77: Soerat Al-Mursalat: De Opgestuurden

8015

De Opgestuurden

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.

Bij de met zede Opgestuurden.

Bij de met vaart Voortsnellenden.

Bij de met spreiding Uitgespreidenen.

Bij de met scheiding Scheidenden.

Bij de met vermaning Aanreikenden.

Als (verwerping van) schijnreden of waarschuwing.

Waarlijk wat jullie aangezegd is, zal zeker plaatsvinden.

Wanneer de sterren uitdoven.

En wanneer de hemel opensplijt.

En wanneer de bergen worden opgeblazen.

En wanneer de Boodschappers op een vastgestelde tijd worden verzameld.

Tot welke Dag is respijt verleend?

Tot de Dag der Beoordeling.

En wat doet jou weten wat de Dag der Beoordeling is?

Wee die Dag de loochenaars!

Hebben Wij de eersten niet weggevaagd?

Deden Wij hen daarna niet opvolgen door de laatsten?

Zo handelen Wij met de misdadigers.

Wee die Dag de loochenaars!

Hebben Wij jullie niet geschapen uit onbeduidend water?

Vervolgens plaatsten Wij dit in een stevige rustplaats.

Tot een vastgestelde tijdstip.

Wij hebben deze (dracht) vastgesteld en Wij zijn de beste Vaststellers.

Wee die Dag de loochenaars!

Hebben Wij de aarde niet als berging gemaakt.

Zowel voor de levenden als de doden.

En Wij plaatsten daarop hoge, stevige bergen en Wij schonken jullie zoet water.

Wee die Dag de loochenaars!

Gaat af op wat jullie plachten te loochenen.

Gaat af op een schaduw met drie vertakkingen.

Die niet beschaduwt en niet baat tegen de vlammen.

Zij (de Hel) werpt vonken af als een kasteel.

Alsof zij zwarte kamelen zijn.

Wee die Dag de loochenaars!

Dat is een Dag waarop zij niet spreken.

En hen wordt geen verlof gegeven om zich te verschonen.

Wee die Dag de loochenaars!

Dit is de Dag der Beoordeling waarop Wij jullie en de eersten verzamelen.

Als jullie beschikken over een list, brengt deze dan voort.

Wee die Dag de loochenaars!

Waarlijk, de godsvruchtigen komen schaduwen en bronnen toe.

En vruchten van (alle soorten) die zij begeren.

Eet en drinkt aangenaam vanwege wat jullie plachten te verrichten.

Waarlijk, zo belonen Wij de weldoeners.

Wee die Dag de loochenaars!

Eet en geniet even, waarlijk jullie zijn misdadigers.

Wee die Dag de loochenaars!

En als er tegen hen gezegd wordt: “Buigt jullie,” dan buigen zij niet.

Wee die Dag de loochenaars!

In welke vertelling na deze (Koran) zullen zij dan geloven?

Uitleg

Allah zweert bij de met zede Opgestuurden dat de wederopstanding en de verrekening van de daden zullen plaatsvinden. De ‘met zede Opgestuurden’ slaat op de Engelen die door Allah erop uitgestuurd worden met Zijn Wilsbeschikkingen, Richtsnoeren en Openbaring aan Zijn Boodschappers.

‘Zede’ betreft één van de kenmerken van de Engelen. Zij zijn uitgezonden met zedelijkheid, wijsheid en nuttigheid, niet met verschrikking of nutteloosheid.

‘Bij de met vaart Voortsnellenden.’ Hier betreft het wederom de Engelen die door Allah, de Verhevene, gezonden zijn en door Hem beschreven worden als zijnde voortvarend in het uitvoeren van Zijn Bevel, snel als een voortvarende wind. Een andere interpretatie is dat hier melding wordt gemaakt van hevige winden die krachtig waaien.

‘Bij de met spreiding Uitgespreidenen’ Er wordt hier of gedoeld op de Engelen die de zaken verspreiden die zij toevertrouwd krijgen, of er wordt melding gemaakt van de wolken die als aanleiding dienen voor het opnieuw tot leven wekken van de aarde, nadat zij verdord was.

‘Bij de met vermaning aanreikenden.’ Het betreft hier de Engelen die de meest nobele bevelen aanreiken, namelijk de vermaning die bedoeld is als genade voor de dienaren. Deze vermaning die geopenbaard wordt aan de Profeten omvat al het goede en is vrij van al het slechte.

‘Als (verwerping van) schijnreden of waarschuwing.’ De vermaning geldt als waarschuwing voor de mensen wat betreft de aankomende verschrikkingen en verwerping van al hun schijnredenen zodat zij geen excuus kunnen opwerpen tegenover Allah.

‘Waarlijk wat jullie aangezegd is,’ aan wederopstanding en de verrekening van de daden ‘zal zeker plaatsvinden.’ Daarover bestaat geen twijfel of weifeling.

Wanneer dit zich dan zal voordoen, zal de wereld grote veranderingen en verschrikkingen ondergaan. Deze zaken zullen de harten in de kelen doen stokken en ellende bij eenieder oproepen. De sterren zullen verpletteren en van hun plaatsen verdwijnen. De bergen zullen verpulveren en tot uitgestrooide stof verworden. Tezamen met de aarde zullen deze bergen platgewalst worden. Op die Dag breekt de vastgestelde tijd aan voor de Profeten, zodat er geoordeeld wordt tussen hen en hun volkeren.

‘Tot welke Dag is respijt verleend?’ De vragende zinswijze duidt op de ernst, grootsheid en huiveringwekkendheid van die Dag.

Vervolgens antwoordt Hij, de Verhevene: “Tot de Dag der Beoordeling,” tussen de schepselen. Ook wordt eenieder van hen zelfstandig ter verantwoording geroepen.

Daarna waarschuwt Allah de loochenaar van deze Dag met de volgende woorden: “Wee die Dag de loochenaars!” Oftewel, wat een spijt, verschrikkelijke foltering en eindbestemming stelt Allah hen in het vooruitzicht. Zij komen in aanmerking voor deze verschrikkingen vanwege het loochenen van datgene waarbij Allah zweert.

Hebben Wij niet de eerdere loochenaars vernietigd? Waarna Wij de latere loochenaars dezelfde lotsbestemming deden ondergaan. Dit is de vaste werkwijze van Allah aangaande de misdadigers. Waarom laten jullie je dan niet vermanen door datgene wat jullie zien en horen?

‘Wee die Dag de loochenaars!’ Nadat de duidelijke tekenen tot hen zijn gekomen.

Hebben Wij jullie, O mensen, niet voortgebracht uit ‘onbeduidend water’? Uiterst armetierig, afkomstig van tussen de lendenen. Waarna Allah ‘dit in een stevige rustplaats’ settelde, namelijk de baarmoeder.

‘Wij hebben deze dracht vastgesteld’ en bepaald om tot ontwikkeling te komen in de duisternis van de baarmoeder. Zo faseerden wij deze dracht van een levenskiem naar een bloedklonter waarna Wij dit deden overgaan in een vleeskauwsel om uiteindelijk tot een volwaardig lichaam te volgroeien. Waarna de ziel in dit lichaam wordt ingeblazen en onder hen is er een aantal dat vroegtijdig sterft.

‘En Wij zijn de beste Vaststellers.’ Hiermee refereert Allah naar Zichzelf, want Zijn Beschikking is het gevolg van Zijn Wijsheid en Prijzenswaardigheid.

Hebben Wij jullie niet begunstigd met het beschikbaar stellen van de aarde ten behoeve van jullie belangen. Wij maakten haar tot een berging voor de levenden in de vorm van bovengrondse woningen en voor de doden in de vorm van ondergrondse rustplaatsen. Zoals woningen en paleizen gunsten zijn van Allah jegens Zijn dienaren, zo zijn de graven ook een gunst waarmee de Genade van Allah tot uiting komt, want daarin worden de lijken opgeborgen en uit het zicht van roofdieren gehouden.

‘En Wij plaatsten daarop hoge, stevige bergen,’ die de aarde verstevigen, om zodoende de mensen een ferme ondergrond te bieden.

‘En Wij schonken jullie zoet water.’ Verkwikkend en drinkbaar. Allah zegt tevens (interpretatie van de betekenis):

“Hoe denken jullie dan over het water dat jullie drinken? Zijn jullie het die het uit de wolken doet neerkomen, of zijn Wij de neerzenders? Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het tot zout water maken. Waren jullie maar dankbaar!”

(Soerat al-Waaqicah: 68-70)

‘Wee die Dag de loochenaars!’ Ondanks al deze gunsten die zij ervaren en die afkomstig zijn van Allah, hebben zij ervoor gekozen om deze te loochenen.

Tot de bestraffing die voor deze mensen in het verschiet ligt, behoort het feit dat op de Dag der Opstanding tegen hen wordt gezegd: “Gaat af op een schaduw met drie vertakkingen.” Oftewel stevent af op de schaduw van het Hellevuur die gekenmerkt wordt door drie vertakkingen van Vuur die elkaar afwisselen en samenkomen.

‘Die niet beschaduwt.’ Oftewel, die geen rust biedt, noch kalmte. ‘En niet baat tegen de vlammen.’ Het opzoeken van deze schaduw zal de intensiteit van de Bestraffing niet korten. Het is zelfs zo dat men van alle kanten omgeven wordt door het Vuur. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Er zullen boven hen lagen van Vuur zijn en onder hen lagen.” (Soerat az-Zoemar: 16)

En (interpretatie van de betekenis):

“Voor hen is er een plaats van Hellevuur en boven hen zijn er bedekkingen (van Vuur) en zo vergelden Wij de onrechtplegers.” (Soerat al-Acraaf: 41)

Daarna brengt Allah de hevigheid van de vonken van het Vuur onder de aandacht. Een voorstelling die angst inboezemt. Zo zegt Hij: “Zij (de Hel) werpt vonken af als een kasteel. Alsof zij zwarte kamelen zijn.” Zwarte kamelen die een goudkleurige gloed naderen. Dit duidt erop dat het Vuur duister is, alsmede zijn vlammen, kool, en vonken. Afschrikwekkend en extreem heet. Moge Allah ons hiervoor behoeden en voor het zich inlaten met daden die hiernaar leiden.

‘Wee die Dag de loochenaars!’ Oftewel, deze grootse Dag zal zwaar zijn voor de loochenaars. Zij zullen vanwege de hevige vrees en schrik niet in staat zijn te spreken.

‘En hen wordt geen verlof gegeven om zich te verschonen.’ Hun verontschuldigingen zullen niet aanvaard worden. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Op die Dag zullen de verontschuldigingen van degenen die onrecht pleegden hen niet baten. En hen zal geen gelegenheid worden gegeven om berouw te tonen.” (Soerat ar-Roem: 57)

‘Dit is de Dag der Beoordeling waarop Wij jullie en de eersten verzamelen,’ om tussen jullie en de rest van de schepselen te oordelen.

‘Als jullie beschikken over een list,’ en de mogelijkheid hebben om buiten Mijn Koningschap te treden en je te vrijwaren van Mijn Bestraffing, laat dit dan niet achterwege, maar ‘brengt deze dan voort.’ Het mag echter duidelijk zijn dat niemand hiertoe in staat is. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

‘O verzameling van djinn en mensen, als jullie in staat zijn buiten de uiteinden van de hemelen en aarde te treden, doe dit dan. Maar jullie zullen dit slechts met behulp van een (grote) Macht kunnen.’ (Soerat ar-Rahmaan: 33)

Op die Dag zullen de listen van de onrechtplegers op niets uitlopen en zullen zij zich overgeven aan de Bestraffing van Allah. Ook zullen op die Dag hun leugens door Allah blootgelegd worden. ‘Wee die Dag de loochenaars!’

Na het benoemen van de Bestraffing van de loochenaars, wordt er ingegaan op de beloning van de weldoeners. Allah zegt namelijk: “Waarlijk, de godsvruchtigen komen schaduwen en bronnen toe.” Degenen die gekenmerkt worden door waarachtigheid betreffende hun uitspraken en daden verkeren in schaduwen van verscheidene bomen en bronnen van nectar e.d..

‘En vruchten van (alle soorten) die zij begeren.’ Tegen hen wordt er dan gezegd: “Eet en drinkt aangenaam,” van alle heerlijke etenswaren en smaakvolle dranken, zonder enige vorm van sfeerbederf. Er kan alleen gesproken worden van ultieme gelukzaligheid als het voedsel en het drinken vrij zijn van iedere tekortkoming en men de zekerheid heeft dat dit aanhoudend is. Dit is dan ook het geval.

‘Vanwege wat jullie plachten te verrichten.’ Het zijn dus de daden die toegang bieden tot de Eeuwige Tuinen van het Paradijs. Dit geldt voor eenieder die uitmunt in het aanbidden van zijn Heer, vandaar dat Allah zegt: “Waarlijk, zo belonen Wij de weldoeners.”

‘Wee die Dag de loochenaars!’ Zou deze vergelding zich beperken tot het mislopen van al deze voorgenoemde gunsten, dan volstaat dit als leed en ontzegging.

‘Eet en geniet even, waarlijk jullie zijn misdadigers.’ Dit is een strenge waarschuwing en vermaning aan het adres van de loochenaars. Ondanks het feit dat zij aten en dronken in het wereldse leven, genoten van allerlei geneugten en onachtzaam waren over de daden van toenadering tot Allah zijn zij misdadigers en komt hen datgene toe wat de misdadigers toekomt. Zij zullen afgesneden worden van de geneugten en gevolgd worden door de smet van hun ontsporingen.

‘En als er tegen hen gezegd wordt: “Buigt jullie,” dan buigen zij niet.’ Tot hun misdaden behoort dat wanneer zij opgedragen worden om het gebed te verrichten, zij dit weigerden. Is er dan een misdaad te bedenken die groter is dan het verwaarlozen van het gebed? Bestaat er een verloochening groter dan deze?

‘Wee die Dag de loochenaars!’ Tot het verlies dat zij zullen lijden behoort het dichtgeslagen worden van de poorten van succes in hun gezichten. Want zij hebben namelijk de Koran verloochend die als de hoogste graad van waarachtigheid en overtuiging te boek staat.

‘In welke vertelling na deze (Koran) zullen zij dan geloven?’ Is het de valsheid waarin zij geloven of de woorden van een leugenachtige veelgodenaanbidder? Buiten het heldere Licht rest voor hen niets anders dan duisternis. Buiten het geloven in de duidelijke bewijzen rest er voor hen niets anders, dan de grote leugen. Moge zij vanwege hun wandaden verlies lijden! Hoe blind zijn zij niet. Verdoemd en ellendig zijn zij! Moge Allah ons welzijn en vergeving schenken. Hij is de Meest Edele, de Meest Vrijgevige.