Stilte over het Haga Lyceum: waarom zwijgen politici?

2648

Het staat er echt. In het vonnis waarmee de rechtbank afgelopen maandag de aanwijzing van het Cornelius Haga Lyceum door minister Slob van tafel veegde, geven de rechters de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) een figuurlijke klap in het gezicht.

‘De analyses hebben niet altijd een logische opbouw’, zo valt te lezen, ‘en niet altijd is inzichtelijk op welke feitelijke bevindingen sommige conclusies zijn gebaseerd. Dit klemt te meer omdat ook niet is vermeld wie de opsteller(s) van de analyses is, zodat onduidelijk is wat de expertise van de opsteller(s) is.’

Het gaat over de geheime analyses die de NCTV maakte van vier ‘personen met extreem gedachtengoed’ die betrokken waren bij het islamitische Haga Lyceum. De analyses waren voor rechters beschikbaar. Echter maakten de analyses geen indruk op hen.

Zo vinden de rechters in de NCTV-stukken ‘onvoldoende feitelijke en kenbare onderbouwing’ voor de conclusie dat geschiedenis­leraar Kasim Tekin antidemocratisch en anti-integratief gedachtengoed zou uitdragen.

Bij de drie anderen die extreem gedachtengoed zouden hebben, onderbouwde de NCTV dit volgens de rechters wel voldoende. Echter menen zij dat deze personen weinig met de school van doen hebben. Eén is vertrokken en van de twee anderen is de betrokkenheid ‘zodanig gering geweest’ dat er ‘geen noemenswaardige betekenis’ aan gegeven mag worden.

Suggestieve woorden van de NCTV, zou je dus zeggen. Echter betreft het wel broddelwerk waarop minister Arie Slob van Onderwijs zijn eis baseerde dat het bestuur van de school van het toneel moest. Broddelwerk dat de basis vormt voor een schoolstrijd met als een gevolg dat een grote groep moslims zich voelt weggezet en verdacht gemaakt.

Bijzonder is het ook dat de inlichtingendienst AIVD reeds een tik op de vingers heeft gekregen in deze kwestie. De Commissie Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) uitte in december zware kritiek op een geheim ambtsbericht van de dienst. Dat ambtsbericht vormde, samen met de analyses van de NCTV, het startschot voor de uitzonderlijke strijd van de overheid tegen de Amsterdamse school.

Delen van dat ambtsbericht zijn ongenuanceerd of slecht onderbouwd, concludeerde de CTIVD. Het betreft cruciale passages voor de beeldvorming over de school, onder meer over banden met terroristen, passages waar bestuurders, politici en media flink op aansloegen.

Een doodzonde

De AIVD en de NCTV zijn machtige instituten die grotendeels in het duister opereren. Als bestuurder of burger zou je ervan op aan moeten kunnen dat hun informatie correct is. CTIVD-voorzitter Nico van Eijk noemde het ‘een doodzonde’ om onrechtmatige passages op te nemen in een ambtsbericht.

Ondanks dit alles lijkt er tot nu toe weinig ophef te ontstaan over de onzorgvuldigheden en fouten in de Haga-hetze. Geen spoeddebat in de Tweede Kamer, geen verzoek aan minister Ank Bijleveld (Defensie, tijdens het ziekteverlof van minister Kajsa Ollongren verantwoordelijk voor de AIVD) om uitleg te komen geven. In plaats daarvan reageerden de betrokken bewindslieden, Amsterdamse bestuurders en bijna alle Tweede Kamerleden quasi tevreden op het CTIVD-rapport, omdat er in de ambtsberichten ook nog enkele passages stonden die wél kloppen.

Haagse vergevingsgezindheid

Wat is de reden dat de Kamer, die als controleur van de macht altijd hoog te paard zit als het gaat om ‘volledig en juist informeren’, nu zo vergevingsgezind?

Dit verbaast Farid Azarkan (DENK) die na de publicatie van het CTIVD-rapport als enige in de Tweede Kamer een debat aanvroeg. Dit werd door geen enkele fractie gesteund, omdat men wilde wachten op de uitspraak van de rechtbank.

Toen die deze week kwam, probeerde Azarkan het opnieuw. Dit keer met meer succes. Echter zal het debat pas plaatsvinden nadat er een uitspraak in hoger beroep is geweest. En dat duurt nog maanden.

‘Eerst gaan ze tekeer als schuimbekkende hyena’s’, zegt Azarkan. Hij refereert daarbij onder meer aan het spoeddebat na het openbaren van de inlichtingeninformatie over het Haga Lyceum. Daarvoor moesten drie ministers tekst en uitleg komen geven. Veel woordvoerders pleitten voor het zo snel mogelijk sluiten van de school. ‘Maar nu er fouten zijn gemaakt, blijven ze stil’, zegt hij. ‘Dat vind ik bizar. Het lijkt alsof ze zich vooral laten leiden door een persoonlijke afkeer van islamitisch onderwijs. Daardoor vergeten ze dat ze trouw hebben gezworen aan onze democratische rechtsstaat.’

‘Natuurlijk is het vervelend als er informatie wordt verspreid die niet helemaal juist is’, reageert D66-Kamerlid Paul van Meenen. Maar ‘als eenvoudige wiskundeleraar en onderwijswoordvoerder’ voelt hij er weinig voor om een waardeoordeel te vellen. ‘Dan moet je bij mijn collega zijn. Wie dat is? Daar vraag je me wat. Nee, de fouten in het ambtsbericht zijn nooit in onze fractie besproken.’

Provocatie

Zijn VVD-collega Rudmer Heerema is evenmin voornemens de onzorgvuldigheden van de AIVD en de NCTV te bespreken. ‘Ik heb eerlijk gezegd niet al te veel redenen om me druk te maken of er dingen niet kloppen aan het ambtsbericht’, zegt hij. ‘Omdat het in lijn ligt met hoe wij al jaren tegen deze school aankijken. Die had er nooit mogen komen, en hij moet gewoon dicht.’

Heerema geeft aan dat de rechtbank heeft bevestigd dat er op het Haga Lyceum antidemocratisch onderwijs wordt gegeven. Echter staat dit niet vermeld in het vonnis. Ook de Onderwijsinspectie schreef eerder geen signalen van anti­democratisch onderwijs te zijn tegengekomen.

Heerema zegt alle uitspraken en rapporten te hebben gelezen: ‘Er staat wel in het vonnis dat er sprake was van financieel wanbeleid.’ Er zijn inderdaad vier onrechtmatigheden in de boekhouding aangetroffen.

Hebben de fracties een afkeer van islamitisch onderwijs, zoals Azarkan beweert? Er zijn ook andere verklaringen. Veel Kamerleden lijken liever te accepteren dat de veiligheidsdiensten fouten maken, dan dat ze hun verlies nemen tegenover de provocerende directeur-bestuurder Soner Atasoy.

Die maakte bestuurders die zijn aftreden eisten immers uit voor ‘incompetente randdebielen’ en de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema voor ‘domme gans’. Medewerkers van de Onderwijsinspectie voelden zich zo geïntimideerd dat zij een bezoek aan de school afbraken. ‘Dat blijft staan’, aldus Van Meenen (D66).

Imagoschade

Wat ook meespeelt: partijbelangen. Veel partijen hebben kopstukken die vooroplopen in de strijd. Neem GroenLinks, die partij-icoon Halsema steunt in deze kwestie. De PvdA, met onderwijswethouder Marjolein Moorman en partijleider Lodewijk Asscher. Die was een wethouder in Amsterdam en probeerde toen al de komst van het Haga Lyceum te dwarsbomen. Asscher wilde ondanks meerdere verzoeken niet op vragen reageren.

De ChristenUnie, die er doorgaans als de kippen bij is om een schending van de onderwijsvrijheid te veroordelen, blijft in dit geval stoïcijns trouw aan de eigen minister: Arie Slob. En ook de VVD streed altijd tegen de school, met voormalig staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker voorop. Dekker is nu minister voor Rechtsbescherming.

Hoe nu verder? In de Amsterdamse gemeenteraad zei Moorman deze week naar aanleiding van het vonnis dat zij inmiddels een ‘werkbare relatie’ nastreeft met de school. Een normale relatie zit er, zo zei ze, wat haar betreft niet in. ‘Wat er gebeurd is, is niet normaal.’ Ook in Den Haag is dat de stemming bij veel partijen. Ze voelen weinig voor een knieval of een kritische evaluatie van het overheidsoptreden in deze zaak, en lijken langzaamaan te accepteren dat de school voorlopig open zal blijven.

AMBTSBERICHT

Het AIVD-ambtsbericht van 15 januari 2019 over het Cornelius Haga Lyceum. Informatie tussen vierkante haken was weggelakt en is te lezen op: Volkskrant.nl

Team al-Yaqeen