Ad-Daddjaal (de valse messias) – Deel 4

9346

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof zij Allah de Heer der werelden en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah, zijn familie en metgezellen.

De dood van de Daddjaal

De Daddjaal zal omgebracht worden door de Messias cIesa ibn Maryam (Jezus, vrede zij met hem). Nadat de Daddjaal tevoorschijn komt en vele volgelingen achter zich weet te scharen, daalt cIesa ibn Maryam neer bij de oostelijke minaret in Damascus. De gelovigen verzamelen zich dan om hem heen. Hij zal samen met hen op de Daddjaal afgaan, die zich op dat moment in de richting van Bayt ul-Maqdis (Jeruzalem) bevindt. cIesa zal hem doden bij Bab-e-Lud[1]. Als de Daddjaal hem ziet, dan begint hij te smelten zoals zout in water smelt. cIesa zal tegen hem zeggen: “Ik heb iets af te handelen met jou. Jij zult niet aan mij ontkomen.” Hij haalt hem in en doodt hem met zijn speer. De volgers van de Daddjaal zullen dan allemaal op de vlucht slaan.

cAbdoellaah ibn cAmr (moge Allah tevreden zijn met hen beiden) zei: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “De Daddjaal zal verschijnen onder mijn gemeenschap en voor de duur van veertig (dagen, maanden of jaren op aarde) verblijven. Vervolgens zal Allah cIesa ibn Maryam sturen die (qua uiterlijk) gelijkenissen vertoont met cOerwah ibn Mascoed. Hij zal hem achtervolgen en (uiteindelijk) doden.”

(Moeslim)

Ook overleverde Madjmac ibn Djaariyah al-Ansaarie (moge Allah tevreden met hem zijn): “Ik hoorde de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zeggen: “De zoon van Maryam zal de Daddjaal vermoorden bij Bab-e-Lud (d.w.z. de poort van Loedd).”

(Ahmad en at-Tirmidhie)

In een andere overlevering zegt an-Nawwaas ibn Samcaan dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Iedere ongelovige die zijn geur (d.w.z. de geur van cIesa) zal ruiken, zal doodgaan. Zijn geur zal zo ver reiken als zijn zicht. Hij zal hem (de Daddjaal) achtervolgen tot aan de poort van Loedd, waar hij hem zal doden.”

(Moeslim)

Djaabir ibnoe cAbdillaah (moge Allah tevreden met hem zijn) overleverde dat de Boodschapper van Allah zei: “De Daddjaal komt tevoorschijn in een tijd waarin het geloof zich op een laag niveau bevindt en kennis is verlaten (…) Vervolgens zal cIesa ibn Maryam neerdalen, vlak voor (het aanbreken van) de ochtendschemering en hij zal roepen, zeggende: “O mensen, wat houdt jullie tegen om deze verdorven leugenaar tegemoet te gaan?” Zij zullen dan zeggen: “Deze man is een djinn.” Zij zullen dan (op de stem) afstevenen. Als zij bij cIesa ibn Maryam aankomen, dan wordt het gebed middels de Iqaamah ingeluid. Er wordt dan tegen cIesa gezegd: “Treed naar voren (om het gebed te leiden), o ziel van Allah.” cIesa zal dan zeggen: “Laat jullie (reguliere) imam naar voren treden en het gebed leiden.” Als zij het ochtendgebed hebben verricht, dan stevenen zij af op hem (d.w.z. de Daddjaal). Als cIesa de leugenaar (d.w.z. de Daddjaal) ziet, dan begint de leugenaar op te lossen zoals zout in water oplost. cIesa zal op hem afgaan en hem vermoorden.

(Ahmad)

Hiermee komt een einde aan de Fitnah van de Daddjaal en worden de gelovigen van zijn kwelling verlost. Alle lof en zegeningen zij Allah.

Team al-Yaqeen

<<< Deel 3

[1] Een plaatsje ongeveer 22 kilometer ten zuidoosten van Bayt ul-Maqdis.