Is het toegestaan om geslachtsgemeenschap te hebben met de vrouw wanneer zij kampt met al-Istihaadhah[1]? Ook al leidt het niet doen hiervan verder niet tot (de drang naar) ontucht?
Over deze kwestie bestaat meningsverschil onder de geleerden. De meest correcte mening is dat dit onvoorwaardelijk toegestaan is. In de tijd van de Profeet (vrede zij met hem) was het namelijk zo dat een aantal vrouwen – en dit waren er tien of meer – te kampen hadden met al-Istihaadhah. Allah en Zijn Boodschapper verboden het desondanks niet om geslachtsgemeenschap met hen te hebben. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“…blijf daarom tijdens de menstruatie weg van de vrouwen.”
(Soerat al-Baqarah: 222)
Dit vers duidt erop dat (het bedrijven van geslachtsgemeenschap met) de vrouw slechts gemeden dient te worden ten tijde van haar menstruatie. Het bedrijven van geslachtsgemeenschap is een lichtere zaak dan het gebed en de vrouw dient het gebed gewoon te verrichten wanneer zij kampt met al-Istihaadhah.
Wanneer het aankomt op geslachtsgemeenschap is het niet correct om analogie toe te passen tussen menstruatie en al-Istihaadhah. Beide zaken zijn immers niet gelijk aan elkaar en deze mening wordt ook gedragen door de geleerden die dit (d.w.z. geslachtsgemeenschap ten tijde van al-Istihaadhah) niet toestaan.
Het feit dat twee zaken verschillend van elkaar zijn, maakt het toepassen van analogie niet gegrond.
Sheikh Moehammad ibnoe Saalih al-ʿOethaymien
(Risaalatoen fied-Dimaa’ it–Tabieʿiyyah)