Het ware verhaal van Jezus, de zoon van Maria – deel 1

43025
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Profeet, diens familie en metgezellen.
Voorts,
Maria, de dochter van ʿImraan, was een vrome en godsvruchtige vrouw die zich veelvuldig in aanbidding tot Allah wendde. In zo’n mate dat zij hierin voor niemand onder deed. De Engelen gaven haar de blijde tijding dat Allah haar had verkozen. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“En toen de Engelen zeiden: ,,O Maria, waarlijk, Allah heeft jou uitverkoren en jou gereinigd en jou boven de vrouwen van de werelden bevoorrecht. O Maria, gehoorzaam jouw Heer en kniel je (voor Hem) neer en buig je met de buigenden.”
(Soerat Aali-ʿ Imraan: 42-43)
De Engelen gaven Maria de blijde tijding van een kind dat door Allah zou worden geschapen met het woord ‘wees’ en hij was. Het kind was de Messias, Jezus, zoon van Maria. Hij is degene wiens eer hoog wordt gehouden in deze wereld en ook in het Hiernamaals en die gezonden zou worden als een Boodschapper naar het volk van Israël. Hij zou de Schrift en de Wijsheid (jurisprudentie) onderwijzen en hij werd begunstigd met eigenschappen en wonderen die geen ander toekwamen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
(Gedenkt) toen de Engelen zeiden: ,,O Maria, waarlijk, Allah kondigt jou met een Woord van Hem een verheugende tijding aan: zijn naam Messias, Jezus de zoon van Maria, in deze wereld en in het Hiernamaals is hij een man van eer en hij behoort tot degenen die dicht (bij Allah) staan. En hij spreekt tot de mensen vanuit de wieg en als volwassene en hij behoort tot de rechtschapenen.” Zij zei: ,, O mijn Heer, hoe kan ik een kind krijgen terwijl geen man mij heeft aangeraakt?” Hij (Allah) zei: ,,Zo is het: Allah schept wat Hij wil, als Hij over een zaak bepaalt, dan zegt Hij er slechts tegen: ,,Wees”, en het is.”
(Soerat Aali-ʿImraan: 45-47)
Daarna vertelt Allah ons over de blijde tijding van de Engelen aan Maria (moge Allah weltevreden zijn met haar) betreffende haar zoon Jezus (vrede zij met hem), zijn eer en hoe Hij hem zal steunen middels wonderen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En Hij onderwijst hem de Schrift, en de Wijsheid en de Thora en de Indjiel. En (hij is) als een Boodschapper voor de kinderen van Israël, (die zegt): ,,Voorwaar, ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, en ik maak voor jullie (iets) uit de klei, gelijkende op de vorm van een vogel en ik blaas erin en het zal met verlof van Allah een vogel zijn. En ik genees de blinden en de leprozen en ik doe de doden met verlof van Allah tot leven komen. En ik vertel jullie wat jullie eten en wat jullie in jullie huizen bewaren. Voorwaar, daarin is een Teken voor jullie als jullie gelovigen zijn. En (ik ben er) als bevestiging van wat er voor mij is gekomen van de Thora, en opdat ik jullie een paar dingen wettig kan verklaren die voor jullie verboden waren, en ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. Voorwaar, Allah is mijn Heer en jullie Heer, dient Hem dus, dit is een recht Pad.”
(Soerat Aali-ʿImraan: 48-51)
Aan Allah, de Verhevene, behoort de absolute volmaaktheid aangaande Zijn schepping. Hij schept wat Hij wil, hoe Hij wil. Hij heeft Aadam (vrede zij met hem) uit aarde geschapen zonder een vader en moeder, Eva schiep Hij uit een rib van Aadam. Allah heeft ervoor gezorgd dat het nageslacht van Aadam zowel een vader als moeder heeft en Hij schiep Jezus uit zijn moeder zonder een vader. Alle lof behoort toe aan de Alwetende Schepper.
Ook heeft Allah in de Koran een duidelijke uitleg gegeven betreffende de geboorte van Jezus (vrede zij met hem). Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“En noem in het Boek (de Koran) Maria, toen zij zich terugtrok van haar familie naar een oostelijke plaats (in de tempel). En zich van hen afzonderde achter een scherm. Vervolgens zonden Wij haar Onze Geest (Gabriël) en Hij verscheen aan haar als een volmaakt mens. Zij zei: ,,Ik zoek mijn bescherming bij de Barmhartige tegen jou, als je (Allah) vreest.” Hij zei: ,,Voorwaar, ik ben slechts een gezant van jouw Heer, om jou een reine jongen te schenken.” Zij zei: ,,Hoe kan ik een jongen krijgen terwijl geen man mij heeft aangeraakt, ik ben geen onzedelijke vrouw. Hij zei: ,,Zo is het, jouw Heer heeft gezegd: ,,Het is makkelijk voor Mij. En (Wij scheppen hem) opdat Wij hem tot een Teken voor de mensen maken en als Barmhartigheid van Ons en het is een vastgestelde zaak.”
(Soerat Maryam: 16-21)
Toen Gabriël het nieuws aan Maria bracht, onderwierp zij zich aan de Wil en Beschikking van Allah en blies Gabriël vervolgens in de mouw van haar kleding. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En zo droeg zij Hem en trok zich met hem terug op een verre plek. En de geboorteweeën dwongen haar naar de stam van een palmboom (om zich tegen de pijn aan vast te houden) te gaan. Zij zei: ,,Was ik maar hiervoor gestorven en volledig vergeten geweest.”
(Soerat Maryam: 22-23)
Allah schonk Maria eten en drinken en beval haar met niemand te praten. Allah zegt hierover (interpretatie van de betekenis):
“Toen riep hij (Gabriël) haar van beneden de palmboom: ,,Treur niet, waarlijk, jouw Heer heeft een beekje beneden jou verschaft. En schud de stam van de palmboom naar jou toe, dan zullen er rijpe dadels op jou vallen. Dus eet en drink en verkoel jouw ogen. Maar als jij iemand van de mensen ziet, zeg dan: ,,Voorwaar, ik heb de Barmhartige beloofd te vasten, dus zal ik vandaag tot geen mens spreken.”
(Soerat Maryam: 24-26)
Haar zoon Jezus (vrede zij met hem) dragend, kwam Maria aan bij haar volk. Toen zij haar zagen dachten zij dat zij iets verschrikkelijks had gedaan en hekelden zij dit. Toch reageerde ze niet op hen maar verwees zij naar de zuigeling die hen zou antwoorden. Allah zegt: (interpretatie van de betekenis):
“Toen ging zij naar haar volk, hem (Jezus) dragend. Zij zeiden: ,,O Maria, voorzeker, jij hebt iets vreemds gedaan. O zuster van Haaroen, jouw vader was geen slechte man en jouw moeder was geen onzedelijke vrouw. Daarop wees zij naar hem. Zij zeiden: ,,Hoe kunnen wij spreken met een baby, die nog als kind in de wieg ligt?”
(Soerat Maryam: 27-29)
Ondanks dat hij nog in de wieg lag, antwoordde Jezus (vrede zij met hem) hen. Allah zegt: (interpretatie van de betekenis):
“Hij (Jezus) zei: ,,Voorwaar, ik ben een dienaar van Allah. Hij heeft mij de Schrift gegeven en mij tot een Profeet gemaakt. En Hij heeft mij gezegend waar ik ook ben en Hij heeft mij bevolen het gebed te verrichten en de armenbelasting (te betalen), zolang ik leef. En om goed te zijn voor mijn moeder. En Hij heeft mij niet als een arrogante ongehoorzame gemaakt. Vrede zij met mij op de dag dat ik geboren werd en op de dag dat ik sterf en op de dag dat ik tot leven word opgewekt.”
(Soerat Maryam: 30-33)
Jezus, de zoon van Maria, berichtte dat hij de dienaar en Boodschapper van Allah is. De Lieden van de Schrift verschillen daarover van mening. Sommigen van hen beweren dat hij de zoon van Allah is, anderen zeggen dat hij een onderdeel is van de drie-eenheid en weer anderen zeggen dat hij god is. Weer anderen van hen zeggen dat hij de dienaar en boodschapper is van Allah. Deze laatste uitspraak is de waarheid. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Dat is Jezus, zoon van Maria, het Woord van Waarheid waaraan zij twijfelen. Het is niet passend voor Allah om een zoon te hebben, Heilig is Hij, als Hij een zaak bepaalt, dan zegt Hij er slechts tegen: ,,Wees”, en het is.” (Zeg:) ,,En voorwaar, Allah is mijn Heer en jullie Heer. Dus aanbidt Hem, dit is het rechte Pad. Maar de groepen verschilden onderling van mening; dus wee hen die niet geloven getuigen te zijn van de geweldige Dag.”
(Soerat Maryam: 34-37)
Toen het nageslacht van Israël van het rechte Pad afdwaalde en de grens van Allah overschreed, pleegde zij onrecht en zaaide zij verderf op aarde. Sommigen van hen ontkenden de opwekking na de dood, de verrekening en de bestraffing. Zij deden hun lusten botvieren en genoten zonder te verwachten ter verantwoording te worden geroepen. Op dat moment stuurde Allah Jezus (vrede zij met hem) naar hen toe om hen de Thora en de Indjiel te onderwijzen. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En Hij onderwijst hem de Schrift, de Wijsheid, de Thora en de Indjiel.”
(Soerat Aali ʿImraan: 48)
Allah, de Verhevene, zond de Indjiel als leiding en licht naar Jezus en ter bevestiging van wat er reeds vóór hem in de Thora was. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En Wij gaven hem de Indjiel met daarin Leiding en Licht en een bevestiging van wat er van de Thora (reeds) vóór hem was: Als een leiding en onderricht voor de godsvruchtigen.”
(Soerat al-Maa’idah: 46)
Jezus (vrede zij met hem) verkondigde een blijde tijding van de komst van een Boodschapper van Allah na hem, genaamd Ahmad. Hiermee doelend op de Profeet Mohammed (vrede zij met hem). Allah zegt hierover (interpretatie van de betekenis):
“En (gedenkt) toen Jezus, de zoon van Maryam, zei: ,,O kinderen van Israël, voorwaar, ik ben voor jullie de Boodschapper van Allah, ter bevestiging van wat er vóór mij is van de Thora en als verkondiger van ene verheugende tijding over een Boodschapper die na mij komt, zijn naam is Ahmed.” Toen hij dan met de duidelijke bewijzen tot hen kwam, zeiden zij: ,,Dit is duidelijk tovenarij.”
(Soerat as-Saff: 6)
Jezus (vrede zij met hem) nodigde de kinderen van Israël uit naar de aanbidding van Allah, de Enige en het handelen naar de wetgeving van de toenmalige Thora en Indjiel. Hij begon hen duidelijk te maken dat zij een verdorven weg bewandelden. Toen hij zag hoe hardleers zij waren en hoe de tekenen van ongeloof zich uitten, stond hij voor zijn volk, zeggende: “Wie zijn mijn helpers op het rechte Pad naar Allah?” De discipelen geloofden in hem en zij waren met z’n twaalven. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En toen Jezus ongeloof bij hen ontdekte, zei hij: ,,Wie zijn mijn helpers (op het rechte Pad) naar Allah?” Zijn discipelen zeiden: ,,Wij zijn helpers van Allah, wij geloven in Allah en getuigen dat wij ons overgegeven hebben. Onze Heer, wij geloven in wat U neergezonden hebt en wij volgen de Boodschapper en schrijf ons daarom op bij de getuigen (van de eenheid van Allah).”
(Soerat Aali-ʿImraan: 52-53)
Deel twee>>>