1: Soerat al-Faatihah

17155

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Alle Lof zij Allah, de Heer der Werelden.

De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.

De Eigenaar van de Dag van de Afrekening.

U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.

Leid ons naar het Rechte Pad.

Het Pad van degenen die U heeft begunstigd, niet (het Pad) van degenen op wie de Toorn rust en niet (het Pad) van de dwalenden.

Uitleg

Er is begonnen met ‘In de Naam van Allah.’ Hieronder vallen alle Schone Namen van Allah. Hij is Degene van Wie wordt gehouden, Degene die aanbeden wordt en Die als Enige aanspraak maakt op onze aanbidding. Dit vanwege het bezitten van aanbiddingwaardige Eigenschappen die tevens allen Perfecte Eigenschappen zijn.

‘De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.’ Deze twee Namen geven aan dat Allah beschikt over een Allesomvattende Genade, waarop de godvruchtigen, die de volgelingen van de Profeten en Boodschappers zijn, aanspraak maken. Hen komt volledige Genade toe. Terwijl degenen buiten hen slechts beperkte Genade toekomt.

Er bestaat onder de vrome voorgangers en de grote geleerden unanimiteit over de volgende stelregel met betrekking tot het geloven in de Namen en Eigenschappen van Allah, namelijk: Als er wordt gesproken over ‘De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle’ dan kan daaruit begrepen worden dat Allah Barmhartigheid en Genade als Eigenschappen heeft. Alle gunsten vloeien dan ook voort uit Zijn Genade. Zo is het ook met al Zijn andere Namen. Over de Naam al-cAliem (de Alwetende) kan dan ook gezegd worden dat Allah de Bezitter is van Kennis die Hem in staat stelt op de hoogte te zijn van alles. Over de Naam al-Qadier (de Almachtige) kan weer gezegd worden dat Allah de Bezitter is van Macht die Hem tot alles in staat stelt.

‘Alle Lof zij Allah.’ Hiermee wordt Allah geprezen vanwege Zijn Perfecte Eigenschappen en Zijn Daden die gekenmerkt worden door Rechtvaardigheid en Gratie. Hem komt daarom ook alle Lof toe. ‘De Heer der Werelden.’ Het Arabische woord Rabb (Heer) staat voor al-Moerabbiy (de Opvoeder) van alles buiten Hem. Omdat Hij nu eenmaal alles heeft geschapen, al hun benodigdheden heeft klaargezet en hen van Zijn Voortreffelijke Gunsten heeft voorzien. Zonder deze Gunsten zou het leven onmogelijk zijn. Er is geen gunst die zij ervaren, of die is afkomstig van Allah.

Als wij het hebben over de opvoeding van Allah, dan kunnen wij deze opsplitsen in twee categorieën, namelijk:

– Een algemene opvoeding

Hieronder vallen de volgende zaken: het creëren van de schepselen, hen voorzien van onderhoud en hen leiden naar datgene wat hen baat en helpt te overleven.

– Een bijzondere opvoeding

Hieronder verstaan wij: het opvoeden van Zijn Awliyaa’ (liefkozende dienaren) aan de hand van Imaan waarnaar Hij hen leidt en deze voor hen vervolmaakt. Ook weert Hij al het slechte en datgene wat tussen Hem en Zijn Awliyaa’ kan komen af. Met andere woorden: zij worden geleid naar al het goede en worden beschermd tegen al het slechte. Dit kan ook de reden zijn waarom de meeste smeekbeden die door de profeten zijn gedaan de term ‘Rabb’ bevatten, want alles wat zij wensen valt onder Zijn bijzondere opvoeding.

‘De Heer der Werelden’ duidt er dus op dat Allah de Enige is Die gaat over de schepping, het besturen en het schenken van gunsten. Allah is al-Ghaniey (de Bezitter van alle Rijkdom) en heeft niemand nodig, terwijl de schepping volledig afhankelijk is van Hem.

‘De Eigenaar van de Dag van de Afrekening.’ De Eigenaar is Degene Die beveelt, verbiedt, beloont en straft. Hij is Degene Die met Zijn Eigendom doet wat Hij wilt. Allah wordt hier de Eigenaar van de Dag van de Afrekening genoemd: de Dag der Opstanding. De Dag waarop de mensen rekenschap moeten geven van hun daden. Hij wordt in het bijzonder de Eigenaar van de Dag van de Afrekening genoemd omdat op die Dag Zijn volledige Heerschappij, Rechtvaardigheid en Wijsheid tot uiting komt. Op die Dag heeft niemand anders nog iets te zeggen en wordt iedereen, zowel de koningen als de onderdanen, als gelijke behandelt. Allen gaan zij gebukt onder de Grootsheid en de Macht van Allah, wachtend op Zijn Oordeel, hopend op Zijn Beloning, vrezend voor Zijn Bestraffing. Daarom noemt Allah zich Eigenaar van deze Dag. Maar natuurlijk is Hij buiten dit de Eigenaar van alle dagen.

‘U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.’ Oftewel, wij richten ons alleen tot U als het gaat om aanbidding en het zoeken van hulp. Aanbidden wordt in dit vers eerder genoemd dan het zoeken van hulp, omdat het aanbidden algemener van aard is en het zoeken van hulp als een specifiek deel van aanbidding beschouwd kan worden. En ook omdat aanbidding een Recht is dat Allah toekomt, terwijl het zoeken van hulp een recht is dat de dienaar toekomt. Aanbidding is een verzamelnaam voor alle zaken waar Allah van houdt en tevreden mee is, of het nou om daden gaat of uitspraken, innerlijk of uiterlijk. Het zoeken van hulp is het stellen van de vertrouwen in Allah als het gaat om het verkrijgen van enig nut of het afweren van elk kwaad. Dit alles met onwrikbaar vertrouwen.

Het aanbidden van Allah en het zoeken van Zijn Hulp is de weg naar eeuwig geluk en de redding van al het kwaad. Er is geen verlossing mogelijk buiten deze twee zaken. Er kan verder slechts sprake zijn van aanbidding wanneer dit naar het voorbeeld van de Profeet (vrede zij met hem) verricht wordt en het Aangezicht van Allah hiermee gezocht wordt. Een andere reden waarom het zoeken van hulp na het aanbidden wordt vermeld in dit vers is omdat een dienaar in zijn aanbidding afhankelijk is van de hulp van de Allah. Want als Allah hem niet de nodige hulp zou schenken, dan zal hij er niet in slagen de geboden van Allah na te komen en Zijn verboden zaken te laten.

‘Leid ons naar het Rechte Pad.’ Met andere woorden, wijs ons de Weg, stuur ons en doe ons welslagen in het bewandelen van het Rechte Pad. Dit is het duidelijke Pad dat uiteindelijk leidt naar Allah en Zijn Paradijs. Dit vergt het inzien van de waarheid en het vertalen van deze waarheid naar daden. Leid ons naar het Rechte Pad en leid ons vooral op het Rechte Pad. De leiding naar het Rechte Pad is het zich houden aan de Islam en het afstand nemen van alle andere geloven. De leiding op het Rechte Pad staat daarentegen voor de leiding naar alle facetten van dit geloof, zowel op het gebied van daden als op dat van kennis. Deze smeekbede behoort tot de meest complete en nuttige smeekbeden. Daarom wordt het de mens verplicht gesteld om tijdens iedere rakcaah van het gebed deze smeekbede te reciteren.

Het Pad waar hier over wordt gesproken is ‘Het Pad van degenen die U heeft begunstigd.’ Dit zijn de Profeten, de waarachtigen, de martelaren en de rechtgeleidenen.

‘Niet (het Pad) van degenen op wie de Toorn rust.’ Dit zijn namelijk degenen die de waarheid kenden maar deze de rug toekeerden.

‘En niet (het Pad) van de dwalenden.’ Degenen die de waarheid de rug toekeerden vanwege hun onwetendheid en afdwaling.

In deze soerah zijn, ondanks de geringe tekst, meer zaken opgenomen dan in enige andere soerah van de Koran. Zo vinden wij de drie categorieën van Tawhied terug: Tawhied ur-Roeboebiyyah die te herleiden is uit de woorden ‘De Heer der Werelden’. Tawhied ul-Oeloehiyyah die te herleiden is uit Allah’ en ‘U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.’ En Tawhied ul-Asmaa’oe was-Sifaat, dit houdt in dat wij de Perfecte Eigenschappen van Allah bevestigen Die Hij aan Zichzelf heeft toegekend of door de Profeet (vrede zij met hem) zijn bevestigd, zonder Tactiel (ontkenning), Tamthiel (het trekken van een gelijkenis) of Tashbieh (het trekken van een vergelijking). Dit is reeds uitgelegd bij ‘Alle Lof zij Allah.’

Ook vinden wij in deze soerah een bevestiging van de Profeetschap. Dit is namelijk te herleiden uit ‘Leid ons naar het Rechte Pad.’ Want dit kan alleen middels de Boodschap. Tevens is in deze soerah een bevestiging terug te vinden van de Verrekening en de rechtvaardigheid. Dit is te herleiden uit ‘De Eigenaar van de Dag van de Afrekening.’ In dit vers vinden we daarnaast bewijs voor de Voorbeschikking en dat de dienaar zelf in staat is om te kiezen welke daden hij verricht, in tegenstelling tot wat de Qadariyyah- en de Djibriyyah-stroming beweren.[1]

‘Leid ons naar het Rechte Pad’ is een weerlegging van alle religieuze innoveerders, want het verplicht ons om de waarheid te achterhalen en hiernaar te leven. Terwijl alle religieuze innoveerders hiermee in strijd zijn.

‘U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.’ Dit vers benadrukt het belang van toewijding aan Allah zowel als het gaat om aanbidding als het vragen van hulp.

[1] Noot van de vertaler: de Qadariyyah-stroming beweert dat er geen Voorbeschikking bestaat. De Djibriyyah-stroming daarentegen gelooft dat men gedwongen wordt, middels de Voorbeschikking, datgene te doen wat hij doet