88: Soerat al-Ghaashiyah

11171

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Heeft het nieuws van de overweldiging jou bereikt?

Gezichten zullen op die dag nederig zijn.

Werkend, ploeterend.

Die het hete Vuur zullen binnentreden.

Hen wordt te drinken gegeven uit een kokendhete bron.

Zij zullen geen ander voedsel krijgen dan Dhariec.

Dat niet dik maakt noch hun honger stilt.

Gezichten zullen op die dag vreugdevol zijn.

Met hun streven zijn ze tevreden.

In een hooggelegen Tuin.

Je zult daarin geen nutteloos gepraat horen.

Daarin is een stromende bron.

Daarin zijn opgehoogde rustbanken.

En gereedstaande bokalen.

En in rijen opgestelde kussens.

En uitgespreide tapijten.

Kijken zij dan niet naar de kamelen hoe zij zijn geschapen?

En naar de hemel hoe hij is verhoogd?

En naar de bergen hoe deze zijn opgesteld?

En naar de aarde hoe zij is uitgespreid?

Vermaan daarom, want waarlijk, jij bent slechts een vermaner.

Jij hebt niet de bovenhand over hen.

Maar degene die zich afwendt en ongelovig is.

Allah straft hem dan met de grootste bestraffing.

Waarlijk, tot Ons is hun terugkeer.

Daarna is hun afrekening zeker aan Ons.

Uitleg

‘Heeft het nieuws van de overweldiging jou bereikt?’ Allah, de Verhevene, beschrijft hier de toestand op de Dag der Opstanding en noemt zijn verschrikkingen. De moeilijkheden van die Dag zullen de schepselen overweldigen. Zij zullen beloond worden naar hun daden. Waarna zij in twee groepen zullen worden opgesplitst: een groep die voor het Paradijs bestemd is en een groep voor het Hellevuur. Allah vertelt ons hier over de toestand van beide groepen.

Over de groep van de Hel zegt Hij (interpretatie van de betekenis): “Gezichten zullen op die dag nederig zijn.” Vanwege de vernedering, blamage en eerverlies die zij zullen ondergaan. ‘Werkend, ploeterend.’ In het Hellevuur. Zo worden zij met hun gezichten over de grond gesleurd en worden deze gezichten overweldigd door het Vuur. Ook is er door een aantal gezegd dat ‘gezichten zullen op die dag nederig zijn. Werkend, ploeterend’ zou slaan op dit wereldse leven. Omdat zij zich in het wereldse leven afmatten in het verrichten van daden van aanbidding en andere werkzaamheden. Maar aangezien de voorwaarde van geloof niet aanwezig is zal Allah hun daden nietig verklaren. Dit laatste kan wel correct zijn qua strekking, maar het is niet wat hier daadwerkelijk bedoeld wordt. De eerste uitleg is het meest voor de hand liggende. Omdat hier over een specifiek tijdstip wordt gesproken: namelijk de Dag der Opstanding en er een beschrijving wordt gegeven van de bewoners van het Hellevuur in het algemeen en de laatste uitleg is slechts van toepassing op een klein deel van de bewoners van het Hellevuur. Ook wordt er hier gesproken over de Dag van de Overweldiging die los staat van het wereldse leven.

‘Die het hete Vuur zullen binnentreden.’ Een Vuur dat hen van alle kanten zal omgeven. ‘Hen wordt te drinken gegeven uit een kokendhete bron.’ In een andere vers zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“En als zij om hulp (tegen de dorst) vragen wordt hen als hulp water (zo heet als) gesmolten koper gegeven.” (Soerat al-Kahf: 29)

Wat betreft hun voedsel: hierover zegt Allah (interpretatie van de betekenis): “Zij zullen geen ander voedsel krijgen dan Dhariec (Een doornige struik genaamd: Shibriq). Dat niet dik maakt noch hun honger stilt.” Dit omdat het doel van voedsel een van de volgende twee zaken is: ofwel om de honger van een persoon te stillen ofwel om vermagering van zijn lichaam tegen te gaan. Het voedsel dat de bewoners van het Hellevuur voorgeschoteld krijgen kan geen van deze twee functies vervullen. Het is zelfs zo dat dit voedsel uiterst bitter en verdorven is. Moge Allah ons hiervoor behoeden.

Daarentegen zullen de gezichten van de mensen die het goede verrichtten ‘op die dag vreugdevol zijn.’ Van hun lichamen kun je de uitwerking van Allah’s gunsten aflezen. Hun gezichten schitteren en hun blijdschap is niet te beschrijven.

‘Met hun streven’ oftewel: Vanwege hun goede daden die zij pleegden te verrichten in dit wereldse leven en hun goedertierenheid jegens de andere dienaren ‘zijn ze tevreden.’ Wanneer zij erachter komen wat voor een beloning hen dit heeft opgeleverd. En zij danken Allah voor het goede einde. Dit goede einde is namelijk dat zij eeuwigdurende plezier mogen beleven ‘in een hooggelegen Tuin.’ Alles wat zich hierin bevindt is verheven. Zo bevinden er zich op elkaar gestapelde kamers met een uitzicht op alles wat Allah aan bekoringen heeft klaargemaakt voor Zijn gelovige dienaren.

‘Je zult daarin (het Paradijs) geen nutteloos gepraat horen.’ Je zult er al helemaal geen verboden gepraat horen. Hun woorden zijn daarentegen deugdzaam en omvatten slechts het prijzen van Allah, de Verhevene, en Zijn overvloedige gunsten. Onder de bewoners heerst een innemende sfeer die de harten verwarmt en verblijdt.

‘Daarin is een stromende bron.’ Er zijn zelfs meerdere stromende bronnen die in het Paradijs ontspringen en vrij ter beschikking staan tot de bewoners ervan. ‘Daarin zijn opgehoogde rustbanken’ die bedekt zijn met aangename en zachte bekleding. ‘En gereedstaande bokalen.’ Gevuld met verschillende soorten zalige dranken. Die voor hen klaarstaan. Eeuwige jeugdigen gaan hen hiermee rond. ‘En in rijen opgestelde kussens’ gemaakt van zijde en brokaat en andere stoffen waar Allah alleen kennis van heeft en gereedgezet zijn voor gebruik. Zij hoeven niet zelf zorg te dragen voor het ordelijk houden van deze kussens. ‘En uitgespreide tapijten.’ Die op alle plaatsen waar zij zitten te bezichtigen zijn.

Vervolgens draagt Allah, de Verhevene, al degenen op die de Profeet (vrede zij met hem) verloochenen om na te denken over de schepselen van Allah die duiden op Zijn Eenheid ‘Kijken zij dan niet naar de kamelen hoe zij zijn geschapen?’ Naar hun indrukwekkende bouw en hoe Allah hen in dienst heeft gesteld van de dienaren ten behoeve van hun benodigdheden.

‘En naar de bergen hoe deze zijn opgesteld?’ Naar hun imposante structuur? Waarmee de aarde op haar plaats wordt gehouden. Daarnaast heeft Allah vele voordelen geplaatst in de bergen ten gunste van de dienaren.

‘En naar de aarde hoe zij is uitgespreid?’ Naar hoe gemakkelijk het is gemaakt om daarover voort te bewegen en zich daarop te vestigen? Ook wordt er aan de dienaren de mogelijkheid geboden om de aarde te verbouwen, erop te bouwen en wegen erop te begaan. Weet dat het feit dat de aarde uitgestrekt is niets afdoet aan de rondheid ervan. De aarde is zo groot dat de rondheid ervan bijna niet is op te merken. Zou een rond voorwerp klein zijn dan zou je in tegenstelling tot het voorgaande wel de rondheid ervan kunnen opmerken.

‘Vermaan daarom, want waarlijk, jij (O Mohammed) bent slechts een vermaner.’ Oftewel vermaan hen, doet hen gedenken, waarschuw hen en brengt hen blijde tijdingen. Want waarlijk, jij bent gestuurd om de schepselen uit te nodigen tot Allah. Maar je kunt niemand dwingen om te geloven. Als jij jouw verplichting tegenover hen bent nagekomen, treft jou hierna geen enkele blaam. In het kader hiervan zegt Allah ook (interpretatie van de betekenis):

“Jij (O Mohammed) hebt niet de bovenhand over hen. Vermaan daarom aan de hand van de Koran (slechts) degene die de Waarschuwing vrezen.” (Soerat Qaaf: 45)

‘Maar degene die zich afwendt en ongelovig is.’ Met andere woorden: die zich afwendt van het gehoorzamen van Allah en niet in Hem gelooft ‘Allah straft hem dan met de grootste zwaarste en eeuwigdurende bestraffing.’

‘Waarlijk, tot Ons is hun terugkeer.’ De schepselen zullen allen tot hun Heer terugkeren en verzameld worden op de Dag der Opstanding. ‘Daarna is hun afrekening zeker aan Ons.’ Wij zullen hen beoordelen op hun goede en slechte daden.