden andere mensen dan deze. Eenieder die volledige kennis heeft van de eigenschappen van de Profeet (vrede zij met hem) zal dat begrijpen.

Ibnoe ʿAbdil-Haadie zei over een man genaamd ʿAbdoellaah ibnoe ʿAwaanah al-Maghribie, die een tijdgenoot van hem was: “Meer dan één van de geleerden die kennis had van de eigenschappen van de Profeet (vrede zij met hem) vertelde mij dat deze man, al-Maghribie, fysieke gelijkenissen had met de Profeet (vrede zij met hem).”

(Soeboel ul-Hoeda war-Rashaad fie Sierati khayr il-ʿIbaad, boekdeel 2, blz. 117)

Gelijkenissen kunnen daarnaast ook in termen van karakter of houding zijn.

Hoedhayfah ibn ul-Yamaan zei: “Degene die het meest lijkt op de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) in termen van gedrag, nederigheid en waardigheid, was Ibnoe Oemmoe ʿAbd.”

(al-Boekhaarie)

En Ibnoe Oemmi ʿAbd is ʿAbdoellaah ibn Masʿoed.

Er is overgeleverd dat ʿAa’ishah, de moeder der gelovigen, zei: “Ik heb nog nooit iemand gezien die meer leek op de Boodschapper van Allah in termen van gedrag, nederigheid en waardigheid, of op de wijze van staan en zitten, dan Faatimah,de dochter van de Profeet (vrede zij met hem).”

(at-Tirmidhie en Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

De woorden ‘gedrag, nederigheid en waardigheid’ zijn verwant in betekenis; ze verwijzen naar goede manieren, zachtmoedigheid, bedaardheid, enzovoort (zie ʿAwn ul-Maʿboed,boekdeel 14, blz. 87).

(Mirqaat ul-Mafaatieh Sharh Mishkaat ul-Masaabieh, boekdeel 7, blz. 2.969)

En Allah weet het het beste.

Islamqa.com