Wat te doen bij plotselinge overlijden

37674

Vraag:

Wat dienen de familieleden van de overledene te doen als hij plotseling komt te overlijden? Dit is iets wat in elke familie wel eens gebeurt, en veel mensen hebben geen kennis over wat er is voorgeschreven in de Sharieʿah (Islamitische wetgeving) hierover. Informeer ons alstublieft over de correcte wijze van omgang hiermee, zodat als we ermee te maken krijgen we niet vervallen in innovaties of iets verkeerds doen.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Als de persoon is overleden en de ziel zijn lichaam heeft verlaten, dan moeten de familieleden het volgende doen:

·         Zijn ogen sluiten.

·         Smeekbeden voor hem verrichten.

Dit is vanwege de overlevering van Oem Salamah (moge Allah tevreden met haar zijn) die zei: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) kwam Aboe Salamah bezoeken toen zijn zicht star was geworden (hij was overleden). De Profeet (vrede zij met hem) sloot zijn ogen en zei:“Wanneer de ziel in beslag is genomen en het lichaam verlaat, volgen de ogen het.” Sommige familieleden van Aboe Salamah huilden en weeklaagden, waarop de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Bid tot Allah alleen voor het goede voor jullie zelf, want de (aanwezige) Engelen zeggen “Amien” op alles wat jullie uitspreken.” Toen zei hij (vrede zij met hem): “O Allah! Vergeef Aboe Salamah, verhef hem in status onder degenen die rechtgeleid zijn en bescherm zijn familie die achtergebleven is. O Heer der Werelden! Vergeef hem en ons, verruim zijn graf en verlicht het voor hem.”

(Moeslim, Ahmad, al-Bayhaqie en anderen)

·         Zij dienen hem te bedekken met een doek dat zijn gehele lichaam bedekt.

Dit vanwege de overlevering van ʿAa’ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) waarin vermeld staat dat de Profeet (vrede zij met hem) was gehuld in een gestreepte mantel.

(al-Boekhaarie, Moeslim, al-Bayhaqie en anderen)

·         Dit geldt voor iemand die niet sterft in staat van Ihraam. De persoon die komt te overlijden in staat van Ihraam, daarvan hoeft zijn hoofd of gezicht niet bedekt te worden.

Ibnoe ʿAbbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Terwijl een man stond bij ʿArafah viel hij van zijn rijdier en brak zijn nek (of hij zei dat hij overleed). De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Was hem met water en lotusbladeren, en wikkel hem in twee doeken.” (volgens een andere overlevering: “…in zijn twee doeken (die hij droeg voor Ihraam))… en parfumeer zijn lichaam niet, en bedek zijn hoofd niet (of zijn gezicht), want hij zal op de Dag der Opstanding worden opgewekt terwijl hij de Talbiyah reciteert.”

(al-Boekhaarie, Moeslim, Aboe Naʿiem en al-Bayhaqie.
De aanvullende tekst is niet door al-Boekhaarie overgeleverd)

·         Zij dienen zich te haasten om hem voor te bereiden en hem mee te nemen als duidelijk is dat hij is overleden.

Aboe Hoerayrah verhaalde dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Haast jullie om de overledene te begraven, want als hij rechtschapen was, dan brengen jullie hem naar iets goeds, en als hij dat niet was, dan is het een kwaad waarvan jullie jezelf verlichten.”

(al-Boekhaarie en Moeslim
tevens Sahieh verklaard door at-Tirmidhie, Ahmad en al-Bayhaqi)

·         Zij dienen hem te begraven in de stad of het land waar hij is overleden en hem niet elders te verplaatsen. Dat druist namelijk in tegen het haastig begraven wat de Islam voorschrijft.

Toen een broer van ʿAa’ishah overleed in Wadie al-Habashah en hij verplaatst werd van de plek waar hij was overleden, zei zij: “Het enige wat mij overstuur (of verdrietig) maakte was dat ik wenste dat hij begraven werd op de plek waar hij stierf.”

(al-Bayhaqie)

Imam an-Nawawie zei: “Als hij (de overledene) instructies heeft achtergelaten om naar een ander land verplaatst te worden (voor de begrafenis), dan dienen deze instructies niet opgevolgd te worden. Want het verplaatsen van de overledene (naar een ander land om hem daar te begraven) is Haraam volgens de correcte mening van de meerderheid, en werd duidelijk vermeld door degenen die de kwestie grondig hebben onderzocht.”

(al-Adhkaar)

·         Een aantal van hen moet zich haasten om zijn schulden vanuit zijn geld af te lossen, zelfs als dit betekent dat dit alles is wat hij heeft nagelaten. Als hij niet over enige rijkdom beschikte, dan dient de staat dit namens hem te betalen, mits hij zijn best heeft gedaan om zijn schulden af te lossen. Als de staat dit niet doet en sommige mensen dit vrijwillig willen doen, dan is dat ook goed.

Er is overgeleverd van Saʿd ibn ul-Atwal (moge Allah tevreden met hem zijn) dat zijn broer overleed en hij driehonderd dirham en enkele nabestaanden heeft achtergelaten. Hij zei: “Ik wilde het uitgeven aan zijn nabestaanden, maar de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Jouw broer wordt vastgehouden vanwege zijn schulden, dus ga en betaal het voor hem af.” Dus ik ging en loste het af, waarna ik (terug)kwam en zei: “O Boodschapper van Allah, ik heb het afbetaald op twee dirham na die een vrouw opeiste, maar zij had geen bewijs. Hij (vrede zij met hem) zei: “Geef ze aan haar, want dat behoort toe aan haar (of, “…omdat zij de waarheid spreekt”).”

(Ibnoe Maadjah, Ahmad en al-Bayhaqie)

Er is overgeleverd van Samoerah ibnoe Djoendoeb dat de Profeet (vrede zij met hem) het dodengebed had verricht (volgens een andere overlevering bad hij het Fadjr gebed), en toen hij (vrede zij met hem) klaar was zei hij: “Is hier iemand van familie die en die aanwezig?” De mensen zwegen omdat iedere keer wanneer hij (vrede zij met hem) iets zei, zij eerst bleven zwijgen. Hij (vrede zij met hem) zei dit drie keer en niemand antwoordde. Toen zei een man: “Hier is hij.” Een man stond, sleepte zijn onderkleed mee van achterin de zaal en kwam. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Wat weerhield jou ervan om de eerste twee keren te antwoorden? Ik heb jouw naam niet genoemd behalve voor een goede reden. Die en die, een man van onder hen, wordt weerhouden van het Paradijs vanwege zijn schulden. Als je wilt kun je hem verlossen, of als je wilt kun je hem overlaten aan de Bestraffing van Allah.” Hadden jullie maar gezien hoe zijn familie en degenen die op de hoogte zijn van zijn zaken opstonden en zijn schulden afbetaalden, totdat er niemand over was die nog iets van hem kon opeisen.”

(Aboe Daawoed, an-Nasaa’ie, al-Haakim, al-Bayhaqie, at-Tayaalisie en Ahmad)

We vragen Allah om de gelovige mannen en vrouwen te vergeven. Moge Allah onze Profeet Mohammed zegenen.

Sheikh Naasir ud-Dien al-Albaanie
(Moekhtasar Ahkaam al-Djanaa’iz)