Zinaa in de Ramadan en boetedoening

18078

Vraag:

Drie of vier jaar geleden heb ik gedurende de dag van Ramadan de zonde van Zinaa (ontucht) gepleegd (moge Allah mij vergeven). Ik verrichtte het gebed niet en vastte ook niet. Ik vastte slechts voor andere mensen en verrichtte het gebed alleen als ik geen andere keus had dan in het bijzijn van oudere mensen. Ik ben vrijgezel en ik heb -alle lof zij Allah- berouw getoond aan Allah de Verhevene, de Meest Genadevolle, de Vergevingsgezinde. Verheerlijkt is Hij.

Moet ik boetedoening (Kaffaarah) doen voor de zonde van het plegen van ontucht overdag tijdens de Ramadan?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Wij prijzen Allah de Verhevene dat Hij jou heeft geleid om berouw te tonen voor deze grote zonde. Wanneer iemand de heiligheid van deze heilige maand schendt door het plegen van Zinaa, dan is het tonen van berouw een Gunst van Allah die recht heeft op dankbaarheid en waardering. De grootste daad van dankbaarheid is het vasthouden hieraan, erin volharden en het veelvuldig vragen van vergiffenis (aan Allah). Ook het hebben van spijt voor wat er in het verleden is gebeurd en naar Allah keren voor excuses en vergiffenis op momenten waarin de Doecaa’ (smeekbede) wordt verhoord. In de hoop dat Allah jouw berouw zal accepteren en wat er in het verleden is gebeurd zal vergeven. Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

“O jullie die geloven, toon berouw aan Allah met oprecht berouw. Wellicht zal jullie Heer jullie slechte daden voor jullie kwijtschelden en jullie Tuinen doen binnentreden waaronder rivieren stromen. De Dag waarop Allah de Profeet en degenen die (samen) met hem geloven niet zal vernederen. Hun licht zal voor hen en aan hun rechterzijde voortbewegen (d.w.z. schijnen). Zij zullen zeggen: “Onze Heer vervolmaak voor ons ons licht en vergeef ons. Voorwaar, U bent tot alles in staat.”

(Soerat at-Tahriem: 8)

De boetedoening is voor jou verplicht (deze te voldoen) volgens de consensus van de Foeqahaa’ (Islamitische juristen) van de vier Madhhabs (wetscholen). Zij hebben vermeld dat de boetedoening1 voor geslachtgemeenschap gedurende de dag tijdens de Ramadan, verplicht is in situaties zoals die van jou. Het maakt niet uit of er in een toegestane relatie (huwelijk) geslachtsgemeenschap heeft plaats gevonden of in een verboden relatie. Als het in een verboden relatie heeft plaatsgevonden, dan wordt hieraan de zonde van verdorvenheid toegevoegd en het overtreden van de Grenzen van Allah. Dit komt bovenop de zonde van het schenden van de heiligheid van het vasten en de heilige maand (Ramadan).

Al-cImraanie (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Als hij ontucht pleegt met een vrouw overdag in de Ramadan….heeft hij het vasten verbroken (en hij vermeldde dat boetedoening verplicht is).”

(al-Bayaan fie Madhhab il-Imaam ish-Shaaficie, boekdeel 3, blz. 525)

De geleerden van het Permanente Comité voor het geven van Fatwa’s zeiden: “De Profeet (vrede zij met hem) gaf het oordeel aan door boetedoening verplicht te stellen voor een bedoeïen, omdat hij tijdens de Ramadan overdag opzettelijk met zijn vrouw geslachtsgemeenschap had, terwijl hij aan het vasten was. Dit was een uitleg van zijn (vrede zij met hem) kant achter de reden voor het oordeel (dat boetedoening verplicht is).

Dat het verhaal verwijst naar een bedoeïen die geslachtsgemeenschap had met zijn vrouw, houdt in dat boetedoening ook is vereist bij geslachtsgemeenschap met een slavin en in het geval van Zinaa (ontucht). Dit is hetgeen waar de Foeqahaa’ (Islamitische juristen) het over eens zijn. Zij zijn het ook mee eens dat de getoonde spijt van degene die geslachtsgemeenschap had, geen invloed heeft op de verplichting van de boetedoening.”

(Fataawa al-Ladjnat ud-Daa’imah, boekdeel 10, blz. 300)

 

1.     De bedoelde boetedoening kun je hier vinden.