kwestie 29: Zij handelden niet naar de woorden van degenen die zij meenden te volgen

5967
Ondanks dit handelen zij niet naar datgene wat hun groep hen opdraagt, zoals aangegeven is in de volgende Uitspraak van Allah, de Verhevene, waarin de aandacht hierop wordt gevestigd (interpretatie van de betekenis):
“Zeg: ,,Waarom doodden jullie dan hiervoor de profeten van Allah, als jullie gelovig zijn?”
(soerat al-Baqarah: 91)
Uitleg
Oftewel, de Joden beweren datgene te volgen wat hen in de Tauwrah is geopenbaard, terwijl de volgende twee zaken het tegendeel bewijzen:
1. Het door hen doden van de profeten, terwijl de Tauwrah hiertoe niet opdraagt. Daarentegen draagt deze hen op in hen te geloven, hen te respecteren, te volgen en als voorbeeld te nemen.
2. De Tauwrah draagt hen op Mohammed (vrede zij met hem) te volgen (interpretatie van de betekenis):
“Die zij bij hen, in de Tauwrah en in de Indjiel, beschreven vinden. Hij beveelt hen het behoorlijke en hij verbiedt hen het verwerpelijke.”
(soerat al-Acraaf: 157)
Zijn eigenschappen worden genoemd in de Tauwrah maar desondanks geloven zij niet in hem. Zij houden zich dus niet aan de uitspraken van hun profeten en geleerden, in wie zij beweren te geloven. Zij voegen de daad niet bij het woord.