79: Soerat an-Nazicaat

7808

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.

Bij de krachtig uitrukkenden.

Bij de gemoedelijk onttrekkenden.

Bij de telkens op en neer gaanden.

En de snel vooruit stevenden.

En de zaakbestuurders.

Op de Dag dat de (eerste) beving beeft.

Zal zij opgevolgd worden door de (tweede) beving.

Harten zullen op die Dag ontsteld zijn.

Hun blikken terneergeslagen.

Zij zeggen: “Zullen wij zeker teruggekeerd worden naar de eerste scheppingsgedaante.”

Als wij vergruisde beenderen zijn geworden.

Zij zeiden: “Dat is dan een verloren terugkeer.”

Waarlijk, het betreft hier slechts één enkele stoot.

En dan staan zij op de aardbodem.

Is het verhaal van Moesaa tot jou gekomen?

Toen zijn Heer hem riep in de heilige vallei van Toewaa.

(Zeggende:) “Ga naar Fircauwn, waarlijk, hij is alle grenzen te buiten gegaan.”

En zeg: “Ben je bereid jezelf te reinigen?”

En dat ik jou naar jouw Heer zal leiden, opdat jij Hem vreest?

Waarna hij hem de grote teken(en) liet zien.

Maar hij loochende en was ongehoorzaam.

Vervolgens wendde hij zich af en ijverde.

Toen verzamelde hij (zijn troepen) en riep uit.

Zeggende: “Ik ben jullie Heer, de allerhoogste!”

Waarna Allah hem greep met de bestraffing in het laatste en het eerste,

Waarlijk, daarin is zeker lering voor wie vreest.

Is jullie schepping complexer dan die van de hemel die Hij heeft gebouwd?

Hij verhief zijn plafond en gaf hem vorm.

En Hij maakte zijn nacht duister en zijn dag licht.

En de aarde heeft Hij daarna uitgestrekt.

En Hij bracht water en gewassen uit haar voort.

En de bergen vestigde Hij.

Als een voorziening voor jullie en jullie vee.

Op die Dag zal de mens zich herinneren wat hij nastreefde.

En de Hel zal opdoemen voor wie ziet.

Wat betreft degene die de grenzen te buiten ging.

En het wereldse leven verkoos.

Waarlijk, de Hel is dan de verblijfplaats.

En wat betreft degene die het staan voor zijn Heer vreesde, en de ziel weerhield van (valse) begeerte.

Waarlijk het Paradijs is dan de verblijfplaats.

Zij vragen jou naar het Uur, wanneer dit zal plaatsvinden?

Hoe kun jij hiervan melding maken?

Bij jouw Heer eindigt (de kennis) hierover.

Waarlijk, jij bent slechts een waarschuwer voor degene die hem (het Uur) vreest.

Op die dag dat zij het (Uur) zien, lijkt het alsof zij hierin slechts een namiddag of haar ochtend doorbrachten.

Uitleg

Bij aanvang van dit hoofdstuk wordt er gezworen bij de weledele Engelen en hun verrichtingen die blijk geven van hun volledige gehoorzaamheid aan Allah, de Verhevene en hun gretigheid betreffende het uitvoeren van Zijn bevelen. Hoogstwaarschijnlijk is de reden waarom hier een eed wordt afgelegd het bevestigen van de vergelding en de wederopstanding. Dit blijkt uit de navolgende verzen waarin een omschrijving wordt gegeven van de toestand van de Dag der Opstanding.

Een andere mogelijkheid is dat er hier een eed wordt afgelegd bij de Engelen om het geloof in hen te onderschrijven. Omdat het geloven in de Engelen tot de zes zuilen van het geloof behoort. Het benoemen van hun verrichtingen is nauw verbonden aan de vergelding die plaatsvindt voor, tijdens en na de dood waarover zij door Allah als verantwoordelijken zijn aangesteld.

‘Bij de krachtig uitrukkenden.’ Het betreft hier de Engelen die de zielen met kracht uit de lichamen onttrekken om vervolgens deze hun verrekening te laten ondergaan.

‘Bij de gemoedelijk onttrekkenden.’ Het betreft hier wederom de Engelen die vol ijver en kracht de zielen onttrekken. Een andere mogelijke betekenis luidt dat het zacht onttrekken ziet op de zielen van de gelovigen en het krachtig uitrukken op de zielen van de ongelovigen.

‘Bij de telkens op en neer gaanden.’ Oftewel, de Engelen die zich steeds op en neer voortbewegen in de hemel.

‘En de snel vooruit stevenden.’ Zij snellen zich toe naar het uitvoeren van het Bevel van Allah. Ook zijn zij de satans voor in het overbrengen van de Openbaring aan de Boodschappers, zodat deze niet in staat zijn maar iets hiervan af te luisteren.

‘En de zaakbestuurders.’ Die van Allah, de Verhevene, opdracht hebben gekregen om vele zaken te besturen, zowel in de hemelen als op aarde. Hierbij valt te denken aan de regen, planten, wind, zeeën, embryo’s, dieren, Paradijs, Hel enz.

‘Op de Dag dat de (eerste) beving beeft.’ Dit zal plaatsvinden op de Dag der Opstanding.

‘Zal zij opgevolgd worden door de (tweede) beving.’ Die zal komen na de eerste beving.

‘Harten zullen op die Dag ontsteld zijn.’ En onthutst vanwege datgene wat zij zien en horen.

‘Hun blikken terneergeslagen.’ Vernederd, vertrapt. Hun harten overmeesterd door angst. Zij zijn overmand door spijt en berouw.

‘Zij zeggen: ,,Zullen wij zeker teruggekeerd worden naar de eerste scheppingsgedaante?’ Oftewel, de ontkenners van de wederopstanding, waren gewoon om spottend en afwijzend te vragen: “Zullen wij na de dood opgewekt worden.”

‘Als wij vergruisde beenderen zijn geworden?’ Zij verloochenden de wederopstanding.

‘Zij zeiden: ,,Dat is dan een verloren terugkeer.’ Zij achtten het ondenkbaar dat Allah hen uit de dood zou opwekken en in hun overblijfselen nieuw leven zou blazen. Dit omdat zij onwetend zijn over de Macht van Allah.

‘Waarlijk, het betreft hier slechts één enkele stoot.’ Ter verduidelijking van het gemak waarmee Allah deze zaak kan bewerkstelligen, voert hij dit vers als bewijs aan.

‘En dan staan zij op de aardbodem.’ Het behoeft dus niet meer dan één stoot en alle schepselen staan op het aardoppervlak. Wachtend op de komst van de Almachtige Die vervolgens tussen hen zal oordelen en eenieder zal belonen voor zijn daden.

‘Is het verhaal van Moesaa tot jou gekomen?’ Allah wijst Zijn Profeet Mohammed middels deze vraag op het belang van dit grootse voorval.

‘Toen zijn Heer hem riep in de heilige vallei van Toewaa.’ De plaats waar Allah Moesaa heeft toegesproken, bevoorrecht met de Profeetschap, hem zond met de Openbaring en hem uitverkoos.

(Zeggende:) ,,Ga naar Fircauwn, waarlijk, hij is alle grenzen te buiten gegaan.” Vermaan hem vanwege zijn tirannie, veelgoderij en buitensporigheid. Dit aan de hand van een zachte toon en een vriendelijke benadering. Wellicht dat hij zich laat vermanen of zal vrezen.

‘En zeg: ,,Ben je bereid jezelf te reinigen,’ en in aanmerking te komen voor een prijzenswaardige eigenschap waar de mensen van verstand zich naar toesnellen? Namelijk: het reinigen van de ziel van het vuil van ongeloof en tirannie om deze vervolgens te tooien met geloof en goede daden

‘En dat ik jou naar jouw Heer zal leiden, opdat jij Hem vreest?’ Ik kan jou namelijk naar je Heer leiden door jou bekend te maken met de zaken die Hem welgevallig zijn en de zaken die Hij verafschuwt, zodat jij op de hoogte zal zijn van het Rechte Pad. Maar Fircauwn weigerde in te gaan op de uitnodiging van Moesaa.

‘Waarna hij hem de grote teken(en) liet zien.’ Oftewel een scala aan wonderen.

‘Maar hij loochende en was ongehoorzaam.’ Hij loochende de Waarheid en stelde zich ongehoorzaam op aan het bevel.

‘Vervolgens wendde hij zich af en ijverde,’ in het bestrijden van de Waarheid.

‘Toen verzamelde hij (zijn troepen) en riep uit, zeggende: ,,Ik ben jullie Heer, de allerhoogste!” Waarna gehoor werd gegeven aan zijn tirannieke oproep en de troepen onderwierpen zich aan Fircauwn.

‘Waarna Allah hem greep met de bestraffing in het laatste en het eerste,’ en deze bestraffing als voorbeeld stelde wat betreft de hevigheid van Allah’s vergelding in het wereldse leven en in het Hiernamaals.

‘Waarlijk, daarin is zeker lering voor wie vreest.’ Want het is slechts de godvrezende die lering trekt uit dit soort vertellingen. Als hij geconfronteerd wordt met een verhaal als deze, dan weet hij dat eenieder die zich opstandig gedraagt tegenover Allah een verschrikkelijke bestraffing in zowel het wereldse leven als in het Hiernamaals tegemoet gaat. Terwijl degene wiens hart leeg is van godvrees zich in geen enkel opzicht door de tekenen laat vermanen.

‘Is jullie schepping complexer dan die van de hemel die Hij heeft gebouwd.’ En die gekenmerkt wordt door onwaarschijnlijke hoogte en omvang.

‘Hij verhief zijn plafond en gaf hem vorm.’ Dit op een ongeëvenaarde, duizelingwekkende wijze.

‘En Hij maakte zijn nacht duister en zijn dag licht.’ Allah, de Verhevene, doet de aarde middels de nacht opgaan in duisternis en als Hij weer het licht doet verschijnen, dan slaan de mensen aan het werk, zoekende naar hun levensonderhoud.

‘En de aarde heeft Hij daarna uitgestrekt,’ en gevuld met baatvolle zaken.

‘En Hij bracht water en gewassen uit haar voort. En de bergen vestigde Hij,’ stevig in de grond. Het uitstrekken van de aarde vond plaats na het scheppen van de hemelen zoals vermeld staat in dit vers. Wat betreft de schepping van de aarde zelf, deze vond plaats voor de schepping van de hemelen, zoals ons te kennen wordt gegeven in andere verzen. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Hij is Degene Die voor jullie alles wat op aarde is geschapen heeft, daarna wendde Hij zich tot de hemel en vormde deze tot zeven hemelen.”

(Soerat al-Baqarah: 29)

Degene Die in staat is om deze overweldigende hemelen en uitgestrekte aarde te scheppen, is ongetwijfeld in staat om de schepping na de dood op te wekken om deze vervolgens ter verantwoording te roepen voor hun daden. Vandaar dat Allah, de Verhevene, na het aanhalen van de voorgenoemde zaken het aanbreken van het Uur aansnijdt.

‘Wanneer dan de Overweldigende Gebeurtenis aantreedt.’ Met andere woorden, wanneer de Dag der Opstanding zich voordoet met al zijn verschrikkingen, op die Dag zal zelfs een vader zijn kind veronachtzamen, een vriend zijn kompaan en een geliefde zijn beminde.

‘Op die Dag zal de mens zich herinneren wat hij nastreefde,’ aan goeds en slechts in het wereldse leven. Hij zal wensen dat zijn verdiensten met het gewicht van een mosterdzaad zouden toenemen en iedere mosterdzaad aan zonde doet hem treuren en wenen. Op die dag komt hij erachter dat het zijn daden in het wereldse leven zijn die de doorslag geven.

‘En de Hel zal opdoemen voor wie ziet.’ De Hel zal namelijk gereedgemaakt worden voor de zijnen.

‘Wat betreft degene die de grenzen te buiten ging.’ Door zich schuldig te maken aan de grote zonde.

‘En het wereldse leven verkoos,’ boven het Hiernamaals, beperkte zich tot het nastreven van wereldse zaken, besteedde zijn tijd slechts aan het verzadigen van zijn lusten en geneugten en vergat te werken voor het Hiernamaals.

‘Waarlijk, de Hel is dan de verblijfplaats,’ van degene die zich aan het voorgenoemde schuldig maakte.

‘En wat betreft degene die het staan voor zijn Heer vreesde, en de ziel weerhield van (valse) begeerte.’ Door de angst in zijn hart voor de vergelding van zijn Heer te laten prevaleren en de begeerten uit het veld te slaan, die afhouden van het gehoorzamen van Allah. In zo’n mate dat zijn begeerten in overeenstemming werden gebracht met datgene waarmee de Profeet (vrede zij met hem) is gekomen.

‘Waarlijk het Paradijs is dan de verblijfplaats.’ Dat al het goede, blijdschap en gunsten behelst.

‘Zij vragen jou naar het Uur, wanneer dit zal plaatsvinden?’ De halsstarrige ontkenners vragen naar het aanbreken van het Uur.

Waarna Allah, de Verhevene, hen antwoordde: “Hoe kun jij hiervan melding maken?” Oftewel, wat voor nut heeft het voor jou en hen om hiervan weet te hebben. Dit heeft geen enkele nut!

Vandaar dat Allah, de Verhevene, deze zaak voor Zichzelf gehouden heeft, zeggende: “Bij jouw Heer eindigt (de kennis) hierover.”

‘Waarlijk, jij bent slechts een waarschuwer voor degene die hem (het Uur) vreest.’ Oftewel, het zijn slechts degenen die vrees hebben voor het Uur en de Verrekening die werkelijk baat zullen hebben bij jouw waarschuwing. Wie hier echter niet in gelooft en hier geen aandacht aan schenkt, aan hem zijn deze worden niet besteed. Het betaamt de Allerwijze niet om enige aandacht aan dit soort mensen te schenken.