87: Soerat al-aclaa

11134

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Prijs jouw Heer, de Allerhoogste.

Degene Die schiep en vervolgens vorm gaf.

En Degene Die afmat en leidde.

En Degene Die het gewas deed groeien.

Vervolgens maakte Hij dit tot verdorde zwarte stro.

Wij zullen jou doen reciteren waarna jij niet zult vergeten.

Behalve wat Allah wil. Hij is op de hoogte van het openlijke en het verborgene.

En Wij zullen het gemakkelijke voor jou vergemakkelijken.

Vermaan daarom, in het geval de vermaning baat.

Hij die Allah vreest zal zich laten vermanen.

En de ellendeling zal zich van haar (de vermaning) afwenden.

Die het Grote Vuur zal binnentreden.

Vervolgens zal hij daarin niet sterven, noch leven.

Geslaagd is hij die zichzelf loutert.

En de Naam van Zijn Heer gedenkt en het gebed verricht.

Echter, jullie verkiezen het wereldse leven.

Terwijl het Hiernamaals beter is en blijvender.

Waarlijk, dit staat vermeld in de vroegere Geschriften.

De Geschriften van Ibraahiem en Moesaa.

Uitleg

Allah draagt ons op om Hem te prijzen in de vorm van lofuiting, dan wel aanbidding, dan wel onderwerping aan Zijn Majesteit en Grootsheid. Het prijzen van Allah dient op een zodanige wijze te gebeuren dat dit Hem schikt. Dit kan bijvoorbeeld door het gedenken van Zijn Schone Verheven Namen en Zijn Daden, zoals het scheppen van de schepping en het vervolgens vorm geven eraan.

‘En Degene Die een vaste maat afmat en iedereen hiernaar leidde.’ Onder leiding verstaan wij hier een algemene vorm van leiding. Hiermee wordt bedoeld dat ieder schepsel geleid wordt naar datgene wat hem baat. Daarna noemt Allah een aantal van Zijn wereldse Gunsten, Hij zegt (interpretatie van de betekenis): “En Degene Die het gewas deed groeien.” Oftewel: Hij doet het water neerdalen uit de hemel waardoor vele planten en gewassen uit de grond ontspruiten waarvan dieren en mensen gebruik maken. Nadat deze gewassen hun tijd hebben gehad ‘maakte Hij dit tot verdorde zwarte stro.’

Naast deze wereldse gunsten noemt Allah Zijn religieuze Gunsten, in het bijzonder de Koran, die de bron is van het geloof, Hij zegt (interpretatie van de betekenis): “Wij zullen jou doen reciteren waarna jij niet zult vergeten.” Oftewel: Wij zullen jou in staat stellen om datgene wat Wij aan jou openbaren te onthouden en te begrijpen. Dit is natuurlijk een ongekende blijde tijding aan het adres van de Profeet (vrede zij met hem): namelijk Allah zal hem kennis schenken die Hij hem niet zal laten vergeten.

‘Behalve wat Allah jou wil laten vergeten omdat hier een duidelijke wijsheid achter schuilt. Hij is op de hoogte van het openlijke en het verborgene.’ En als gevolg hiervan is Hij ook op de hoogte van wat Zijn dienaren baat. Daarom is Hij Degene Die voorschrijft wat Hij wilt en oordeelt zoals Hij wilt.

‘En Wij zullen het gemakkelijke voor jou vergemakkelijken.’ Ook dit is een blijde tijding voor de Profeet (vrede zij met hem): namelijk dat Allah Zijn Boodschapper in al zijn zaken zal leiden naar datgene wat gemakkelijk is. Tevens heeft Hij Zijn Voorschriften en godsdienst gemakkelijk gemaakt voor de dienaren.

‘Vermaan daarom, middels Zijn Wetten en Tekenen in het geval de vermaning baat.’ Met andere woorden: zolang de vermaning wordt geaccepteerd en er hiernaar geluisterd wordt, ongeacht of hier nu geheel of gedeeltelijk gehoor wordt gegeven aan de vermaning. Uit dit vers kunnen wij ook concluderen dat als wanneer de vermaning niet baat en juist tot meer slechtheid leidt of tot een vermindering van het goede, de vermaning dan niet verplicht is. Sterker nog dan is dit verboden. Als het gaat om de vermaning dan kunnen wij de mensen in twee groepen splitsen: een groep die er baat bij heeft en een groep die er geen baat bij heeft.

Wat betreft degenen die hier baat bij hebben, over hen zegt Allah (interpretatie van de betekenis): ‘Hij die Allah vreest zal zich laten vermanen.” Want het is namelijk de vrees voor Allah en de wetenschap dat Hij hem zal afrekenen voor Zijn daden dat hem ertoe zou moeten brengen om zonden te vermijden en het goede na te streven.

En wat betreft degenen die hier geen baat bij hebben, over hen zegt Allah (interpretatie van de betekenis): “En de ellendeling zal zich van haar afwenden. Die het Grote Vuur zal binnentreden.” Het Vuur dat aangestoken is en tot in de harten doordringt. Vervolgens zal hij daarin niet sterven, noch leven.’ Hij zal daarin een zware bestraffing ondergaan die geen onderbreking kent. Zij zullen zelfs de dood wensen, maar dit zal hen niet gegeven worden.

“En degenen die niet geloofden, voor hen is er het Vuur van de Hel.” (Soerat Faatir: 36)

‘Geslaagd is hij die zichzelf loutert.’ Oftewel: geslaagd is degene die zichzelf reinigt van shirk, onrecht en een slechte gedragscode.

‘En de Naam van Zijn Heer gedenkt en het gebed verricht.’ Hij die zichzelf de eigenschap aanmeet Allah veelvuldig te gedenken en zijn hart hiermee gevuld heeft. Als gevolg hiervan streeft hij alleen daden te verrichten die leiden naar het Welbehagen van Allah, in het bijzonder het gebed die de maatstaf is van het geloof. Dit is de juiste uitleg van dit vers. Wat betreft degenen die ‘Geslaagd is hij die zichzelf loutert’ uitleggen als ‘Geslaagd is hij die de Zakaat ul-Fitr betaalt’ en menen dat het vers ‘En de Naam van Zijn Heer gedenkt en het gebed verricht’ specifiek slaat op het cIed-gebed hierover zeggen wij dat ondanks dat de verzen deze betekenis in zich kunnen dragen, dit een te beperkte uitleg is.

‘Echter, jullie verkiezen het wereldse leven.’ Met andere woorden jullie verkiezen dit boven het Hiernamaals en verkiezen haar nietsbetekenende en vergankelijke gunsten boven het eeuwige leven. ‘Terwijl het Hiernamaals beter is.’ In alle opzichten is het Hiernamaals vele malen beter dan dit vergankelijke leven ‘en blijvender’ omdat het Hiernamaals staat voor het eeuwige leven en puurheid. Terwijl dit wereldse leven van voorbijgaande aard is. De gelovige verstandige persoon verkiest daarom niet het inferieure boven het superieure. Een uur genot is een eeuwigheid aan verdriet niet waard. Het houden van dit wereldse leven en het voortrekken ervan op het Hiernamaals is de hoofdoorzaak van alle zonden.

‘Waarlijk, dit wat vermeld staat aan goede bevelen en berichtgevingen in dit hoofdstuk staat ook vermeld in de vroegere Geschriften. De Geschriften van Ibraahiem en Moesaa.’ Beiden zijn zij de beste profeten, op de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) na. Dit zijn wetten die van toepassing zijn op iedere tijd en plaats en zijn steeds terug te vinden in alle andere godsdiensten omdat zij te maken hebben met beide werelden: het wereldse leven en het Hiernamaals.