Ibrahiem
heeft
de Kacbah helemaal opnieuw moeten bouwen. Later hebben Qoeraish,
vòòr
de geboorte van Profeet Mohammed
ook
de Kacbah opnieuw gebouwd.
Ibrahiem
en
Ismaciel haalden
stenen uit de bergen en bouwden de Kacbah. In een hoek van de
Kacbah werd de al-Hadjarul-Aswad
(zwarte steen) geplaatst.
Toen ze klaar waren ging Ibrahiem op een plaats dichtbij de Kacbah
staan (Maqam Ibrahiem genaamd). Hij draaide naar alle kanten en zei
tegen alle mensen dat ze naar dit Heilige Huis moesten komen om Allah
hier
te aanbidden. Hij bedoelde niet alleen de mensen die toen leefden, maar
ook alle mensen die na hem zouden komen. Op die plaats deden Ibrahiem
en
Ismaciel toen
salaah. Daarna liepen ze beiden zeven keer om de Kacbah heen.
Toen liepen ze zeven keer van de berg Safa naar de berg Marwah en weer
terug (in het Arabisch wordt dit de sacy genoemd). Dit
deden ze als herinnering aan Hadjar t.
Zo deden Ibrahiem
en Ismaciel
voor het eerst de Hadj. Alle mensen die nu op Hadj gaan, doen hetzelfde
als wat toen Ibrahiem en
Ismaciel deden.
Ibrahiem
gaat terug naar
Sarah
Ibrahiem
was
intussen heel oud geworden, en Sarah ook. Ze hadden nog steeds geen kinderen samen gekregen. Op een dag kwamen
er een paar mannen naar het huis van Ibrahiem.
Ibrahiem bracht
zijn gasten meteen een gebraden kalf. Maar toen hij zag dat ze niets aten,
werd hij bang. De mannen waren engelen van Allah
en hadden geen behoefte
aan eten. Zij zeiden: “Wees niet bang, want wij komen jou vertellen dat
je een zoon zult krijgen. Deze zoon zal ook Profeet worden.” Sarah was
heel verbaasd, want dit had zij niet verwacht. Zij was al zo oud. Maar na
een tijdje werd Ishaaq geboren.
Zo
eindigt het verhaal van onze Profeet Ibrahiem.
Hij is heel belangrijk in de Islam. De Profeet Ibrahiem was
geen jood of een christen, maar hij was een moslim.
مَا
كَانَ
إِبْرَاهِيمُ
يَهُودِيًّا
وَلاَ
نَصْرَانِيًّا
وَلَكِن
كَانَ
حَنِيفًا
مُّسْلِمًا
وَمَا كَانَ
مِنَ الْمُشْرِكِينَ
Ibrahiem
was noch jood noch christen, maar hij was een Hanief (ware monotheïst)
en hij
was geen moeshrik (iemand die aan Allah deelgenoten toekent).
(Soerat
Aali
cImraan: 67)
|