95: Soerat at-Tien

12625

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Bij de vijg en de olijf.

En de berg Sinaï.

En deze veilige stad.

Waarlijk, Wij hebben de mens in de beste vorm geschapen.

Daarna doen Wij hem terugkeren tot het laagste der laagste.

Behalve degenen die geloven en goede daden verrichtten,

voor hun is er een beloning die niet wordt onderbroken.

Wat doet jou dan nog de (Dag der) Verrekening loochenen?

Is Allah dan niet de Meest Rechtvaardige Rechter?

Uitleg

Allah zweert bij de olijven- en vijgenboom vanwege de vele gunsten van deze bomen en hun vruchten en omdat zij in veelvoud voorkomen in ash-Shaam, de plaats van de Profeetschap van cIesaa de zoon van Mariam (vrede zij met hem). Tevens zweert Hij bij de berg Sinaï, de plaats van de Profeetschap van Moesa (vrede zij met hem) en tot slot zweert Hij bij deze veilige stad, namelijk de edele (stad) Mekka, de plaats van de Profeetschap van Mohammed (vrede zij met hem). Er wordt bij deze heilige uitverkoren plaatsen gezworen, waarvandaan de beste profeetschappen zijn voortgebracht, dat Allah de mens in de beste en meest complete vorm heeft geschapen, van passende ledematen en rectale bouw heeft voorzien.

Ondanks al deze gunsten waarvoor men dankbaar dient te zijn, zien we toch dat de meeste van hen dit niet zijn en zich slechts bezig houden met spel en ijdel tijdverdrijf. Zij hebben genoegen genomen met het laagste der laagste en zij hebben de meest verdorven karaktereigenschappen aangenomen. Hierdoor deed Allah hen terugkeren tot het laagste der laagste’. Met andere woorden tot de onderste laag van de Hel. De plaats die bestemd is voor degenen die buitensporig zijn geweest tegenover hun Heer. Dit lot valt echter niet ten dele aan hen die in Allah geloven, goede daden verrichten en over een goede gedragscode beschikken. Zij nemen een verheven positie in bij hun Heer. ‘Voor hun is er een beloning die niet wordt onderbroken’, overvloedige genietingen en vele blijde tijdingen en gunsten, voor eeuwig en onophoudelijk. Hun verblijfplaats zijn schaduwrijke Tuinen waarin voedsel niet opraakt.

‘Wat doet jou dan nog de (Dag der) Verrekening loochenen?’ Terwijl jij vele Tekenen hebt gezien van jouw Heer die jou zuiver onwrikbaar geloof zouden moeten geven. Ook heb jij voldoende gunsten mogen aanschouwen, die jou ertoe zouden moeten brengen om alles wat Allah ons heeft verteld niet te loochenen.

‘Is Allah dan niet de Meest Rechtvaardige Rechter?’ En uit Zijn Wijsheid vloeit voort dat Hij Zijn schepselen niet zonder Leiding achterlaat, zonder geboden en verboden, zonder beloning en zonder bestraffing. Want Degene Die de mens in fasen heeft geschapen en hen heeft voorzien van ontelbare gunsten, goedheden en vrijgevigheden en hen op de beste wijze heeft opgevoed, zal hen ongetwijfeld weer doen terugkeren naar hun eindbestemming waar niemand aan zal ontkomen.