Vanaf vandaag start de Commissie parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen met zijn onderzoek naar financiering en mogelijke buitenlandse beïnvloeding van islamitische organisaties in Nederland. Aanleiding hiervoor is de suggestieve berichtgeving van Nieuwsuur en NRC Handelsblad van april 2018, waar o.a. stichting as-Soennah onderwerp van onderzoek is geweest.
De stichting heeft vóór de bovengenoemde berichtgeving verklaard financiële middelen te hebben ontvangen. Er is hierover op een open en transparante wijze gecommuniceerd met banken en verantwoordelijke overheden. Zij zijn direct op de hoogte gesteld van de donaties, de herkomst en de bestemming. Buitenlandse financiering van Nederlandse organisaties valt binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving. De stichting heeft in een persbericht op 28 april 2018 op ondubbelzinnige wijze krachtig afstand genomen van vrouwenbesnijdenis. Dit fenomeen hebben wij reeds in 2008 in een publicatie veroordeeld.
Wij maken ons ernstige zorgen over de weg die de landelijke en lokale overheden zijn ingeslagen, welke tot een verdere inperking van de grondwettelijke vrijheden zal leiden. Wij moeten vaststellen dat onze samenleving steeds meer in de greep is van angst. Angst die door sommige actoren, waaronder bepaalde politici, voor eigen gewin wordt aangewakkerd en bestendigd. Het effect hiervan is dat die angst aangegrepen wordt om draconische wet- en regelgeving door te voeren. Het is evident dat dit niet de juiste weg is. Onze zwaarbevochten vrijheden worden niet beschermd of bevorderd door deze in te perken voor bepaalde groepen in de samenleving. Het leidt juist tot afbraak van de democratische rechtstaat en tweedeling in de samenleving. Om uiteenlopende redenen zijn er al wetten ingevoerd (of staan deze op de planken) die in de praktijk alleen moslims raken. Voorbeelden zijn het niqaabverbod en de wetsvoorstellen verbod op religieuze slacht en verbod op antidemocratische organisaties. Deze wetten hebben een hoog gehalte van symboolpolitiek, welke problemen ze precies oplossen is onduidelijk. Daarnaast worden steeds meer obstakels opgeworpen om onderwijs op islamitische grondslag onmogelijk te maken en worden stringente visumbeperkingen opgelegd aan moslimgeestelijken. De moslimgemeenschap voelt zich opgejaagd door de overheid, terwijl moslims een wezenlijke onderdeel vormen van de Nederlandse samenleving en een bijdrage leveren aan het welzijn en de welvaart van dit land.
Het is aan de Tweede Kamer om te besluiten om een zwaar instrument als de parlementaire ondervraging in te zetten. Alleen de wijze waarop dit is gebeurd draagt niet bij aan het vertrouwen en transparantie die het wel zou moeten hebben. Bezwaarlijk is het feit dat uitsluitend de moslimgemeenschap onderzocht wordt, terwijl buitenlandse financiering gangbaar is bij alle religieuze gemeenschappen, maatschappelijke organisaties en zelfs politieke partijen. Het heeft er dan ook alle schijn van dat met de huidige insteek er sprake is van klassenjustitie en dat is een rechtstaat onwaardig.
De overheid doet er goed aan om samen met vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke organisaties naar oplossingen te zoeken die daadwerkelijk het verschil kunnen maken voor de uitdagingen waar Nederland voor staat. Ook wij vinden alle vormen van buitenlandse beïnvloeding ongewenst, zij het maatschappelijk, religieus of politiek. De stichting is een onafhankelijke non-profitorganisatie die zich inzet voor het geestelijk welzijn van zijn achterban. Beïnvloeding van buitenlandse of binnenlandse actoren wordt op geen enkele wijze getolereerd.
Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om er voor te waken dat Nederland een open en vrije democratische rechtstaat blijft en niet in een samenleving verandert waar de overheid onze vrijheden stapsgewijs de nek omdraait.
Bestuur Stichting as-Soennah
6 februari 2020