107: Soerat al-Maacoen

13277

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Heb je degene gezien die de Verrekening loochent.

Hij is het die de wees wegduwt.

En (een ander) niet aanspoort tot het voeden van de behoeftige.

O, wee degenen die het gebed verrichten,

Degenen die achteloos omgaan met het gebed.

Degenen die te kijk lopen.

En het (huishoudelijk) gerei weigeren.

Uitleg

Allah, de Verhevene vernedert degene die Zijn rechten en de rechten van Zijn dienaren niet in acht neemt, degene die niet gelooft in de Wederopstanding, Verrekening, en datgene waarmee de boodschappers zijn gekomen. Hij is het die de wezen met geweld van zich wegduwt en hen niet genadig is, omdat hij eenmaal niet verlangt naar de Beloning van Allah, noch Zijn Bestraffing vreest. Hij voedt de behoeftige niet, laat staan dat hij anderen hiertoe aanspoort. Allah waarschuwt tevens degenen die het gebed verrichten, maar daarmee achteloos omgaan, de gebedstijden niet in acht nemen en de zuilen ervan niet nakomen, terwijl het gebed de beste vorm van aanbidding is om tot Allah toenadering te vinden. Met het achteloos omgaan met het gebed wordt niet bedoeld, het zich vergissen tijdens het gebed, want dit overkwam zelfs de Profeet (vrede zij met hem).

Allah heeft degenen die achteloos omgaan met het gebed omschreven als zij die te kijk lopen, hardvochtig en ongenadig zijn. Met elke daad die zij verrichten, zoeken zij de aandacht van de mensen op en zij weigeren de meest basale benodigdheden uit te lenen, laat staan iets kostbaars.

Deze Soerah benadrukt het belang van het op een edele wijze behandelen van de wezen en de behoeftigen, het in acht nemen van het gebed, het waken erover, het hebben van oprechte intenties tijdens het verrichten van daden van aanbidding, en het uitlenen van de bezittingen om anderen daarmee te helpen.