Wat zich in Gaza voltrekt is een ware catastrofe – een genocide die zijn weerga niet kent en zich voor het oog van de wereld ontvouwt. Alleen de meest bevooroordeelde, hardvochtige en onrechtvaardige bondgenoten van het zionisme durven dat nog te ontkennen.
Dagelijks flitsen gruwelijke beelden voorbij van weerloze vrouwen en ouderen die zonder een greintje mededogen worden gedood.
We zien hoe de lichamen van onschuldige Palestijnse kinderen – nog warm, zo klein, vol van belofte – onder het puin vandaan worden gehaald door uitgeputte reddingswerkers.
We aanschouwen de doelbewuste vernietiging van Gaza, dat met chirurgische precisie wordt weggevaagd. Alles wat herinnert aan leven, cultuur en gemeenschap wordt met de grond gelijk gemaakt – zodat er niets overblijft om naar terug te keren.
Ooggetuigen vertellen hoe boomgaarden sneuvelen onder bijlen en vlammen, hoe bulldozers huizen onbewoonbaar maken, hoe massagraven worden gedicht terwijl verslaggevers toekijken – grote grafkuilen waarin zelfs hulpverleners in uniform verdwijnen.
Er bestaat geen symbool, geen gebaar, geen witte vlag, geen signaal die het Palestijnse volk beschermt tegen de veroverings- en vernietigingsdrang van het zionisme.
Dit is genocide. Dit is hoe een volk en haar beschaving systematisch en met wortel en tak wordt uitgeroeid. Tot de Palestijnen slechts een vage herinnering zijn. Alsof men hoopt daarmee ook onze liefde voor Palestina en Al Aqsa te doven.
Feit is: feiten doen er nauwelijks meer toe. Cijfers en getallen zijn verworden tot mededelingen zonder inhoud, zonder beeld, zonder emotie, zonder impact. We lezen ze, knipperen met onze ogen, en gaan over tot de orde van de dag.
Rapporten en cijfers passeren eindeloos de revue. Maar de gruwelijke waarheid is: zodra de pen het papier raakt, zijn de data alweer achterhaald. Nog voordat de inkt droogt, stroomt nieuw Palestijns bloed over de bijna verzadigde heilige grond.
Sommigen voelen nog een zweem van schuld. Anderen worden er niet eens meer door geraakt. Voor hen is het alsof je over het weer praat.
Dit is de tol van de sleur van ons bekrompen bestaan – een leven vol randzaken – waarin we vergeten waar het werkelijk om draait. We verliezen de kwesties die er voor onze oemmah écht toe doen uit het oog.
Het gevoel van machteloosheid overheerst bij velen. Maar de vraag die rijst is: wat kunnen wij, gewone moslims, doen? Moeten we ons neerleggen bij hun vernietiging, omdat het Westen het zionisme vrij spel geeft? Moeten we wegkijken, omdat Arabische leiders zich apathischer opstellen dan een patiënt in diepe coma, die na een zwaar ongeluk al zijn ledematen is kwijtgeraakt?
Nee. Wij kunnen iets doen, en moeten iets doen! Maar welke stappen kunnen wij zetten – in onze beperkte invloedsfeer – om niet tot de categorie “we stonden erbij en keken ernaar” te behoren?
Stichting as-Soennah spreekt zich, vanuit haar voortrekkersrol binnen de Nederlandse moslimgemeenschap, krachtig uit: tot hier en niet verder. Wij zwijgen niet langer!
Onze boodschap is helder – aan moskeeën, islamitische organisaties, aan onze gemeenschap én aan de samenleving: wij keuren deze gruweldaden met kracht af. Wij voelen afschuw. Woede. Intense pijn. Onze harten staan in brand.
Maar met afschuw alleen verandert er niets. Het is tijd om te handelen. Iedereen – van werknemer tot bestuurder, van student tot imam – draagt verantwoordelijkheid. Wat kun je doen? Praat met je collega’s. Gebruik je stem. Schrijf een brief. Organiseer een bijeenkomst. Steun positieve initiatieven. Vergroot het bewustzijn. Doe wat je kunt – binnen de kaders van de wet. Grijp elk toegestaan middel aan.
Doorbreek de stilte en laat zien: onze stem doet ertoe. Laat het voorbeeld van Ibtihal Aboussad ons tot inspiratie zijn. Zij sprak zich uit op de werkvloer en bracht offers – en wordt nu wereldwijd gehoord. Het zionistische gewapengekletter heeft haar stem niet kunnen smoren.
Zij bewijst met haar moedige daad: onze stem doet ertoe.
Moslims mogen deze genocide en oorlogsmisdaden niet langer accepteren. Wij moeten onze weerzin, afschuw en veroordeling openlijk uitspreken – waar en wanneer dat mogelijk is.
Wij zijn namelijk geen omstanders, maar getuigen. En zwijgende getuigen maken zichzelf medeplichtig. Als moslims dragen wij verantwoordelijkheid.
Tegenover onze gemeenschap.
Tegenover onze Palestijnse broeders en zusters.
Tegenover ons geweten.
Tegenover Allah.
Laten we de stilte vanaf vandaag definitief verbreken.
Stichting as-Soennah